Olympische parodie getuigt van een dubbele standaard
Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs was een parodie te zien op een muurschildering van Leonardo da Vinci: de wereldberoemde afbeelding van de twaalf apostelen die ‘Het Laatste Avondmaal’ delen met Jezus Christus voor zijn kruisiging. De parodie werd verzorgd door onder meer dragqueens, een trans model en een halfnaakte zanger.
De voorstelling schoot sommige christenen en politici in het verkeerde keelgat. Van orthodoxe christenen die tegen travestieten en transgenders zijn, is dat wellicht te begrijpen, maar ook progressievere gelovigen tekenden protest aan. Nu zou ik de performance zelf ook onsmakelijk noemen, puur om esthetische redenen, maar esthetiek is niet relevant in de kunst wanneer het om woke gaat.
Een muurschildering kan niet heilig zijn
Tweede Kamerlid Don Ceder van de ChristenUnie typeerde de voorstelling als ‘ontheiliging’. Hij zag daarbij over het hoofd dat het ging om een parodie op een muurschildering die – hoe fantastisch mooi ook – in christelijke zin moeilijk heilig kan worden genoemd. De ontheiliging heeft waarschijnlijk meer te maken met de parodie op zichzelf: Jezus en zijn volgelingen uitgebeeld door dragqueens, een trans model en een halfnaakte zanger. Is de ChristenUnie daarmee tegen travestieten of transgenders? Of is dat niet het geval, zolang Jezus maar niet als ‘zoiets walgelijks’ wordt weggezet?
Details over Jezus’ seksuele geaardheid en genderidentiteit zijn helaas moeilijk vast te stellen, want betrouwbaar bronnenmateriaal over zijn leven is schaars. Algemeen wordt verondersteld dat hij een vrijwillig celibataire man was. Hoewel bijvoorbeeld het prachtige schilderij Magdalena Penitente van Domenico Tintoretto en de bijzondere rol van Maria Magdalena in het leven van Jezus ook de vraag zou kunnen oproepen of Jezus wellicht homoseksueel is geweest. We zullen het nooit weten.
Ceder vindt het laf ‘dat (opnieuw) christenen het mikpunt zijn van bespotting’. Daar is niks lafs aan. Alles mag worden bespot, dat is zelfs een goede zaak. De monotheïstische religies genieten op dit punt allerlei privileges die het seculiere humanisme niet heeft.
Gelukkig erkent Ceder dat de parodie juridisch toelaatbaar is en moet zijn. En, zegt hij op X: ‘Als je echt moedig en risqué wilt zijn en de vrijheid van expressie wil benadrukken, had je ook andere religies kunnen bespotten. Denk aan de islam of hindoeïsme etc.’
Christendom hoeft niet ontzien
Inderdaad. Met name de islam wordt onmiskenbaar ontzien als het gaat om bekritisering en bespotting. Ceder heeft gelijk wanneer hij stelt dat islam het eerste mikpunt van religieuze bespotting zou moeten zijn, maar dat hoort niet te leiden tot het ontzien van het christendom. Ceder flirt op X overigens slechts kort met de gedachte om het vizier op de islam te richten, want hij snapt ‘heel goed waarom’ dat niet gebeurt en hij ‘moedigt dat ook niet aan’.
Het aardige is dat de wokisten in de organisatie van de Olympische Spelen hier een koekje van eigen deeg krijgen. Ik kan me niet herinneren dat christenen eerder zo hoog van de toren bliezen in bewoordingen die ook door moslims worden gebruikt wanneer de islam wordt bespot.
PVV-leider Geert Wilders sloeg de spijker beter op z’n kop dan Ceder. ‘Wat heeft deze woke onzin in hemelsnaam met de Olympic Games te maken?’ vroeg hij zich af op X. Vervolgens raakte hij de kern van het probleem: ‘So mocking Christianity is ok but when I publish some Muhammad cartoons the left cries blasphemy and radical imams issue fatwas. Double standards of the worst kind.’
VVD-Tweede Kamerlid Ulysse Ellian liet zich op X in soortgelijke bewoordingen uit: ‘Leuk of niet, de essentie van vrijheid van expressie is dat je andermans religie belachelijk mag maken en over smaak valt gelukkig te twisten. Punt is natuurlijk wel dat men dit niet durft te doen met Mohammed of de Koran want dan was de wereld letterlijk te klein geweest…’
Dat is een verschil met wat Ceder zegt. Wilders en Ellian vinden niet dat het christendom, of welke religie dan ook, ontzien moet worden. Spot hoort bij het vrije woord. Wel lijken Ceder, Wilders en Ellian elkaar te vinden als het gaat om hun vermoeden dat de organisatoren van de Olympische Spelen hun leven niet zeker waren geweest als de parodie betrekking had gehad op Mohammed en zijn volgelingen. Frankrijk zou dan vermoedelijk te maken hebben gekregen met een nieuwe aanslagenreeks door islamitische terroristen.
Een politiek-ideologische uiting
De parodie op de muurschildering van Leonardo da Vinci was een politiek-ideologische uiting. Waarschijnlijk moesten LHBTIQ+-belangen prominent en herinneringswaardig in beeld komen bij de opening van de Olympische Spelen. Esthetisch verantwoord hoefde de voorstelling niet te zijn: de vele politiek correcte kijkers zouden sowieso wel klappen en juichen.
Tony Estanguet, de voorzitter van het organisatiecomité, zei tegen Sky Sports dat het zijn bedoeling was ‘reflectie aan te wakkeren’. ‘En tegelijkertijd wilden we een scène creëren waarin onze waarden en principes naar voren kwamen. We wilden een duidelijke boodschap meegeven. Natuurlijk hebben we het internationale karakter van de Spelen in acht genomen. Maar dat gezegd hebbende: het is een Franse ceremonie voor de Spelen in Frankrijk. We hebben in Frankrijk vrijheid van meningsuiting en dat wilden we uitdragen.’
Maar als Estanguet en zijn organisatiecomité zo graag de Franse vrijheid van meningsuiting wilde uitdragen, waarom kozen ze dan níet voor het tonen van de Mohammedcartoons van Charlie Hebdo, het nota bene in Parijs gevestigde satirische weekblad waarop in 2015 een bloedige islamitische aanslag werd gepleegd met twaalf doden?
Uit pure angst. Wat wat we zagen bij de openingsceremonie was niet het uitdragen van de vrijheid van meningsuiting, maar het zwichten voor agressieve minderheden. Wat eigen is aan het Westen mag maximaal worden bespot, maar het vreemde niet. Of concreter: het christendom mag met de vloer worden gelijkgemaakt, maar over de islam geen kwaad woord. Wilders en Ellian hebben gelijk: dat is een dubbele standaard.
Van Bart Collard verscheen in 2023 ‘Het recht op misinformatie’. Het boek is overal te koop en te bestellen, zoals ook in de winkel van Wynia’s Week. Kijk HIER.
De donateurs maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!