Niets verrassends aan Baudets revolutie

Columnist Bart Jan Spruyt praatte de lezers van het Nederlands Dagblad na enige weken bij over de Provinciale Statenverkiezingen, die Forum voor Democratie tot de grootste van het land maakte. Daar was wel enige reden voor. Wynia’s Week laat u graag meegenieten van Spruyts verklaring voor deze kiezersopstand.

Niet de verkiezingswinst van Thierry Baudet was verrassend, maar de verbazing daarover. Dat komt waarschijnlijk omdat veel mensen hun klassiekers niet meer kennen. Toch kent u Alexis de Tocqueville, al was het maar vanwege de vele verwijzingen naar hem in het werk van Groen van Prinsterer, de grondlegger van uw politieke overtuigingen. Desondanks slikte u kritiekloos de onzinnige opmerkingen van mensen die zeiden en twitterden dat het heel vreemd was dat Baudets protestpartij had gewonnen omdat onderzoek juist had uitgewezen dat Nederland in de top 5 van meest gelukkige landen stond. Wat nu verval en ondergang en opstijgende uilen?

Diezelfde fout werd al in 2002 gemaakt. Het toonaangevende Engelse weekblad The Economist kwam in het voorjaar van dat jaar in een uitvoerige reportage over Nederland tot de conclusie dat het leven vrijwel nergens zo goed was als hier, en dat Fortuynstemmers (met zijn betogen over paarse puinhopen) verwende kinderen waren. Fortuyn won postuum 26 zetels.

Welvaart maakt opstandig

Het staat allemaal al, zoals gezegd, bij Tocqueville. In zijn onderzoek naar de bronnen van de Franse Revolutie (boek III, hoofdstuk 4) legt hij uit dat die revolutie niet was veroorzaakt door hongerlijdende boeren die eeuwenlang waren onderdrukt. Tocqueville ontdekte dat de sterkste revolutionaire sentimenten juist leefden in kringen en streken waar recent sprake was geweest van stijgende welvaart en vrijheid. Daar was er hoop gekomen. Maar die hoop werd niet vervuld, de ‘revolutie van de stijgende verwachtingen’ stagneerde, en dat veroorzaakte uiteindelijk de politieke revolte van 1789.

Als er dus mensen zijn die oneindig profiteren van globalisering, subsidies en open markten, dan zijn er ook groepen die wel hard werken maar geen profijt uit al dat moois trekken. Die hun banen kwijtraken, hun wijken als gevolg van immigratie van karakter zien veranderen, hun huizen in waarde zien dalen als er Oosteuropese migranten komen wonen, bang zijn voor de onkosten van een ‘energietransitie’ (en onzeker worden van alle leugens daarover) en die bang zijn dat hun kinderen het minder goed zullen hebben dan zij. Die mensen kun je, met Hillary Clinton, a bunch of deplorables noemen, maar dan krijg je ze electoraal om je oren. En terecht.

In een ander boek schreef Tocqueville ook dat democratie een nieuw soort mens zou scheppen: de democratische mens. Hij leeft zijn eigen kleine leventje en maakt zijn leven in toenemende mate afhankelijk van vadertje staat. Bij Nietzsche heet die mens ‘de laatste mens’, bij Ortega Y Gasset ‘de massamens’. En ook de leden van de elite zijn massamensen geworden, visieloze bureaucraten, gericht op koopplaatjes en uitkerinkjes, omdat ze denken dat mensen daar heel gelukkig van worden. Maar dat is dus niet zo. Baudets elitekritiek is geheel ter zake. (En Buma voelde er iets van aan toen hij zijn vrees uitsprak voor een klimaatrevolte).

Proto-fascist?

In zo’n situatie zijn er twee antwoorden denkbaar. Laat ik er een godwinnetje in gooien. In een vergelijkbare situatie zochten Duitse jongeren in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw hun heil in een Nietzscheaanse, esthetische ‘konservative Revolution’. Die beweging mondde hier en daar uit in het fascisme van Adolf H. Leo Strauss zei dat deze revolutie had kunnen worden voorkomen wanneer er het alternatief van een fatsoenlijk, Churchilliaans conservatisme was geweest. Maar dat diende zich in de gepolariseerde verhoudingen helaas niet aan.

Welk antwoord kiest Baudet? Dat is natuurlijk de vraag. Is hij een proto-fascist, zoals hier en daar, en nadrukkelijk ook in deze krant [het Nederlands Dagblad, dus] is beweerd? Dat is natuurlijk onzin en gevaarlijke stemmingmakerij. Baudet vreest een cultuur die haar oorsprong en waarden niet meer kent en in eindeloos relativisme verdunt. Die vrees is geheel terecht. Waar we nieuwsgierig naar uitkijken is of Baudet met zijn Renaissance Instituut erin slaagt zijn beweging uit te werken tot een degelijke conservatieve beweging. Tot die tijd kunt u rustig gaan slapen. Maar niet dan nadat u uw kennis van de grote klassieken weer even hebt opgefrist.