Ook geldgiganten moeten onze landsverdediging steunen. Waar blijft de financiering van defensiebedrijven?

menno
‘Parcom, een Nederlandse durfinvesteerder, koopt Robin Radar, een snel expanderende ontwikkelaar van detectie van vogelzwermen én drones.’ Beeld: robinradar.com.

Is het soms een taboe-onderwerp?

De Nederlandse financiële wereld steekt, met een enkele uitzondering, geen kapitaal in Nederlandse bedrijven die (deels) in de defensie-industrie werken. Waarom? Moeten onze landsverdediging en veiligheid niet ook een prioriteit zijn van banken, verzekeraars en pensioenfondsen die zeggen dat ze maatschappelijk verantwoord beleggen en positieve impact willen hebben op de samenleving?

Al jaren klagen bedrijven die hard- en software produceren voor defensietoepassingen over de weerzin bij financiers om geld op tafel te leggen. In de top van de krijgsmacht klonk een vergelijkbaar geluid.

Gemakzucht

Maar langzaam ontwaakt Nederland uit de droom van het vredesdividend na de val van de Berlijnse muur (1989) en de gemakzucht dat defensie niet meer dan een prikkie hoeft te kosten. Want de Verenigde Staten schieten ons in nood wel te hulp.

Dat is een verkeerde afweging. De landsverdediging is een van de klassieke overheidstaken naast rechtspraak en handhaving van de openbare orde en onze grondrechten. In de eerste Rutte-jaren verslonsde de krijgsmacht.

Andere overheidsuitgaven (gezondheidszorg, sociale regelingen) waren belangrijker. Of er moest bezuinigd worden, zoals in Rutte-I. Minister van Defensie Hans Hillen (CDA) kreeg de opdracht tot een miljard euro extra te bezuinigen. Hij wilde terugkrabbelen en kreeg een woedende Rutte aan de telefoon. ‘Ik accepteer dit niet.’ Ruttes wil was wet. De defensiebegroting kreeg de genadeklap.

Het langzame ontwaken is niet onze eigen keus geweest. Externe schokken hebben Nederland en Europa wakker geschud. Eerst de inval van Rusland in Oekraïne. Nu de stembusoverwinning van Donald Trump. Je kunt ach en wee en schande roepen over zijn presidentschap, maar feit is dat hij verwoordt én uitvoert wat al heel lang de stemming in Washington is. De Europeanen in de NAVO zijn eerstverantwoordelijk voor de verdediging van Europa.

2 procent is niet genoeg

Het kabinet-Schoof heeft inmiddels extra miljarden uitgetrokken voor de defensie. Nederland voldoet daardoor voor het eerst in jaren aan de minimale eis van het NAVO-bondgenootschap om 2 procent van onze welvaart (totale productie van goederen en diensten) te besteden aan defensie. Dat kostte  moeite.

Maar 2 procent is met Trump als commander in chief van de Amerikaanse strijdkrachten niet genoeg. Ga er maar vanuit dat de defensiebegroting omhoog moet, naar 3 procent bijvoorbeeld. Meer geld voor hardware (onderzeeboten, tanks, munitie), voor software (opleiding, scholing én rekrutering van manschappen) én voor technologie.

Veelbelovend

De categorie technologie is nog klein, maar veelbelovend. Veelbelovend voor defensie, maar óók voor Nederland als technologische en economische marktplaats. Waar hebben de bedrijven in de defensietechnologie behoefte aan? Opdrachten, kennis en kapitaal.

De opdrachten komen van de overheid, de kennis van bedrijven zelf en van universiteiten en voor het kapitaal kijk je vanzelfsprekend naar particuliere financiers. Maar daar faalt de geldwereld. In arren moede heeft de overheid onlangs de regie én de financiering overgenomen.

Overheid wordt durfkapitalist

Anderhalve maand geleden gaf staatssecretaris Gijs Tuinman van Defensie (BBB) meer details over een apart investeringsfonds van Defensie, het zogeheten SecFund. Er gaat 100 miljoen euro in dat SecFund dat risicodragend kapitaal moet steken in technologische bedrijven die producten maken voor civiele én militaire doeleinden. Denk aan drones, radarsystemen om drones te detecteren en cyberveiligheid.

De uitvoering komt in handen van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, zodat er een landelijk dekkend financieringsnetwerk is. De BOM, de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij, neemt de leiding. De BOM heeft als investeerder in de hightech in en om Eindhoven de meeste ervaring.

Wie had dat gedacht van Rutte?

Wat Nederland hier doet, is een kopie van wat de NAVO in het groot al heeft gerealiseerd. Sinds 2021 is in Amsterdam het NATO Innovation Fund gevestigd. Goed voor 1 miljard euro kapitaal. Het fonds steekt zijn vermogen in gespecialiseerde investeringsfondsen en bedrijven in de (militair/civiele) technologiesector. Een Nederlands bedrijf is er (nog) niet bij.

Wie had dat gedacht? Mark Rutte, die in 2010 de defensiebegroting de genadeklap gaf, is nu als secretaris-generaal van de NAVO een grote durfkapitalist.

Niet alleen de overheid komt in actie. Verrassend is dat ook een enkele serieuze particuliere kapitaalverschaffer de potentie ziet. Parcom, een Nederlandse durfinvesteerder, koopt Robin Radar in Den Haag, een snel expanderende ontwikkelaar van detectie van vogelzwermen én drones. Doel van de overname: een sterkere kapitaalbasis voor uitbreiding.

Het kan dus wel, privaat geld voor civiel-militaire technologie. Hoe begrijpelijk en realistisch de overheid als durfinvesteerder met 100 miljoen ook is, het is ook een afgang voor de Nederlandse financiële wereld.

Verheven doelstellingen

Banken, verzekeraars en zeker pensioenfondsen schermen met hun verheven doelstellingen, zoals diversiteit, duurzaamheid, biodiversiteit, ethisch beleggen en positieve impact op de samenleving (geld voor woningbouw).

Lang niet allemaal slecht, maar er mist iets. Het kapitaal moet ook met beide benen op de grond staan. Boots on the ground, zoals ze dat in het leger zeggen. Kapitaal steken in bedrijven voor onze landsverdediging is géén fout geld. Pensioengigant ABP dat de oude dag financiert van het militaire personeel, steunt bijvoorbeeld wel beleggingen in woningbouw, maar niet in defensiebedrijven. Dat kan niet meer. Einde oefening.

Nederland heeft niets aan geldgiganten die afzijdig blijven à la het ‘gebroken geweertje’, het symbool van weerzin tegen defensie in de jaren dertig van de vorige eeuw. Met Poetin in Oekraïne en Trump in het Witte Huis moeten Nederland én de geldwereld de portemonnee trekken.     

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!