Pieter Omtzigt moet kleur bekennen
Het kabinet gaat dit niet volhouden. De onderlinge verhoudingen waren al maanden erg gespannen omdat partijen het maar niet eens konden worden over pijndossiers als stikstof en asiel. Het leidde tot een geagiteerde sfeer waarin D66 de hoofdrol naar zich toetrok door alles en iedereen op hoge toon de maat te nemen, bij voorkeur in het openbaar.
Daar komen dus nu de Statenverkiezingen bij. De hele coalitie staat in de min. Kijk je naar de Eerste Kamer, dan halveren CDA en ChristenUnie zelfs. De ervaring leert dat dit de compromisbereidheid niet doet toenemen. Integendeel, het minste incident is reden om in de gordijnen dan wel in elkaars haren te vliegen.
Niet direct bevorderlijk voor de levensduur van het kabinet.
Gelederen sluiten
Kabinetten vallen doorgaans niet door een onwillige Kamer, maar door interne conflicten en dan meestal niet door een groots, ideologisch meningsverschil, maar door uitputting en irritatie. Een treffende typering van de huidige gemoedstoestand van Rutte IV.
Er zijn duiders die denken dat de coalitiepartijen uit zelfbehoud de gelederen wel zullen sluiten omdat verkiezingen voor geen van hen gunstig zullen uitpakken. Dat zal ook wel de eerste reflex zijn, maar paniek laat zich niet managen. En er is paniek.
CDA in doodsnood
Met name bij het CDA. Een handjevol zetels is wat rest van deze tot voor kort nog oppermachtige partij. Dan kan Wopke Hoekstra wel zeggen dat hij niet aan aftreden denkt, maar velen in zijn partij zullen dat wel doen. En aan breken met het kabinet.
Elke dag dat langer steun wordt gegeven aan het stikstofbeleid, brengt de partij dichter bij de afgrond. Zelfs de progressieve protestantse partijtop die de coalitie van harte steunt, zal dat niet op haar geweten willen hebben.
Verkiezingen komen eraan
Kennelijk voelt Rutte de dreiging, want zonder enige gene verkondigde hij daags na het verkiezingsdrama, dat zijn kabinet best verder kan. Er is ten slotte een meerderheid in de Tweede Kamer.
Zeteltjes tellen, dat is het politieke handwerk van de heersende klasse van vandaag. Of je nu van de coalitie bent of van de combi GroenLinks/PvdA. De wereld als een foto, niet als een film.
Het zal de paniek bij het CDA niet doen luwen.
Vertrekt het CDA, dan is het kabinet stuk. Partijen doen er dan ook goed aan zich voor te bereiden op verkiezingen.
Wordt BBB de grootste?
Dat is natuurlijk onzeker. De 15 zetels die BBB in de Senaat wist te verwerven, zijn het product van een heel ander soort verkiezingen dan Tweede Kamerverkiezingen zijn. De veel gehoorde ‘rekensom’ dat BBB goed is voor 30 Kamerzetels (want de Tweede Kamer is twee keer zo groot als de Eerste), is daarom een slag in de lucht.
Komt bij dat de Tweede Kamer rechtstreeks wordt gekozen en zich dus leent voor een echte tweestrijd. Of driestrijd. Andere koek dan het schijngevecht van de VVD met een linkse wolk.
Bovendien is de belangstelling van kiezers veel groter.
VVD is sterk
De VVD blijft een geduchte macht. Mark Rutte zit aan zijn positie vastgekleefd en wat je ook van hem vindt, hij weet toch elke keer zijn partij in de voorste linies te houden.
Het zal BBB veel moeite kosten om van deze VVD te winnen. Hopen dat Rutte opstapt en zijn partij opgebrand achterlaat, is toegestaan, maar geen verantwoorde strategie voor Caroline van der Plas.
Fusie GL/PvdA ver weg
Ook met de combi GroenLinks/PvdA zal ze rekening moeten houden, zij het dat hier minder direct gevaar dreigt.
Bij de Statenverkiezingen heeft zich geen links wonder voltrokken. De partijen die behalve in Zeeland apart aan de verkiezingen deelnamen, bleven min of meer stabiel. Van een fusiebonus was geen sprake, ook in Zeeland niet.
Een fusie is überhaupt nog ver weg. Veel meer dan een gezamenlijke notitie van de wetenschappelijke bureaus is er nog niet geproduceerd. Afgezien van de marketingtaal die met name Klaver dag en nacht uitbraakt. Je hoeft niet heel intelligent te zijn om te voorspellen dat dit nog jaren gaat duren.
Blijven over twee partijen die doen alsof ze in de Senaat (bijna) de grootste zijn, maar in feite niet meer zijn dan een afspraak om voortaan samen te gaan vergaderen, één keer per week, want zo vaak/weinig komt de Eerste Kamer bijeen.
Interne risico’s
Ondertussen loopt BBB ook risico in eigen kring. De partij is nieuw en onervaren, maar zal in veel provincies de coalitieonderhandelingen moeten leiden. Dat is geen sinecure.
Bovendien is er altijd kans dat er persoonlijke fricties ontstaan, mensen ruzie maken of zich afsplitsen. Zo gaat dat met nieuwe partijen, zeker als je zo groeit als BBB.
Laten we nog buiten beschouwing dat het onverwachte succes wel eens tot een tekort aan Statenleden kan leiden. De lijsten zijn vaak nauwelijks lang genoeg om de verworven zetels te bezetten. Dat zal op termijn tot problemen leiden.
Van der Plas doet er goed aan zich niet al te druk te maken over dit interne gedoe. Ze zou de focus moeten leggen op de Tweede Kamer.
Autonome groei
Autonome groei zit er voor BBB zeker nog in. De partij is in the winning mood, gedraagt zich niet radicaal en heeft een leider die authentiek is en niet met meel in de mond praat. Dat trekt kiezers.
Aan de andere kant, de tijd dringt en dus zou die autonome groei wel eens te lang kunnen duren om de nummer 1 positie te verwerven, als op korte termijn verkiezingen worden gehouden.
Mild-rechtse alliantie
Daarmee komen we op de posities van JA21 en Pieter Omtzigt. Al vaker heb ik in deze kolommen beschreven hoe een alliantie van BBB en JA21, met steun van ster-parlementariër Omtzigt, een oppermachtige positie in de Kamer zou kunnen krijgen. Denk aan 45 zetels minstens.
Een mild-rechtse alliantie noemde ik het.
Geen vergaderafspraak zoals van PvdA en GL, maar een inhoudelijk bondgenootschap van autonome partijen, met een gezamenlijke lijst en één of meer gezamenlijke lijsttrekkers.
JA21 op solotoer?
Het is de vraag of JA21 zich op dit moment door deze gedachte geïnspireerd voelt. Partijprominent Annabel Nanninga deed recent nogal neerbuigend over het vermeende CDA-gehalte van BBB en van Joost Eerdmans horen we überhaupt niets op dit stuk.
Onverstandig lijkt me, want van een groei zoals BBB meemaakt, kan deze partij slechts dromen. Zoals het er nu uitziet komt JA21 op eigen kracht niet verder dan de subtop.
Van der Plas kan zich er druk over maken, maar het is zonde van de energie. Als BBB groeit en succes heeft, komt JA21 vanzelf een keer. Of nooit, om daarmee te doen wat rechts altijd doet: versnipperd verkommeren.
Pieter Omtzigt erbij
Caroline van der Plas kan beter haar inspanningen richten op Pieter Omtzigt. Die moet zo langzamerhand zijn kaarten op tafel leggen. Als hij in de Kamer wil blijven – en dat lijkt er toch op – , zal hij of een eigen partij moeten oprichten of zich moeten aansluiten bij een andere. Terugkeer naar het CDA is zo hypothetisch dat ik dat hier buiten beschouwing laat.
Een eigen partij oprichten doe je niet op een achternamiddag. Bovendien, in het drukbevolkte partijlandschap is nauwelijks een gat te vinden dat Omtzigt zou kunnen vullen. Zijn grote persoonlijke kwaliteiten zijn onomstreden en wellicht in Den Haag uniek, ze zijn niet het fundament voor een politieke partij die er nog niet is.
Beter doet hij om zich aan te sluiten bij een partij die bij hem past. Dan moet-ie niet zijn bij de gevestigde orde, want het is juist dat ancien régime waar hij als Kamerlid tegen vecht. Een nieuwe club dus, die de mensen weer centraal zet, zich verzet tegen een kille overheid, de menselijke maat laat prevaleren boven de mechanistische uitkomst van modellen, een club ook die nog zo jong is dat hij die mede kan vormgeven.
BBB dus.
Adequaat antwoord op grote onvrede
Omtzigt is voor Van der Plas een aantrekkelijk ‘partij’ om in huis te halen. In peilingen is hij in zijn eentje goed voor 26 zetels. Weliswaar komen die voor een deel van BBB vandaan, maar wat overblijft voor hen beiden en wat ze vanwege hun aantrekkingskracht nog binnen kunnen halen, is ongekend. Ook zonder JA21 zouden 45 zetels mogelijk moeten zijn.
Het zou de politiek op zijn kop zetten en een adequaat antwoord zijn op de grote onvrede die al jaren in dit land bestaat.
Maar dan moet Pieter Omtzigt wel kleur bekennen.
Paul Verburgt schrijft wekelijks voor Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!