Op het ministerie van Volksgezondheid is er allerlei kennis, maar niet bijster veel van gezondheid en zorg

Girbes

Tijdens de COVID-19 pandemie had ik – vooral het eerste jaar – regelmatig contact met leidende ambtenaren en leidinggevenden van het Ministerie van VWS. Teneinde het gesprek op de juiste hoogte te kunnen voeren, is het mijn gewoonte om in het begin van een dergelijk gesprek te vragen wat de professionele achtergrond is van de gesprekspartner, wanneer ik die niet ken. Het is immers ongepast om tegen een arts of verpleegkundige te zeggen, ‘voeding uit een infuuszak via een slangetje in een grote ader’, of tegen een leek ‘parenterale nutritie’.

Het viel me toen al op dat de mensen die meestal in eerste instantie zeiden ‘beleidsmedewerker’ of ‘stafmedewerker’ te zijn, niet zozeer thuis waren in het medisch jargon, laat staan een idee hadden van wat mijn werk inhoudt, meer dan de gemiddelde leek. Wanneer ik het wilde hebben over het annuleren van electieve operaties, moest ik eerst uitleggen wat ‘electieve’ betekent, het liefst met voorbeelden. Aangezien het belangrijkste onderdeel van het Ministerie van VWS het onderdeel zorg is, zal ik in het verdere betoog hierop focussen en bijvoorbeeld niet op het beleid ten aanzien van sport ingaan.

Japans, Communicatie, Kunsten – dat dan wel

 Laat we eens kijken naar een opsomming van achtergronden/opleidingen van belangrijke en beleidsbepalende ambtenaren van VWS, van directeur-generaal tot beleidsmedewerker of adviseur: Nederlandse taalkunde, ⁠Japans, ⁠Wiskunde, ⁠Frans, ⁠Duits, ⁠Engels, ⁠Sociologie, ⁠Communicatiewetenschappen, ⁠Econometrie, ⁠Economie, ⁠Bedrijfseconomie, ⁠Overheidsmanagement, ⁠European studies, ⁠Communicatie en Journalistiek, ⁠International Business, ⁠Commerciële economie, ⁠Kunsten, cultuur en media, ⁠Public policy, ⁠Public management, ⁠Kandidatenklas Algemene Bestuursdienst, Marketing management, ⁠Hotelschool, ⁠Ingenieur Civiel Technologie en management, ⁠Green belt in lean six sigma, ⁠Human Resource Management, ⁠Onderwijskunde, ⁠Energy Finance, ⁠Energy and environmental Economics, ⁠Politics & Public administration, Rechten.

Misschien valt het u ook op dat er iets ontbreekt?

Om positief te beginnen: de diversiteit in opleidingen is kennelijk goed gelukt. De voormalige plaatsvervangende secretaris-generaal van VWS stelde ook impliciet dat je opleiding er niet werkelijk toe doet: ‘Je CV geloof ik wel’, stelt ze in een recent interview en is vooral geïnteresseerd in de bestrijding van discriminatie en racisme op de arbeidsmarkt.

Op zichzelf heb ik wel sympathie voor deze drijfveer, maar opleiding en CV als garantie van inhoudelijke kennis zou ik niet zó willen verwaarlozen. En de speurtocht langs opleidingen en werkervaring bij VWS toont nauwelijks mensen die werkervaring of opleiding hebben binnen de zorg. Bij goed speuren kom je misschien een enkele verpleegkundige tegen met werkervaring.

Dat wel: ‘mensen in hun kracht zetten’

Daarnaast rouleren de topambtenaren over de verschillende ministeries en blijven ze dermate kort op hun post dat – volgens een onderzoek van de Universiteit Utrecht – de kwaliteit van het werk eronder lijdt. Ook de hoogste ambtenaar van VWS heeft geen enkele inhoudelijke achtergrond met waar het ministerie van VWS voor staat, maar kan vervolgens ook weinig inhoudelijk steunen op haar directe omgeving.

Zo heeft de directeur infectieziektebeleid een master in politics and public administration; de programmadirecteur ‘Weerbare Zorg’ heeft een lange carrière bij diverse ministeries na een opleiding civiele technologie en management, maar weinig aantoonbaars in het zorgdomein.

Het is duidelijk dat binnen het Ministerie van VWS, en het is helaas geen uitzondering, inhoudelijke kennis van zaken weinig nadruk krijgt. En als je naar de werving van personeel kijkt, krijg je de indruk dat ‘inclusie en diversiteit’ en ‘mensen in hun kracht zetten’ met ‘jobcoaches’ en ‘adviseurs banenafspraak’ het belangrijkst is. De raison d’être van VWS komt opvallend weinig aan bod: het goed regelen en faciliteren van de gezondheidszorg in Nederland.

Procedures, dat wel – maar vakkennis?

In de afgelopen decennia is de nadruk bij VWS (en andere ministeries) komen te liggen op procedures en is kennis van de inhoud nauwelijks meer aanwezig. Dat laatste werd nog eens bevorderd door het veelvuldig inschakelen van externe partijen, zoals consultancybureaus waardoor ook nieuwe kennis niet behouden blijft.

Aangezien onder managers een wijdverbreid misverstand is, dat om leiding te geven geen inhoudelijke kennis noodzakelijk is, zie je ook weinig zelfkritiek of zelfreflectie over de betekenis van het gebrek aan inhoudelijke kennis vanuit het Ministerie.

En als nieuwbakken minister, word je opgescheept met een kant en klaar departement met duizenden medewerkers, die voorlopig allemaal op hun post blijven. Heel tactisch en empathisch herhaalt de huidige minister, Fleur Agema, dat ze werkt met hooggemotiveerde enthousiaste mensen op het ministerie, keien zijn het. Immers zij kunnen met zijn allen de minister makkelijk pootje lichten.

Het is allerminst mijn bedoeling om de goede intenties en arbeidslust van de individuele medewerkers in het algemeen in twijfel te trekken. Sterker, de mensen die ik heb gesproken waren meestal sociaal enorm gemotiveerd en zaten vol met goede intenties. Maar in hun werkomgeving troffen ze ook vrijwel nooit iemand aan die de zorg van binnenuit kende, zodat al hun blinde vlekken ook zo bleven.

Natuurlijk zijn ook juristen, procesbewakers, econometristen, economen, medewerkers personeelszaken en dergelijke nodig in het Ministerie om het goed te kunnen laten functioneren ten behoeve van onze zorg. Evenzo kan het uitgangspunt van een multidisciplinaire benadering bijdragen aan een bredere kijk op beleidsvraagstukken.

Maar de oorspronkelijke inhoud is veel te veel naar de achtergrond verdwenen. Ik heb werkelijk weinig reden te twijfelen aan het feit dat de ruime meerderheid van alle medewerkers in het algemeen hun stinkende best wil doen. Maar zoals ik ook altijd zei tegen dokters in opleiding wanneer we bij een kortademige kritiek zieke patiënt stonden: de patiënt heeft nu niets aan mensen die doen wat ze kunnen, als ze niet kunnen wat ze doen.

Armand Girbes is intensivist-klinisch farmacoloog en was tot 1 april 2023 hoofd van de IC-afdeling van het VU Medisch Centrum in Amsterdam, hij is ook nu nog hoogleraar Intensive Care-geneeskunde. Girbes beantwoordde eerder in Wynia’s Week  ’11 vragen aan Armand Girbes over 5 jaar Corona’. 

Onze digitale internetkrant Wynia’s Week verschijnt op dinsdag, donderdag en zaterdag en is volledig gratis. U kunt zich hier aanmelden

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Hartelijk dank!