Optimisme over deradicalisering jihadgangers is absurd

piz
Zwolse gevangenis waar IS-vrouwen verblijven. Bron foto: Wikipedia.

Vanuit de Penitentiaire Inrichting Zwolle komen jammerende geluiden over IS-vrouwen die er verblijven in afwachting van hun berechting (NRC, 8 april). Het uiterst strenge gevangenisregime zou de reïntegratie van de vrouwen in de Nederlandse samenleving in de weg staan. Aart G. Broek denkt dat er sowieso geen enkele zekerheid is dat die herintegratie zal lukken, omdat een effectief ‘medicijn’ daarvoor nog niet bestaat.

Terrorismedeskundige Jessica Stern bracht jaren door bij militante groeperingen in de islamitische wereld, analyseerde hun gedrag, handelen en achterliggende motieven. Zij legde haar bevindingen neer in de overrompelende studie Terror in the Name of God (2003). In een interview vatte ze de voedingsbodem van het probleem als volgt samen: ‘Mij lijken gevoelens van vernedering en vervreemding de kern van het pro­­bleem. Ik zou daarom een oorlog tegen de vernedering willen af­kon­digen, maar hoe doe je dat?’

Stern is niet de enige die nadrukkelijk heeft gewezen op de rol van schaamtevolle ervaringen als uitzonderlijk krachtige brandstof voor geweld. Ook internationaal vermaarde wetenschappers als Hans Magnus Enzensberger, Roy Baumeister, Abram de Swaan en Olivier Roy trekken strakke lijnen tussen (de angst voor) vernedering en geweldsuitbarstingen.

Schaamte

Hoe overtuigend de diagnose van Stern en anderen ook mag zijn, ze geeft geen antwoord op de vraag hoe om te gaan met wat we in het dagelijks leven ‘schaamte’ noemen: die vernedering en vervreemding en de angst voor herhaling ervan. Het is mogelijk ook teveel gevraagd om zowel een algemene diagnose als remedie aan te bieden. We hebben inmiddels echter de nodige sociologische, sociaalpsychologische en neurologische kennis van wat schaamte behelst, hoe het ontstaat en wat het kan uitrichten.

We weten met welk ingrijpend sociaal-emotioneel fenomeen we te maken hebben. Daarmee wordt het mogelijk om hulpverlening, preventie en interventies realistischer vorm en inhoud te geven. Zo weten we dat de ernstigste vormen van schaamte worden opgedaan in de eigen sociaal-culturele groep, in dit geval die waartoe de jihadgangers behoren: de moslimgemeenschap. Dit werd nadrukkelijk onderstreept door Souad Mekhennet in haar journalistieke zoektocht I was told to come alone; My journey behind the lines of jihad (2017).

Schaamte-ervaringen staan in onze ziel gegrift als letters in marmer: voor de rest van ons leven. Ze zijn onuitwisbaar, uiterst pijnlijk en vormen de ader van een vrijwel onverzadigbaar verlangen naar het zo dikwijls gehoorde ‘respect’,  dat wil zeggen geborgenheid, waardering en bewondering. Bij gebrek daaraan lonkt de weg van geweld: if you can’t join them, beat them!

Respect

Vernedering verlangt respect ter compensatie – goedschiks of kwaadschiks. Meer dan eens is het ondoenlijk om dat respect te verkrijgen in de eigen moslimgroep en in de bredere maatschappelijke context. Een rechtvaardiging voor een gewelddadige (uit)weg is vervolgens gemakkelijk te vinden. De jihadganger is – in de eigen beleving – slachtoffer van het decadente Europa en van de eigen moslimgroep die de leer van de Koran verzaakt. Respect werd vervolgens in de koesterende jihadgroep wél gevonden, hoe kortstondig die soms mag zijn in dit aardse leven.

Het opdoen van ernstige schaamte-ervaringen in het eigen verleden, een gebrek aan koesterende geborgenheid in het heden en een ontbrekend toekomstperspectief werden door de jihad ruimschoots goedgemaakt. Als jihadstrijder weet je je geborgen tot in het hiernamaals. Met gewelddadige agressie wreken de jihadstrijders de eigen opgelopen schaamte. Het is een betoverend (droom)beeld dat strijders zichzelf en lotgenoten in de Europese landen voorhielden.

Maar hun oorlogservaringen zijn voor de jihadspijtoptanten tot een nieuwe en extra belastende schaamte-ervaring verworden. Hierbij voegt zich ook nog het deserteren uit de gewelddadige jihad, want strijden doe je tot de dood erop volgt en het eeuwige leven begint.

Wensdenken

Kunnen de Europese landen in het algemeen en de moslimgemeenschappen in het bijzonder het broodnodige respect garanderen voor de potentiële jihadspijtoptant? Die moslimgemeenschap en westerse samenleving bezorgden hem of haar juist de schaamte-ervaringen die het afreizen naar Syrië en Irak voedden.

Voor het afkicken van de voormalige jihadist moeten er drie dingen gebeuren: a. een regulier acceptabele geborgenheid in het heden, b. een duurzaam toekomstperspectief en c. een evenwichtige emotionaliteit, dat wil zeggen het verwerken van de gemankeerde, door schaamte aangestuurde emotionaliteit die in het (recente) verleden werd opgelopen.

Ga er maar aan staan! Het is bepaald geen reguliere ontwenningskuur en het is zeer de vraag of de moslimgemeenschappen en de westerse samenlevingen voor de jihadganger een afdoende alternatief kunnen vormen om te deradicaliseren.

Kruitvat

Het optimisme waarmee exitprogramma’s worden verdedigd, neemt dan ook groteske vormen aan. Gevoed door beschikbare financiële middelen en politiek opportunisme verkondigt een deradicaliseringsgoeroe als de Duitser Daniel Koehler de noodzaak om voor elke jihadspijtoptant ‘tenminste vier mentors’, plus een ‘interventie coördinator’ in te zetten en dat ‘volledige deradicalisering’ dan zou kunnen worden verwezenlijkt ‘na een aantal jaren’.

Mensen die lijden aan dit deradicaliseringsoptimisme moeten toch maar eens kennisnemen van de explosieve reikwijdte van schaamte. Bij een onbevredigend alternatief voor de jihad zijn en blijven de schaamte-ervaringen een kruitvat met een lontje dat gemakkelijk aangestoken kan worden. Niet voor niets bouwen we al eeuwen het kruithuis zo ver mogelijk buiten de woonkernen. Of, in stijl met het onderwerp: vertrouw op Allah, maar bind eerst je kameel vast.

Dr. Aart G. Broek is (historisch) socioloog en letterkundige. Deze opiniërende bijdrage is gebaseerd op een beschouwing uit zijn boek Schaamrood; Aantekeningen over angst, agressie en ambitie (Haarlem, 2017).

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!