Onderscheid maken tussen vluchtelingen: goed idee, maar waarom komt de VVD er nu pas mee?
Het was duidelijk dat de tactiek van premier Mark Rutte om problemen vooruit te schuiven in de hoop dat ze vanzelf verdwijnen bij het asielbeleid niet zou werken. Dan had zijn eigen partij VVD in het niet moeten verdwijnen.
In augustus 2022 was er al opstand in de VVD uitgebroken over het asielbeleid van de regering. Dat ging toen nog over de dwang die het kabinet aan gemeenten wilden opleggen om voor noodopvanglocaties te zorgen. De VVD wilde daar alleen aan meewerken als de groei van het aantal asielzoekers zou worden beperkt. Rutte zei dat hij daar wel mogelijkheden voor zag. Welke mogelijkheden dat waren, bleef lang geheim.
In het coalitieakkoord van Rutte IV konden we ook weinig vinden over noodscenario’s voor het asielbeleid. Dat akkoord blonk niet uit door strengheid. Lees nog maar eens de eerste zin over asiel: ‘In Nederland is er altijd ruimte om mensen op te vangen die op de vlucht zijn voor oorlog, geweld en vervolging’.
Hoe kon de VVD hiermee instemmen?
Hoe kun je dit anders lezen dan als het ongeremd openzetten van de grenzen? Ook bevat deze zin geen spoor van een mogelijk onderscheid tussen vluchtelingen met een A-status (vervolging) en een B-status (oorlog en geweld). Hoe kon de VVD dan met die zin instemmen?
Misschien door de volgende clausule uit het coalitieakkoord: ‘In het geval van een humanitaire crisis of een fors hogere instroom van mensen die in Nederland asiel aanvragen, werken we samen met gelijkgezinde en ons omringende landen op het gebied van bewaken van de grenzen, relocatie en verdere operationele samenwerking. Daarmee hebben we een mechanisme om in tijden van crisis adequaat op te kunnen treden.’
Die fors hogere instroom hebben we gekregen, maar de Europese grenzen worden niet bewaakt, we werken niet samen met ons omringende landen en van relocatie is ook nauwelijks iets te merken.
Het is nu bijna een jaar na de ‘opstand’ van de VVD-fractie. We hebben begin dit jaar de motie van Joost Eerdmans (JA21) gehad waarin de regering werd verzocht samen met de Deense regering te bevorderen dat de asielopvang en asielprocedures naar partnerlanden buiten de EU wordt verplaatst. Deze motie werd door de Kamer aanvaard.
Rutte heeft daarna voor die Europese weg gekozen. Een oud voorstel van de Europese Commissie om de asielprocedure in ‘derde landen’ uit te voeren werd weer eens uit de kast gehaald. De Europese Commissie en de Europese Raad blonken tot op heden vooral uit door geen besluiten te nemen over asielzaken. Maar een asieldeal met Tunesië lijkt dan toch ophanden, tot tevredenheid van de VVD-fractie.
Of een asieldeal tot een opdroging van de stroom asielzoekers zal leiden, is natuurlijk de vraag. Mensensmokkelaars laten zich niet door een asieldeal tegenhouden. Als in Tunesië de route naar het beloofde land stopt, kiezen zij voor een andere route, over Libië bijvoorbeeld. Want ook al kiezen asielzoekers vrijwillig voor Libië als opstap naar het Europese walhalla, de EU kan ze niet terugsturen, want Libië is geen veilig land.
De EU heeft een grensbewaker die de grens niet mag bewaken
Er is evengoed iets ongerijmds aan de hand met asieldeals met derde landen. Als die derde landen asielzoekers tegenhouden, is dat in overeenstemming met de ‘deal’. Maar zodra asielzoekers Europa naderen en zouden worden tegengehouden door de Europese grensbewaker Frontex, heet dat een pushback en is dat illegaal vanwege het zogenaamde non-refoulementverbod. De EU heeft dus een grensbewaker die de grens niet mag bewaken, want Frontex mag niemand tegenhouden.
Het lijkt mij voldoende reden om sceptisch te zijn over Europese oplossingen van de voortwoekerende asielcrisis. Of dat de reden is dat de VVD bij zijn premier om beperking van de asielinstroom is blijven vragen, is mij niet duidelijk. Misschien speelt mee dat de asielinstroom met 900 tot 1000 per week hoog blijft, al is die instroom dan wel iets lager dan vorig jaar.
Misschien is een reden dat Eric van der Burg, VVD-staatssecretaris van Asiel en Migratie, wrevel blijft opwekken in zijn eigen partij. Hij is te veel een bewindsman (geweest) die keurig netjes de regels volgt zonder iets te willen doen aan de wassende asielinstroom.
Mark Rutte dacht het probleem weg te kunnen masseren
Dat had hij natuurlijk niet van een vreemde. Rutte heeft het strenge VVD-verkiezingsprogramma over asiel in de onderste la opgeborgen om maar te kunnen regeren. Hij was bereid dit moeilijke onderwerp weg te masseren. Over een verschillende status voor asielzoekers staat daarom niets in het coalitieakkoord.
Is het dan een wonder dat D66 en ChristenUnie zich overvallen voelden toen Rutte een mogelijk onderscheid in A-status en B-status voor asielzoekers uit zijn hoge hoed toverde? Zeker, maar deze partijen hadden ook wel enig oog kunnen hebben voor de strategie die asielzoekers kennelijk toepassen.
Het schijnt dat kinderen erop uit worden gestuurd om de EU binnen te komen, want die kinderen zullen ongetwijfeld een grotere kans hebben om een asielstatus te krijgen dan hun ouders. Vervolgens komen die ouders op basis van het recht op gezinshereniging met hun verdere kinderschare naar de EU.
Aan die kinderschare zijn eventueel nog andere ouders verbonden die met hun nakomelingen dan ook recht op hereniging krijgen. Zo zouden achter een enkel kind vele volwassenen en kinderen schuil kunnen gaan die dankzij het recht op gezinshereniging het beloofde land mogen betreden. Ik zou dit een vorm van kindermisbruik noemen, maar voor de ChristenUnie is dit kennelijk geen reden om gezinshereniging ter discussie te stellen.
Sowieso zijn de pro-asielpartijen D66 en Christen naïef als het om de motieven van asielzoekers gaat. 50 procent van de vluchtelingen heeft geen geldig asielmotief, blijkt uit statistieken die de Europese Commissie geregeld publiceert. De helft van de asielzoekers die de EU bereiken voldoen dus niet eens aan de ruime EU-definitie van een vluchteling. Waarom zou Nederland dan niet strenger mogen selecteren om de toeloop beheersbaar te houden?
Het zou al een grote vooruitgang zijn als er alleen onbeperkt asiel wordt verleend aan vluchtelingen die voldoen aan het criterium van het Verdrag van Genève. Dat zijn asielzoekers die op basis van hun geloof, ras of overtuiging vervolgd dreigen te worden in hun eigen land. Dit zijn precies de asielzoekers die volgens de laatste voorstellen die in de coalitie rondgingen de A-status zouden krijgen – en dus recht hebben op gezinshereniging. Asielzoekers die bijvoorbeeld voor een oorlog zijn gevlucht krijgen slechts een B-status met een tijdelijke verblijfsvergunning zonder recht op gezinshereniging.
D66 en ChristenUnie hadden alle recht om nee te zeggen
Maar, inderdaad, D66 en de ChristenUnie waren op geen enkele manier gebonden aan dit voorstel en hadden dus alle recht er nee tegen te zeggen. Vooral voor de ChristenUnie schijnt gezinshereniging heilig te zijn. Deze partij is ook nog eens expliciet enthousiast over een belangenorganisatie als VluchtelingenWerk Nederland, die geen enkele rem op asielinstroom wenst te zetten.
Je vraagt je kortom af of de coalitiepartijen dat idee van A-statushouders en B-statushouders niet eerder hadden kunnen bespreken, bij voorkeur tijdens de formatieonderhandelingen. Dan was direct duidelijk geworden dat de regeringsploeg op dit onderwerp niet levensvatbaar was.
Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat het maken van onderscheid tussen A- en B-status de ultieme oplossing van de asielkwestie is. Want het maken van dat onderscheid kan leiden tot praktische problemen, zoals oplopende achterstanden bij de beoordeling en een hogere werkdruk van de beoordelaars.
Het kan ook contraproductief uitpakken
In dat geval zou de neiging om slechts marginaal te toetsen kunnen toenemen, met als gevolg dat meer asielzoekers worden doorgelaten en ze eerder een A-status krijgen. Wanneer de regering niet zorgt voor voldoende beoordelingscapaciteit, kan het werken met verschillende vluchtelingenstatussen dus contraproductief uitpakken.
Harrie Verbon is emeritus-hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. Zie hier zijn blog.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!