Politiek draait het dwarse creatieve denken de nek om

CoendeJong20210828
Rijk de Gooyer (l) staat op het punt het hem zojuist uitgereikte Gouden Kalf uit het raam van de taxi te gooien.

Kunst, cultuur, film, cabaret: het zijn disciplines met een tegendraads, ietwat rebels imago. Juist deze beroepsgroepen krijgen in Nederland te maken met denk-, spreek- en gedragsinstructies van hogerhand waarin de toverwoorden diversiteit en inclusiviteit centraal staan. Draait politieke inmenging het dwarse creatieve denken in Nederland de nek om?

Bestuurders aan de geldkraan

‘All art is to some extent propaganda’ schreef George Orwell in 1942. Dat geldt zeker als de politiek zich met kunst gaat bemoeien. Subsidieverdelers, adviesraden en minister Van Engelshoven zien graag dat in de cultuursector alle neuzen de door hen gewenste kant op wijzen.

Neem de Code Diversiteit & Inclusie, die vol staat met loffelijke voornemens over lief en aardig zijn voor elkaar. Dwingender wordt het als we de details in duiken. Minister van Engelshoven benadrukte al in 2019 in antwoord op Kamervragen:

‘Het onderschrijven van de code is voor alle aanvragers voor de basisinfrastructuur een voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidie.’ Vrij vertaald: ‘Doen wat wij zeggen, anders geen geld.’

Taal- en denkinstructies

In 2021 volgde een handreiking met de titel Waarden Voor Een Nieuwe Taal. Een veilige, inclusieve en toegankelijke taal voor iedereen in de kunst- en cultuursector’. Het is een groslijst aan denk-, spraak en schrijfinstructies en staat bol van de politieke aannames, allemaal in één en dezelfde richting: ‘mondiale bewegingen zoals #metoo, Black Lives Matter en Pride, nationale bewegingen zoals Kick Out Zwarte Piet en Decolonize the Museum en de effecten van COVID-19, dwingen de kunst- en cultuursector zichzelf opnieuw uit te vinden’.

Dwingen, dat klinkt niet heel verbindend. De handreiking waarschuwt voor onheuse praktijken als misgendering, othering en pinkwashing die blijkbaar wijdverbreid zijn in de vaderlandse kunst- en cultuurwereld. En roept op tot ‘noodzakelijke gesprekken over moeilijke thema’s zoals racisme, klimaat, sociale ongelijkheid, vlucht en migratie, kolonialisme, slavernijverleden, LHBTIQ+ rechten, genderrollen, beperking en toegankelijkheid’.

Kortom, vrijwel al het leed van de wereld – tot en met het mondiale vluchtelingenvraagstuk – komt op de schouders van de Nederlandse cultuursector terecht.

Vervlakking en cringe

Cultuurmakers moeten op basis van de diversiteitscodes vrijwel elke mogelijke kwetsing of stereotypering van slachtoffergroepen vermijden. De Britse komiek John Cleese zei op Twitter: ‘Wie heeft ooit bedacht dat we voortdurend vriendelijk voor elkaar moeten zijn?’

De tegenstanders van Cleese zullen inbrengen dat hij een ‘recht op beledigen’ opeist. Maar krampachtigheid ligt op de loer als televisieseries, films en toneelstukken allerlei sterk gepolitiseerde gevoeligheden gaan ontwijken.

Echt goede boeken, toneelstukken en films confronteren je juist met hoe de wereld echt in elkaar zit. Een diversiteitstheeclubje zet je niet aan het denken, het bezorgt je hooguit acute cringe. Van kunst en cultuur mogen we verwachten dat ze ingaan tegen spraak-, denk-  en gedragsinstructies van politici, moralisten en religieuze kwezels.

Wie redt de Nederlandse film?

Films maken voor de kleine Nederlandstalige markt is niet makkelijk. En jawel, ook de toekenning van subsidies voor films gaat mede op basis van een code die ‘diversiteit in alle lagen van de industrie: van schrijver tot producent, van crew tot cast en distributeur’ beoogt.

Wat zou regisseur Paul Verhoeven daarvan vinden, die ooit een brave versie van het scenario van zijn film Spetters indiende om subsidie te krijgen en vervolgens toch het oorspronkelijke scenario gebruikte, dat bol stond van ruige seks, scheldpartijen en beledigingen van gereformeerden.

Critici vonden de film ‘seksistisch, fascistisch en homofoob’, maar Verhoeven maakte wel een briljant tijdsbeeld van de jaren tachtig. Zouden de diversiteitscodes hedendaagse filmregisseurs stimuleren het Nederlandse antwoord te maken op schurende filmklassiekers als Taxi Driver, Fight Club of Apocalyps Now?

‘Absolute groteske flauwekul’

De Nederlandse filmwereld achtte het van groot belang bij de uitreiking van de Gouden Kalveren het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke rollen af te schaffen. Manoushka Zegelaar Breedveld kwam bij Op1 op 20 augustus 2021 de urgentie hiervan uitleggen: het was een ‘discussie die heel lang gaande is’ en het ging om de ‘wereld om ons heen die aan het veranderen is’. Bovendien was men binnen de organisatie ‘tot dit besluit gekomen met zijn allen’.

Waarom het nu precies een probleem was dat Gouden Kalveren tot voor kort werden uitgereikt voor mannelijke en vrouwelijke rollen bleef onduidelijk. Acteur Jeroen Krabbé had er een duidelijke mening over: ‘absolute groteske flauwekul’ zei hij op 20 augustus bij Spraakmakers op NPO Radio 1. Op studio-opnamen was aan de mimiek van de presentatoren en aanwezige studiogasten af te lezen dat ze zich mentaal distantieerden van het betoog van ‘cis-gender op leeftijd’ Krabbé over vrouwelijke acteurs die de rol van moeder spelen.

Imaginaire vijand

Waarom is het eigenlijk zo urgent om de diversiteits-ideologie over de cultuursector uit te rollen? Die sector is toch bepaald geen bolwerk van populisme? Ideologische herprogrammering is sterk gebaat bij een vijand. Het is daarom een godsgeschenk als ergens in de media rechtse roeptoeters opduiken die de ideologische zondagsrust verstoren.

De organisatoren van de verkiezingen voor de Gouden Televizier-Ring besloten onlangs Roddelpraat van Jan Roos en Dennis Schouten te diskwalificeren, nadat fans het programma via publieksstemmen hadden genomineerd voor de categorie Televizier-Ster-Online.

Hoofdredacteur Jeroen de Goeij van het Gouden Televizier-Ring Gala meldde: ‘We vinden dat het programma Roddelpraat (kwetsbare) groepen en personen in de samenleving consequent in een hoek zet en beledigt.’ Waar zouden de voorgangers van diversiteit en inclusiviteit zijn zonder een Boze Witte Man als Jan Roos als schrikbeeld?

Acceptatie alom, angst regeert

Waarom klinkt er eigenlijk amper tegengeluid van makers uit de culturele sector zelf? Allereerst is het een geldkwestie: niet conformeren betekent geen subsidie. De cultuursector heeft het financieel moeilijk na de lange periode van sluiting door Corona. Wie de diversiteitsideologie bekritiseert loopt nog een ander risico: de reacties vanuit de sector en de media zullen niet persé lief, aardig en inclusief zijn.

Een ideologische dissident moet – alle zalvende woorden over respectvol met elkaar omgaan ten spijt  – ernstig rekening houden met aanvallen op zijn/haar/hun leeftijd, seksualiteit, uiterlijk en eventuele lichamelijke en geestelijke handicaps. Welke filmregisseur of theatermaker wil in eigen kring bekend staan als een ‘witte’ reactionair of een Uncle Tom?

Humor en politiek

Humor is een onlosmakelijk onderdeel van cultuur. Ideologen hebben niets met humor, want humor kan mensen doen twijfelen aan de ideologie. De Taliban arresteerden en executeerden zodra ze Kandahar innamen direct een bekende komiek.

Joseph Goebbels – die een levenslange fascinatie bezat voor het medium film – hield via de Duitse Kulturkammer alle kunstenaars in Nazi-Duitsland strak aangelijnd. Het Kabarett der Komiker in Berlijn had zijn bijzondere belangstelling: daar moest men vooral geen grappen maken over de staatsideologie.

Vooral geen grappen over de islam

Is er in Nederland al een gedragscode voor cabaret? Nog niet, maar dat betekent niet dat cabaretiers gerust kunnen slapen. Een verkeerd grapje over een slachtoffergroep kan voldoende zijn om in ongenade te vallen. Ook als de cabaretier in kwestie een graag geziene gast bij BNN/VARA is. Juist dan, want bij die omroep is de ideologische controle strak.

Beter – en veiliger – dan om alleen ‘juiste’ en politiek veilige statements in het repertoire op te nemen: klimaat, vluchtelingen, racisme, grappen over inteelt in Urk, verontwaardiging over spreekkoren in Harskamp. Wel op de persoon gerichte tirades over een blunderende VVD-staatssecretaris die te weinig Afghaanse tolken terughaalt, vooral geen grappen over de islam.

Verstikking

Kunst en cultuur zijn niet gebaat bij politieke sturing, al dan niet in codetaal. Wat betreft de obsessie met taal schreef filmmaker Eddy Terstal op Twitter: ‘Taal is privé, taal is muziek. En of u een twitteraar bent of een cultuurfonds runt: u bent mijn moeder niet.’

Als het Nederlandse dwarse cultuurgoed in de nabije toekomst overlijdt door verstikking in een wirwar van gedragscodes en diversiteitsvoorschriften heeft dat alle elementen in zich voor een briljant boek of een satirische film.

Niet alleen de cultuursector krijgt te maken met denk-, spreek- en gedragsinstructies van de overheid. In Dwingeland; Orwell in de polder beschrijft historicus Coen de Jong meer autoritaire ontwikkelingen waardoor onze grondwettelijke vrijheden en burgerrechten in de knel dreigen te komen.