Op een MRI-scan zie je duidelijk verschil tussen vrouwenhersenen en mannenhersenen. Maar dat mag niet waar zijn van de wokisten
Deze week verscheen een wetenschappelijk artikel in het Amerikaanse tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) waarvan je in het huidige klimaat al verbaasd bent dat het nog gewoon gepubliceerd kan worden: het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke hersenen blijkt zeer betrouwbaar te onderscheiden met een MRI-scan.
Dat lijkt misschien niets bijzonders: we kunnen namelijk ook op het oog mannen zeer betrouwbaar van vrouwen onderscheiden (uitgezonderd, zeg, een procentje twijfelgevallen). Maar in de woke-gekte op de universiteiten heerst het dogma dat sekse slechts ‘skin deep’ is, en zich beperkt tot triviale anatomische verschillen in de geslachtsorganen. Alle andere man-vrouw-verschillen behoren tot ‘gender’, en dat is een sociale constructie die niets te maken mag hebben met erfelijke verschillen in hersenen en daaruit voortkomend gedrag. Dat is allemaal aangeleerd – of afgeleerd.
Vrij naar George Orwell: je moet wel sociaal wetenschapper zijn om zoiets belachelijks te geloven. Elk normaal mens weet dat man en vrouw wezenlijk verschillen. Het zijn twee duidelijk te onderscheiden groepen qua anatomie, fysiologie, psychologie, hormonen, cognitief profiel, motivatie, interesses, kijk op de wereld, empathie, en nog veel meer.
In het leven van alledag is het onderscheid niet moeilijk
Daar wordt dan altijd tegenin gebracht dat er veel variatie binnen beide groepen is. Bijvoorbeeld: veel meer mannen zijn geïnteresseerd in schaken dan vrouwen, en mannelijke schakers zijn gemiddeld veel sterkere spelers dan vrouwelijke, maar er bestaan ook vrouwen die van 99,9 procent van de mannelijke schakers kunnen winnen.
Voor de meeste afzonderlijke eigenschappen kun je inderdaad voorbeelden vinden die in tegenspraak lijken met het groepsverschil tussen man-vrouw. Een paar zeldzame mannen zijn misschien wel empathischer dan 90 procent van de vrouwen. Maar de combinatie van een aantal van die onderscheidende eigenschappen geeft wel degelijk een zeer betrouwbare maatstaf om te bepalen ‘dit is een vrouw/man’. Dat is hoe we in het leven van alledag vrijwel feilloos mannen van vrouwen onderscheiden.
Maar volgens de skin deep-dogmatici is ook ‘schaken leuk vinden’ puur een kwestie van sociale omgeving. Het feit dat minder dan een promille van de schaakgrootmeesters vrouw is, bewijst in hun optiek juist hoe dwingend de culturele conventies op dat gebied zijn. Tragisch, al die potentiële Judith Polgars die zich gedwongen voelden om in plaats daarvan borduren als hobby te kiezen!
Al zolang de MRI-scanner bestaat, is geprobeerd grip te krijgen op het verschil tussen mannen- en vrouwenhersenen, met wisselende en weinig betrouwbare resultaten. MRI-scans zitten vol artefacten, de resolutie is relatief laag, en hersenen verschillen ook aanzienlijk tussen individuen zonder dat dit iets met sekse te maken heeft. Dat was dus welkome munitie voor de skin deep-dogmatici.
Deze onderzoekers, van Stanford University, zijn er als eerste in geslaagd om op basis van een MRI-scan met meer dan 90 procent kans op succes te zeggen: dit is een man/vrouw. Dat is weer een mooi succes van AI-technologie, want een mens kan dat verschil niet zien. Een deep neural network (DNN) werd getraind met de MRI-scans van een paar honderd mensen van wie het geslacht bekend was. Daarna bleek dit computerprogramma ruim negen op de tien keer andere MRI-scans van dezelfde personen juist te classificeren. Maar veel belangrijker: het kon ook, zonder verdere training, de MRI-scans van proefpersonen uit twee andere databases ruim negen op de tien keer juist classificeren.
Achteraf konden de onderzoekers ook de onderdelen van de hersenen onderscheiden die het meest bepalend zijn voor het man-vrouw verschil. Omdat van de proefpersonen ook resultaten van IQ en andere cognitieve tests beschikbaar waren, kon het computerprogramma op basis van de MRI-scans zelfs vrij goed hun cognitieve profiel voorspellen, dat wil zeggen: hoe ze op die tests scoorden.
Het ‘essentialisme’ moet worden uitgeroeid
Ondertussen woekert woke op de universiteiten gewoon door. Eveneens deze week verscheen in het vlaggenschip der wetenschappelijke tijdschriften, Science, een Policy Forum over hoe schoolkinderen voortaan geïndoctrineerd moeten worden met de skin deep-dogma’s (een Policy Forum is een pleidooi, op uitnodiging van de redactie, voor hoe men op basis van de laatste wetenschappelijk inzichten een bepaald maatschappelijk probleem zou moeten aanpakken).
Zelf noemen deze wokisten dat anders: Het ‘essentialisme’ moet uitgeroeid worden, de notie dat onder die oppervlakkige verschillen die niet dieper gaan dan de huid, nog een essentie, dus iets diepers en wezenlijkers zit dat voor verschil zorgt.
Essentialisme ontkennen vergt een graad van feitenresistent dogmatisme die nog maar een jaar of tien geleden aan een universiteit nauwelijks mogelijk was geweest. We weten al sinds Gregor Mendel dat levende wezens wel degelijk een essentie bevatten die grotendeels hun eigenschappen en mede het gedrag bepaalt. Sinds de ontdekking van James Watson en Francis Crick, in 1953, van de ‘dubbele helix’- structuur van het DNA, weten we in principe, en soms tot in de kleinste details, hoe dat werkt.
Strijd op twee fronten tegelijk
Sekse is een van de eigenschappen die bij de mens volledig erfelijk bepaald is, wat zelfs de wokisten niet kunnen ontkennen, dus moeten ze elk verband tussen sekse en gender ontkennen: ‘Genderrollen zijn sociale constructies. (…) Verschillen in complexe eigenschappen (zoals activiteiten, talenten en interesses) tussen individuen (hebben) geen biologische basis, maar worden verklaard door socioculturele factoren.’
Skin deep-dogmatici strijden meestal op twee fronten tegelijk: gender en ras. Beiden moeten worden bevrijd van de schande van het essentialisme, en teruggebracht tot de safe space van de socioculturele factoren. Het is immers taboe, dat er tussen groepen mensen significante genetisch bepaalde verschillen bestaan.
Het feit dat in alle Olympische finales op de 100, 200 en 400 meter West-Afrikanen en hun afstammelingen in de meerderheid zijn, net als Oost-Afrikanen in de top tien van de Olympische marathons, is louter sociocultureel bepaald. Als je dat gelooft, geloof je ook dat gender niets met erfelijk bepaalde sekse te maken heeft.
Het essentialisme is erger dan een schande, in dit Policy Forum is het een mentale ziekte: ‘Het probleem is dat het basale genetische lesprogramma dat het VS-publiek krijgt, een risicofactor is voor het ontwikkelen van genetisch essentialisme tijdens de adolescentie.’
De kinders moeten dus voortaan anders les krijgen over genetica, zodat ze het ‘constructionisme’ omarmen. Dit is het geloof ‘dat ras een sociaal concept is, en dat raciale verschillen veroorzaakt worden door vooroordeel, discriminatie en institutioneel racisme’. Het zal de Aziaten en Amerikaans-Aziaten die bij de intelligentietests voor de toelating tot topuniversiteiten als Stanford steevast vijftien punten hoger scoren, hogelijk verbazen dat die blanke achterstand het gevolg moet zijn van institutioneel racisme.
Uiteraard kunnen raciale verschillen ook en/of deels veroorzaakt worden door vooroordelen en discriminatie. De kwalijke domheid van de wokisten zit ‘m in de halfzijdige blindheid dat elke andere verklaring taboe is. Net zo met sekse/gender: ongetwijfeld zijn vrouwelijke en mannelijke gedragspatronen ook een kwestie van opvoeding, sociale druk en culturele osmose. De kwalijke domheid zit wederom in het dogma dat dit de enige toelaatbare verklaring is.
Het Stanford-onderzoek heeft ook praktische betekenis
Dit is bepaald niet alleen van theoretisch belang. Woke wordt ballistisch als je zegt dat de tweedeling in mannen en vrouwen echt bestaat, in alle opzichten. Minstens 99,9 procent van de mensen wordt als man of als vrouw geboren, en ervaart geen enkele discrepantie tussen sekse en gender, net zoals 99,9 procent van de mensen geen enkele discrepantie ervaart tussen met twee benen geboren worden en als tweebener door het leven gaan. Maar het wokedogma is dat gender een keuze is, door zelfidentificatie, uit een continuüm dat van vrouw naar man loopt – of zelfs uit nog meer keuzedimensies die niets meer met sekse te maken hebben.
Daar zeggen de Stanford-onderzoekers dit over: ‘Het is van belang dat het gebruik van zwakkere algoritmes [bij het analyseren van de MRI-scans] geleid heeft tot de onjuiste conclusie dat slechte classificatie een teken is van een continuüm in de functionele organisatie van het brein in mannen en vrouwen. Onze resultaten leveren de tot nu toe meest overtuigende en algemene weerlegging van deze continuümhypothese.’
Conclusie: er bestaat ook qua hersenen een duidelijke tweedeling in mannen en vrouwen. Een MRI-scan zou dus een welkome aanvulling zijn op het diagnostische traject voor kinderen en pubers die denken – of aangepraat wordt – dat ze in het verkeerde lichaam geboren zijn en dat lichaam onherstelbaar moeten laten verbouwen omdat het dan beter bij hun gender zou passen.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schreef De Stikstoffuik, het boek dat ontleedt hoe Nederland in de greep van activistische ecologen raakte en zichzelf zo als enige land ter wereld een ‘stikstofcrisis’ bezorgde. Hij bereidt nu een boek voor over de Nederlandse energietransitie.
Wynia’s Week viert het vijfjarig bestaan. Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee – ook in 2024?