Nog een nadeel van 18 miljoen Nederlanders: vluchten voor een dreigende ramp kan bijna niet meer
‘Not in my backyard’. Bewoners van Biddinghuizen, Dalfsen, Dronten, Hummelo, Weerselo, Zevenaar en Zoelen staan niet bepaald te juichen dat er in hun directe omgeving mogelijk een munitieopslagplaats van het ministerie van Defensie komt. Toch zal uit één van deze opties een keuze moeten worden gemaakt.
In een land met inmiddels bijna 18 miljoen inwoners en oprukkende bebouwing is het niet eenvoudig om zonder al te ingrijpende veiligheidsmaatregelen, zoals het verplaatsen van woningen en openbare gebouwen, voor een dergelijke defensievoorziening zeventig hectare vrij te maken.
Omwonenden denken bij het horen van de mogelijkheid dat ze zo’n opslag in de spreekwoordelijke achtertuin krijgen al bij voorbaat aan vluchtmogelijkheden, mocht de nood straks écht aan de man zijn.
Of het nu gaat om de dreiging van een aardbeving, een ontploffing, ontsporing van gevaarlijk stoffenvervoer of overstroming, uit deskundigenrapporten wordt het beeld duidelijk dat vluchten voor een dreigende ramp (bijna) niet meer kan in dit land. De kans dat je je bij overhaast vertrek vastrijdt in het op stel en sprong onbeheersbaar geworden evacuatieverkeer is levensgroot met alle daarbij behorende extra risico’s.
Wat opvalt bij de keuzelocaties uit de koker van Defensie voor een munitieopslagdepot: ze zijn niet gepland in het dichtbevolkte westen, uiteraard zou je zeggen, maar vooral in de nog landelijke oostelijke helft van het land.
Een levenslang trauma
Bij het op de kaart zetten van Weerselo, op slechts 19 kilometer afstand van Enschede, lijkt de datum van 13 mei 2000 te zijn vergeten. Op die dag ontplofte de vuurwerkfabriek S. E. Fireworks in de voormalige textielstad waardoor 23 mensen de dood vonden, honderden gewond raakten en bijna de hele woonwijk Roombeek, zo’n tweehonderd huizen, werden verwoest. Tal van nabestaanden hebben er een levenslang trauma aan overgehouden. En dan komt er het bericht van een munitiedepot ‘om de hoek’.
Het NOS Journaal bracht de schrik van een inwoonster van Toldijk (gemeente Hummelo in de Achterhoek) in beeld. Zij dacht toen ze het bericht las over de mogelijke komst van een munitieopslagplaats in eerste instantie aan een grap. Wie houdt er immers anno 2024 rekening mee dat jouw moderne, landelijk gelegen vrijstaande woning letterlijk van de kaart geveegd kan worden ten behoeve van een overheidsplan? Deze vrouw moet hebben gedacht: ‘we zijn China toch niet?’
Een evacuatie is nooit zeker
Ze leeft nu in de wetenschap dat plannenmakers van Defensie denkbeeldige veiligheidsringen hebben getrokken rond de door hun beoogde munitielocatie waar binnen uitgerekend haar idyllisch gelegen optrekje valt. Daar mag dus niet meer worden gewoond, mochten de plannen doorgaan. Zo is er ook een ring die aangeeft waar straks niet meer mag worden gewerkt in Toldijk.
Het is normaal menselijk gedrag om bij dreigend gevaar te denken aan vluchten. Wie zich verdiept in informatie over evacueren, stuit allereerst op de overheidsregels die gelden voor problemen in het buitenland. Daar immers, gebeuren de meeste rampen.
‘Bij een evacuatie,’ zo meldt de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken, ‘helpt de Nederlandse overheid mensen die daarvoor in aanmerking komen om weg te komen van een gevaarlijke plek in het buitenland naar een veilig punt in de regio. Een evacuatie is nooit zeker. Zolang Nederlanders zelf veilig uit het land kunnen vertrekken, organiseert de Nederlandse overheid in principe geen evacuaties. De Nederlandse overheid heeft geen wettelijke verplichting om Nederlanders te evacueren. De overheid heeft wel een inspanningsverplichting om landgenoten tijdig te informeren over de veiligheidssituatie in het buitenland en hen te adviseren. Een evacuatie richt zich op iedereen met de Nederlandse nationaliteit. Bij repatriëring gaat het om een groep, bijvoorbeeld een aantal gestrande reizigers.’
Rampenscenario’s draaien in ons laaggelegen land in de eerste plaats om overstromingen. Niet vreemd als je weet dat ongeveer 59 procent van het Nederlandse landoppervlak een overstromingsrisico loopt, 26 procent onder zeeniveau ligt, 29 procent kan overstromen als rivieren massaal over hun oevers treden en 4 procent buitendijks ligt.
De impact anno 2024 zal bij een watersnoodramp vele malen groter zijn dan in 1953, volgens een onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL):
‘De Nederlandse bevolking is sindsdien met 65 procent gegroeid en de economie nog veel meer. Bijna 70 procent van de bevolking woont vandaag de dag in overstromingsgebieden: dit aandeel zal nog toenemen door de groei in de overstromingsgevoelige Randstad en een bevolkingskrimp in de hoger gelegen rurale gebieden in het oosten en het zuiden van het land. In de dichtbevolkte en laaggelegen gebieden zouden duizenden doden kunnen vallen. Een vele duizenden meer zouden getroffen kunnen worden op andere manieren. Beschadiging of uitval van vitale functies, zoals elektriciteit, drinkwater en ICT-netwerken kan namelijk leiden tot maatschappelijke ontwrichting.’
Veilig op hoger gelegen verdiepingen
Bij een dreigende ramp zullen de meeste mensen, zoals het PBL dit noemt, ‘instinctief in hun auto springen in een poging elders veiligheid te zoeken. Daar is niet altijd tijd voor en je kan in laaggelegen polders terechtkomen.’
Het PBL stelt dat mensen veilig zijn in hun eigen huizen op hoger gelegen verdiepingen. ‘Als hun huizen te laag liggen dan kan in de meeste gevallen veiligheid worden gevonden in nabije openbare gebouwen of kantoren. Nieuwe gebouwen zouden zo ontworpen kunnen worden dat deze kunnen dienen als overstromingsbestendige toevluchtsoorden, bijvoorbeeld door ze op verhoogde stukken grond te bouwen.’
Nog een half jaar billenknijpen
Juist de directe nabijheid van water speelt bij het verzoek van de NAVO aan Nederland om andere landen te ontlasten bij de opslag van munitie een belangrijke rol. Als kustland met grote havens en een goed stelsel van binnenvaartwegen kan Nederland borg staan voor snel transport van munitie in noodsituaties naar buurlanden.
In het Twenste Weerselo, het Gelderse Toldijk en de andere plaatsen die Defensie op het munitieoog heeft, wordt het voor de inwoners en andere belanghebbenden nog zeker een half jaar billenknijpen.
De verwachting is dat begin volgend jaar de beslissende kogel over de besluitvorming door de kerk gaat. Spreekwoordelijk dan wel te verstaan.
Theo Jongedijk is journalist.
Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!