Omtzigts zorgen over het importeren van culturele diversiteit zijn volkomen terecht
Pieter Omtzigt gaf deze week in de Rode Hoed in Amsterdam de HJ Schoo-lezing, de jaarlijkse lezing die het organiserende EW als een soort opening van het parlementaire seizoen presenteert en die vernoemd is naar de oud-hoofdredacteur die zichzelf als een ‘neo-conservatief’ afficheerde. Hoe conservatief was het verhaal van Omtzigt?
Zijn betoog was vintage Omtzigt, een proeve van de politieke stijl die tot zijn breuk met het CDA leidde en tot de oprichting van zijn NSC, de partij die vorig jaar twintig zetels behaalde, die de formatie van een nieuw kabinet vooral voortdurend problematiseerde, maar die desondanks inmiddels deel uitmaakt van het ‘extra-parlementaire’ kabinet dat Nederland gaat besturen.
Nu wordt alles anders
Die stijl van Omtzigt is eigenlijk hoogst eenvoudig: rechtlijnig en rationeel. Zich baserend op statistieken, grafieken en cijferlijstjes stelt Omtzigt een probleem vast. Vervolgens herinnert hij aan alle rapporten die in het (verre) verleden zijn gepresenteerd – rapporten die het door Omtzigt gesignaleerde probleem ook al signaleerden en allerlei concrete oplossingen suggereerden.
Politici hebben al die inzichten en oplossingen genegeerd – waarom dat zo is, wordt niet zo duidelijk. Maar hoe dan ook, nu wordt alles anders. NSC gaat het nieuwe kabinet eraan houden dat het al die oplossingen nu ook daadwerkelijk gaat realiseren. Daar kunnen we hem dan weer aan houden.
Wat daarbij opvalt is het haast grenzeloze vertrouwen in het oplossende vermogen van de overheid. De overheid moet de regie herpakken, dwars tegen de neo-liberale onverschilligheid van de afgelopen decennia in, dwars ook tegen de ondoordachte overdracht van bevoegdheden aan Brussel in.
Een mede-bezoeker vertrouwde mij toe dat Omtzigt hem voorkwam als een nieuwe Gerard Veldkamp (1921-1990), de KVP-politicus die als minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid belangrijke wetten tot stand bracht zoals de Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet, de Wet sociaal minimum, de Wet op de arbeidsongeschiktheid en de Wet Werkloosheidsvoorziening. Hij liet zich bij dit alles inspireren door de overweging dat een royale verzorgingsstaat het beste verweer tegen de aantrekkingskracht van de rooien in de politiek vormt.
Personalisme
In ieder geval maakt de HJ Schoo-lezing overduidelijk dat Omtzigt, een Twentse katholiek, zelf ook uit de KVP-bloedgroep binnen het CDA afkomstig is. Aan het slot van zijn betoog verwees hij wel naar de filosofie van het personalisme, een gedachtegoed dat de mens niet als individu benadert maar als persoon die onderdeel uitmaakt van een gemeenschap en daaraan dienstbaar wil zijn.
Solidariteit en betrokkenheid zijn belangrijke begrippen in deze ideeënwereld, en zij pleegt gepaard te gaan met vertrouwen in het ‘probleemoplossend vermogen’ van de samenleving, onafhankelijk van de overheid. Maar dat is nu precies de gedachte die bij Omtzigt – althans in deze lezing – niet is uitgewerkt.
Een delicaat onderwerp
Interessant werd het vooral toen Omztigt het probleem van de migratie aankaartte. Hij paste die kwestie in een groter verhaal over de demografische ontwikkelingen. Dat is een delicaat onderwerp. We weten allemaal dat er in Nederland (en vele andere Europese landen) nog maar weinig kinderen worden geboren: het aantal kinderen per vrouw is bij ons gedaald naar 1,43 (het laagste niveau sinds 1901). Iedereen begrijpt dat dit cijfer niet onproblematisch is.
Maar het wordt toch wat ongemakkelijk als politici mensen gaan aanmoedigen om meer kinderen te krijgen, zeker wanneer de redenen van puur pragmatische en utilistische aard zijn. Kinderen worden geboren ‘uit openheid voor en vreugde aan het leven’, zoals mede-katholiek en pastoor Jan-Jaap van Peperstraten op X terecht opmerkte. Alhoewel het tegelijkertijd ook best een goede gedachte zou zijn als allerlei zaken die jonge mensen belemmeren bij het vormen van een gezin, uit de weg zouden worden geruimd.
Toekomstige asielstromen
Maar daar had Omtzigt het allemaal niet over. Aan de hand van een heldere grafiek liet hij zien dat onze bevolking krimpt. Die krimp is vooralsnog beperkt maar neemt wel toe. Tegelijkertijd is er sprake van een sterk stijgend migratieoverschot. Dit scenario zorgt natuurlijk voor problemen. Want dit betekent het een en ander voor woningen, voor de economie en de arbeidsmarkt, voor het onderwijs, voor de zorg.
Elders groeit de bevolking explosief. In Ethiopië en ook in Congo werden vorig jaar meer kinderen geboren dan in alle 27 landen van de Europese Unie samen. In Nigeria werden meer dan twee keer zoveel kinderen geboren als in alle EU-landen samen. Deze cijfers hebben een zekere voorspellende waarde voor toekomstige asielstromen.
En hier schrok het journaille wakker. Hoorden we hier een extreem-rechts hondenfluitje, dat waarschuwde voor de omvolking van het blanke Europa door hordes zwarte immigranten uit Afrika? Dat is blijkbaar het niveau van parlementaire journalisten en de Leo Lucassens van deze wereld. Een fatsoenlijk en constructief voorstel om ergens eens over na te gaan denken, op de klank af wegzetten als een radicale ‘coming-out’. Een debat dat hierover – over die demografische ontwikkelingen en over hardnekkige problemen die hiermee samenhangen en op elkaar inwerken – met urgentie moet worden gevoerd, wordt op deze manier bij voorbaat onmogelijk gemaakt.
Afhankelijke schaapjes
En op dit punt stak dan toch de conservatief in Omtzigt weer even de kop op. Niet alleen omdat hij bereid is een kwestie te benoemen die tot nog toe bewust en stelselmatig wordt genegeerd, maar ook omdat zijn zorgen over deze kwestie duidelijk maken dat hij oog heeft voor de kwetsbaarheid van het maatschappelijk weefsel. Immigratie, het importeren van culturele diversiteit, tast immers de basis van vertrouwen aan die het fundament van zowel de overheid als de markt vormen. In de personalistische filosofie althans – en de verwijzing daarnaar aan het einde van Omtzigts betoog had daarom een wat minder plichtmatig karakter moeten hebben.
Dan zou ook wat meer hebben doorgeklonken dat juist die dominante rol van de staat een bedreiging van de samenleving vormt. Een samenleving die alle taken en verantwoordelijkheden aan de overheid overdraagt, verandert in een kudde afhankelijke schaapjes, zonder levenskracht of de moed om zelf te denken. En dat moet Omtzigt nu juist willen vermijden.
Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!