Nostalgisch mijmeren over vroeger is goed voor u

Menig entertainmentjournalist is het al opgevallen: het lijstje met bekende Nederlanders die ons in de eerste maanden van 2025 ontvielen, is lang. Een greep:
Willem van Kooten (83) alias diskjockey Joost den Draaijer, de bedenker en eerste presentator van de Nederlandse Top 40.
Zangeres en presentatrice Manuëla Kemp (61), vooral bekend van de tv-programma’s Maan bij nacht en De vrienden van Amstel.
Presentator Ron Brandsteder (74), verantwoordelijk voor kijkcijferhits als de Showbizzquiz en Ron’s Honeymoonquiz.
Presentatrice Dieuwertje Blok (67), die 23 jaar het boegbeeld was van het Sinterklaasjournaal.
Zanger Rob de Nijs (82), die hits scoorde als Ritme van de regen (1962), Dag zuster Ursula (1973), Malle Babbe (1975) en Alles wat ademt (1985).
Presentatrice Loretta Schrijver (68), die samen met Jeroen Pauw jarenlang het gezicht was van het RTL Nieuws.
Harmen Siezen (84), die tussen 1975 en 2002 talloze malen het NOS Journaal presenteerde.
Voormalig voetbalcoach Leo Beenhakker (82), die landstitels won met Ajax, Feyenoord en Real Madrid.
Symbolen van een generatie
De maatschappelijke impact van deze sterfgevallen mag niet worden onderschat, legde VU-hoogleraar psychologie Paul van Lange onlangs uit in De Telegraaf. ‘Ook als je die BN’ers persoonlijk niet gekend hebt, kunnen ze psychologisch heel dichtbij je gestaan hebben. Dan is het toch een soort verlieservaring. Denk bijvoorbeeld aan teksten van Rob de Nijs die wat met je gedaan hebben. Of de vrolijkheid van Loretta Schrijver, waardoor jijzelf ook wat vrolijker werd. Leo Beenhakker kon voor mensen het voorbeeld zijn dat je ver kunt komen als je ergens voor gaat. Tegelijkertijd toonde hij zijn emoties openlijk. Hij had zijn kenmerkende zucht als het niet goed ging, zoals met het Nederlands Elftal.’
Ook gevoelens van nostalgie kunnen dan hun kop opsteken, analyseerde Van Lange. ‘Sommige mensen zijn gewoon symbolen van een generatie. Als zij overlijden, kun je terugdenken aan mooie herinneringen uit het verleden, die vaak geromantiseerd worden. Toen je gezellig met je familie naar de prachtige concerten van Rob de Nijs ging bijvoorbeeld. Of dat je als kind altijd naar het Sinterklaasjournaal keek met Dieuwertje Blok. Zulke nostalgische gevoelens spelen in crisistijden een extra grote rol. En gezien de huidige wereldspanningen geldt dat nu natuurlijk ook. Dan kun je je onzeker en eenzaam voelen en kan het fijn zijn om terug te denken aan betere tijden.’
Nostalgie heeft in Nederland weleens een slechtere reputatie gehad. Want wie hoorde je pakweg veertig, vijftig jaar geleden beweren dat het heilzaam kan zijn om te mijmeren over vroeger?
Terugdenken aan de goede oude tijd was toen een bezigheid die werd geassocieerd met reactionaire bejaarden die de verworvenheden van de Moderne Wereld niet op hun juiste waarde wisten te schatten. Wie zich in hun kamp schaarde, maakte zichzelf bij voorbaat belachelijk. Op Archie Bunker leek je dan, of op boer Koekoek, of op die oom die bijna iedereen wel leek te hebben en die altijd beweerde dat we Indië hadden ‘verkwanseld’ en dat de jeugd ‘geen manieren’ meer kende. Als hij iets te diep in zijn jeneverglaasje had gekeken, zei hij vaak ook nog dat de zomers vroeger beter waren.
Sociologen deden in de jaren zestig en zeventig veel wetenschappelijk onderzoek naar dit type ‘achtergebleven’ landgenoten, waarschijnlijk omdat werd vermoed dat het een snel uitstervende mensensoort betrof die – voor het te laat was – nog gauw in kaart gebracht moest worden. Met behulp van een door de fameuze Duitse socioloog Theodor Adorno (1903-1969) ontwikkeld onderzoeksmodel werden ze getypeerd als ‘autoritaire persoonlijkheden’. Wie ‘ja’ zei tegen stellingen als ‘Er is nauwelijks iets verachtelijkers denkbaar dan een mens die geen grote liefde, dankbaarheid en eerbied voelt voor zijn ouders’ of ‘Gehoorzaamheid en eerbied voor het gezag zijn de belangrijkste deugden die men kinderen moet leren’, was al heel snel de klos.
Aangename uitwerking
De tijd dat wetenschappers zich zorgen maakten over sentimentele verlangens naar mensen, plaatsen, dingen of gebeurtenissen uit het verleden is voorbij. Psychiaters en psychologen hebben ontdekt dat veel mensen hun nostalgische gedachten en gevoelens koesteren omdat ze die, ondanks een zekere weemoed, als positief ervaren. Zelfs al is de aanleiding voor sentimentele herinneringen onaangenaam, de uitwerking ervan is dat meestal niet. De ellendige gevoelens van nu worden als het ware verzacht met behulp van de prettige gevoelens van toen.
Ook zijn nostalgische gevoelens – anders dan in de hoogtijdagen van Archie Bunker en boer Koekoek – niet meer per definitie ‘rechts’. Zo levert een avondje talkshows kijken al snel een bont palet op van politici, opiniemakers en cabaretiers die openlijk hun heimwee vertolken naar prepopulistische tijden, toen ontwikkelingshulp, asielzoekers en gedoogbeleid nog in hoog aanzien stonden en niemand nog had gehoord van Donald Trump of Geert Wilders.
Nostalgie zit anders dan vroeger niet langer in het verdomhoekje. Eigenlijk is dat een reden om minder nostalgisch te worden. Maar laten we het niet te ingewikkeld maken.
Roelof Bouwman is journalist, historicus en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!