Op weg naar de totalitaire democratie

De greep van de staat op de burgers neemt toe en de vrijheden van de burgers nemen af – de vrijheid van meningsuiting voorop. Ook westerse democratieën blijken zich in totalitaire richting te kunnen ontwikkelen. Frank Karsten trekt aan de bel. Een vrij land kan, geheel democratisch, veranderen in een politiestaat waarin de angst regeert.

‘Op pleuren, lekker in je coccus noten boom gaan zitten’, schreef een man op Facebook over Sylvana Simons in 2017. Simons had namelijk gepleit voor de afschaffing van Zwarte Piet en dat viel niet bij iedereen goed. Een rechtszaak volgde, waarin de man enkele honderden euro’s boete kreeg opgelegd. Ook 21 andere mensen kregen in dezelfde rechtszaak soortgelijke geldstraffen.

Vreemd genoeg volgde geen publieke verontwaardiging over deze inperking van de vrije meningsuiting. Toch zouden mensen dit twintig jaar geleden belachelijk hebben gevonden. Ze zouden menen dat alleen totalitaire landen straffen uitdelen aan burgers die stellen dat iemand beter in een boom kan gaan zitten. We maken we ons hierover echter geen zorgen, want we leven immers in een democratie, en dat betekent automatisch ‘vrijheid’.

Maar als in Nederland onaardige meningen worden bestraft met boetes, hoe vrij is onze democratie dan? Drijven we langzamerhand af richting een totalitaire democratie of kunnen alleen autocratische dictaturen totalitair zijn?

In een totalitaire samenleving heeft de overheid een enorme controle over de economie, de maatschappij en het private leven van burgers. Er is helaas niets in een democratie dat dat onmogelijk maakt. Westerse democratieën hebben een steeds grotere grip gekregen op het doen en laten van burgers en bedrijven.

Politici stellen voor vrijwel elk probleem nieuwe belastingen, hogere straffen en verdere vrijheidsbeperkingen voor. De Nederlandse belastingdruk steeg daardoor gedurende de afgelopen eeuw van veertien naar vijftig procent. De regeldruk is tweehonderd maal hoger dan aan het begin van de twintigste eeuw.

Meningsvrijheid lijdt onder discriminatie-rechtspraak



Ook de vrijheid van meningsuiting is de laatste jaren verder ingeperkt, met name door de uitbreiding van de anti-discriminatiewetgeving. Kritische of onaardige opmerkingen over minderheden of ‘kwetsbare bevolkingsgroepen’ worden al snel als haatzaaierij of bedreiging uitgelegd en vervolgens bestreden. Het heeft veel weg van een moderne inquisitie. Wie meningen uitdraagt die tegengesteld zijn aan de ‘tolerante’ progressieve gelijkheidsideologie loopt kans zijn baan kwijt te raken of zijn carrière te vernielen.

Zo werd de Amerikaan James Damore ontslagen bij Google vanwege een ongewenste mening. Hij had namelijk betoogd dat vrouwen andere kwaliteiten en voorkeuren hebben dan mannen en daardoor minder vaak voor technische beroepen kiezen. Damore vocht zijn ontslag met een rechtszaak aan, maar de rechter stelde Google in het gelijk. Je kunt betogen dat Google een privaat bedrijf is en zelf mag bepalen wie het in dienst heeft, maar diezelfde rechter zou Google waarschijnlijk hebben teruggefloten als Damore juist iets ten gunste van vrouwen had beweerd.

Geen afwijkende mening het land in

Als je de verkeerde meningen uit kan je ook de toegang tot een land ontzegd worden. In 2018 kwam de conservatieve Canadese activiste Lauren Southern het Verenigd Koninkrijk niet in vanwege haar mening over Allah. Ze had namelijk eerder op een stadsplein provocerend verkondigd dat Allah homo was (toch heel progressief zou je denken). De Engelse overheid wilde niet dat Southern wederom moslims voor het hoofd zou stoten. Blijkbaar waren ze bang voor rellen en aanslagen, wat weer heel stigmatiserend is jegens moslims.

Maar het kan nog gekker, de Amerikaanse ‘white nationalist’ Jared Taylor werd in maart 2019 de toegang tot het gehele Schengengebied ontzegd. Zijn plan was niet om publiekelijk controverse te veroorzaken, maar om simpelweg lezingen te geven over de nadelige gevolgen van het Europese immigratiebeleid.

Zelfs grappen worden bestraft

Zelfs het maken van plagerige grappen kan je tegenwoordig een boete opleveren. In 2018 werd ene DJ Michael uit Rotterdam veroordeeld tot het betalen van 300 euro voor groepsbelediging omdat hij tegen een collega had gegrapt: “Hé, geen negers achter de bar!”. Het bijzondere is dat de collega zelf geen bezwaar had gemaakt, maar iemand die het hoorde had de grappenmaker aangegeven.

Wie had ooit gedacht dat we richting een klikmaatschappij zouden geraken? Was dat niet iets wat we associeerden met de Sovjet-Unie? En waar ligt hierbij de grens? Waar blijven alle boetes dan voor hen die Wilders en Baudet voor Nazi hebben uitgescholden?

Als Britten zich onaardig hebben uitgelaten komt de politie graag bij ze langs. Dit jaar werd een Britse moeder door drie politiemensen thuis gearresteerd, waarna ze werd verhoord en zeven uur opgesloten zat op het politiebureau. Had ze een terroristische aanslag voorbereid? Nee, ze had op Twitter een transgender vrouw als man aangesproken.

‘Misgenderen’ is strafbaar

Zelfs de meest totalitaire mensen zouden honderd jaar geleden waarschijnlijk vinden dat ‘iemand  misgenderen’ geen optreden van de politie zou rechtvaardigen. Toch is het nu praktijk. In het democratische Canada werd in 2017 de wet Bill C-16 aangenomen die het misgenderen strafbaar stelt. Waar is de tijd gebleven dat mensen onderling hun geschillen beslechtten, of een dikkere huid ontwikkelden in plaats van bij de geringste zielepijn de politie te bellen?

Via nieuwe wetgeving besteden overheden hun censuur uit aan sociale media bedrijven, zoals Facebook en Twitter. Zo trad in 2017 de Duitse Netzwerkdurchsetzungsgesetz in werking die internetbedrijven verplicht haatdragend en illegaal materiaal binnen vierentwintig uur te verwijderen. Omdat de maximale straf 50 miljoen euro bedraagt zullen deze bedrijven veel materiaal verwijderen wat weliswaar legaal kan zijn, maar waar ze liever geen risico mee willen lopen.

Mag niet meer in het Verenigd Koninkrijk, want ‘schadelijk genderstereotype’

Sinds kort mag in het Verenigde Koninkrijk ook geen reclame meer gemaakt worden waarin ‘schadelijke genderstereotypen’ worden geuit. Een advertentie waarin bijvoorbeeld een vrouw stofzuigt terwijl de man de krant leest is niet meer toegelaten. Een overheid die bepaalt hoe we behoren te denken over allerlei zaken, kennen we dat traditioneel niet van de Sovjet Unie en Nazi-Duitsland?

Mohammed mag geen pedofiel heten

Nederland kende tot 1 maart 2014 wettelijke verboden op godslastering. Maar in Oostenrijk heb je dat verbod nog wel, en Allah valt daar ook onder. In 2018 werd daar een vrouw tot een boete van 550 euro veroordeeld. omdat ze had gezegd dat de islamitische profeet Mohammed een pedofiel was. Hij trouwde namelijk op zijn vijftigste met een negenjarig meisje, wat redelijk in overeenstemming lijkt met de definitie.

Ook Frankrijk doet een duit in het zakje, maar dan op een heel ander gebied. Daar werd in maart 2019 nieuwe wetgeving van kracht die het strafbaar maakt om veroordelingen van individuele rechters te analyseren, te vergelijken en te openbaren. Wie het toch doet loopt kans op vijf jaar gevangenisstraf. Blijkbaar mag de Franse rechterlijke macht niet aan een kritisch onderzoek onderworpen worden. Wereldwijd een unicum.

Hebben we dit gewild?

Mensenrechtenhof in Straatsburg legt de meningsvrijheid aan banden.

Dit zijn maar enkele voorbeelden van de inperking van de vrijheid van meningsuiting in de Westerse wereld. Er zijn er veel meer, wat aantoont dat de vrijheid om je mening te uiten helemaal niet vanzelfsprekend is in een democratie. Je zou denken dat burgers dit zelf willen, we leven immers in een democratie. Maar hebben we hier ooit over gestemd?

Onze representatieve democratie blijkt vaak niet de wil van de burger te vertegenwoordigen. Dit merken we wanneer een zeldzaam referendum wordt gehouden, zoals over de Europese Grondwet in 2005, en politici besluiten simpelweg de onwelkome uitslag te negeren.

Het wordt nog erger

Verdere inperkingen van de meningsuiting lijken onvermijdelijk. ECRI (European Commission against Racism and Intolerance) – een orgaan van de Raad van Europa in Straatsburg – bepleit strengere straffen voor discriminerende uitlatingen. De organisatie is gerelateerd aan het invloedrijke Europese Mensenrechtenhof, wil meer anti-discriminatiebepalingen in de strafwet en vindt dat instanties die discriminatie bestrijden meer bevoegdheden en subsidie moeten krijgen.

De publieke weerstand hiertegen is helaas minimaal. Zolang burgers kunnen stemmen denken ze dat hun vrijheden wel gewaarborgd zijn. Maar dat is een gevaarlijk idee. Een vrije samenleving kan, geheel democratisch, veranderen in een politiestaat, waarin we in bang zijn om een dwarse mening te verkondigen, iemand te beledigen, of een plagerige grap te maken.