Ook Aegon zegt: ik vertrek. Maar waarom kan niemand dat wat schelen?

aegon
Aegon-reclame in Rotterdam. Beeld: Wikipedia Commons.

Elk tijdperk heeft wel een grote Nederlandse onderneming die kenmerkend is voor die periode. Vandaag de dag is dat chipmachinefabrikant ASML in Veldhoven. ASML is een cruciale schakel in de digitalisering van alles en iedereen en een pion in de technologie- en machtsstrijd tussen de VS en China. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was scheepsbouwconcern Rijn-Schelde-Verolme zo’n boegbeeld. RSV was als het ware de belichaming van de toenmalige industriepolitiek waarin ministers steeds weer leningen en garanties gaven om banen te redden, met faillissement als sluitstuk.

Verzekeraar Aegon, en dan ben ik terug in het hier en nu, kenmerkte het slot van de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig. Dat was het tijdperk dat topmanagers uit het verdomhoekje van de linkse jaren zeventig durfden te komen. Winst maken, geld verdienen – het mocht weer. Op de effectenbeurs werd je gulden een daalder waard. Dat was ook de wereld van Aegon, want grote verzekeraars zijn grote beleggers. Wie het hoofdkantoor van Aegon in Den Haag inliep, kon het niet missen: het elektronische bord met de beurskoers. Daar deed het concern het voor. Voor de beurskoers. Voor zijn aandeelhouder.

Aegon zette de trend

Zo is er wel meer dat Aegon zo kenmerkend maakte. Aegon is de fusie in 1983 van Ago en Ennia. Dat werd een trend: branchegenoten samenvoegen, kosten besparen door overlappende activiteiten te schrappen en (hoofd)kantoren te sluiten. ABN Amro zou later hetzelfde doen.

De naam Aegon was pure fantasie. Het betekende niks, maar kreeg alom navolging. Fantasie was de nieuwe realiteit in fusieland. Van Fortis tot Vopak. Van Ziggo tot Odido.  

Aegon had de topmanagers die bij het tijdperk pasten. Jaap Peters die zakelijk en nuchter de belangen van de aandeelhouder behartigde. Kees Storm die zoals meer Nederlandse concerns (ABN Amro, Ahold, Numico, ING) grote overnames deed in de Verenigde Staten, maar ‘zijn’ Transamerica in 1999 was de grootste: ruim 8 miljard euro. Vanwege die Amerikaanse connectie was toenmalig Aegon-chef Alex Wynaendts in 2018 een van de vijf topmanagers die minister-president Mark Rutte meenam naar zijn bezoek aan president Donald Trump.

In dat decennium raakte Aegon zelf de weg kwijt. De lage rente en veranderingen in Amerikaanse wetgeving speelden het bedrijf parten. In Nederland verslechterde de markt (woekerpolissen). Het aandeel Aegon had zijn glans verloren. Nieuwe tijden, nieuwe topman, Lard Friese van concurrent NN.

Onder zijn leiding zegt Aegon: ik vertrek. Aegon heeft vorige week zijn juridische zetel naar Bermuda verplaatst. Verrassend. Bermuda gold altijd als belastingparadijs en een vestigingsplaats waar je wat uit te leggen had.

Toch trok het vertrek weinig aandacht. In het politiek populaire thema ‘brede welvaart’ zijn politici en media kennelijk meer geïnteresseerd in breed (bestaanszekerheid, minimumloon, armoedebestrijding) dan in de welvaart die bedrijven scheppen. Bovendien staan grote ondernemingen politiek slecht te boek. Niet schragen, maar belasten (banken, inkoop aandelen).

De ik-vertrek-stroom begint op te vallen

Wat is er zo aantrekkelijk aan Bermuda? Het (fiscale) klimaat? Lichter toezicht? Aegon heeft geen verzekeringsactiviteiten in Nederland meer. Die zijn inclusief personeel vorig jaar verkocht aan ASR Nederland. In ruil daarvoor kreeg Aegon 2,2 miljard euro en 29,99 procent van de aandelen ASR. Maar zonder serieuze verzekeringsactiviteiten in Nederland is er ook geen toezicht meer nodig van De Nederlandsche Bank. Dat is nu opgelost. De verzekeringstoezichthouder op Bermuda neemt dat werk over.

Aegon wil de opbrengst van zijn verkochte Nederlandse dochterbedrijf investeren in de VS. Aegon heeft daar onvermoede kansen ontdekt, kansen die lokale verzekeraars kennelijk (nog?) niet geëxploiteerd hebben. Mij komt dat wat vreemd voor. De Amerikaanse markt is immens en dan heeft uitgerekend een verzekeraar in Den Haag iets gezien dan anderen gemist hebben?

Ondertussen begint het wel op te vallen, de ik-vertrek-stroom. Shell en Unilever hebben zich geconcentreerd in Londen. DSM heeft een Zwitsers bedrijf gekocht en is Zwitsers geworden. Aegons hoofdkantoor blijft wel in Nederland, maar hoe praktisch is dat, als het zwaartepunt in de VS ligt? Mijn prognose: ook het hoofdkantoor vertrekt na de volgende overname in de VS.

Aegon blijft ook fiscaal in Nederland gevestigd. Mooi, denk je dan, fijn dat men niet vergeet waar zijn wortels liggen. Maar dan de cijfers. In 2022 verdiende Aegon een bedrijfsresultaat van 1,9 miljard euro, maar de winstbelasting in Nederland was een miezerige 3,4 miljoen euro. Anders gezegd: Aegon is al lang blij in het fiscaal aantrekkelijke belastingparadijs Nederland. Daarvoor hoef je niet naar Bermuda.

Aegon blijft ook deel uit maken van de AEX index, de toonaangevende graadmeter van de Nederlandse beurs. De AEX is een zogeheten gewogen index van 25 bedrijven: hoe groter de marktaarde van het bedrijf en hoe meer beurshandel, hoe zwaarder het aandeel meeweegt in de AEX.

De AEX stamt uit de tijd dat Amsterdam, met de nieuwe Optiebeurs (1978) onder leiding van de recent overleden Tjerk Westerterp, een Europees financieel centrum wilde worden. Deze ambitie is verlaten. De uitverkoop van Nederlandse bedrijven en de ik-vertrek-stroom hebben de AEX sindsdien onherkenbaar gewijzigd.

De AEX is nog net geen hangplek van buitenlandse holdings

Als je kijkt naar de samenstelling en de weging dan bestaat de index na Aegons vertrek voor 49,75 procent uit buitenlandse bedrijven. De meeste daarvan ondernemen geen noemenswaardige Nederlandse activiteiten. Alleen dankzij zwaargewicht ASML zijn de Nederlandse bedrijven nog net iets groter en zakt de AEX niet af tot het bedenkelijke niveau van een hangplek van buitenlandse holdings.

Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!