Nederland heeft de ‘stikstofcrisis’ helemaal aan zichzelf te danken
In november 2019, twee maanden voor het uitbreken van de coronapandemie, wekte Mark Rutte de indruk dat zijn wereld instortte omdat de Raad van State een streep had gezet door het gejongleer van zijn kabinetten met de regels voor stikstofuitstoot, het Programma Aanpak Stikstof (PAS).
‘Stikstof’ betekent in dit verband: stikstofoxiden en ammoniak, stoffen die direct of indirect als mest voor planten werken. Ze worden vooral uitgestoten door landbouwbedrijven, en in mindere mate door autoverkeer en de industrie.
Voor beschermde natuurgebieden, de Natura2000 gebieden, gelden ‘kritische depositiewaardes’ voor stikstof. Een boer met een paar honderd koeien in de wei kan een overschrijding van de kritische depositiewaarde in een Natura2000 gebied kilometers verderop veroorzaken.
Anders dan vaak wordt gedacht, heeft Nederland als geheel geen stikstofprobleem. Al deze heisa gaat over de stikstofdepositie in een enige tientallen ‘overbelaste’ Natura2000 gebiedjes, die vaak maar een paar hectare groot zijn. Afgezien van de Veluwe en de strook Noordzeeduinen inclusief de Waddeneilanden, zijn Nederlandse Natura2000 gebieden postzegeltjes natuur in een land dat zelf een postzegel op de Europese landkaart is.
Het gaat om een Europese richtlijn? Waarom is er dan alleen in Nederland stikstofcrisis?
Dat komt vooral omdat Nederland klein en dichtbevolkt is. In landen als Frankrijk of Italië zit er veel meer ruimte tussen landbouwbedrijven en natuurgebieden, en omdat natuurgebieden er veel groter zijn, wordt de kritische depositiewaarde er minder makkelijk overschreden.
Stikstof is dus een wezenlijk ander probleem dan CO2, waarbij het gaat om de totale uitstoot, en het niet uitmaakt waar dat gebeurt.
Tot overmaat van ramp zijn juist Nederlandse ecologen geobsedeerd door ‘schrale’ natuur: ‘overbelaste’ Natura2000 gebieden bestaan uit heide en veen, en die danken hun bestaan aan een nijpende schaarste aan meststoffen. Die zijn daarom buitengewoon kwetsbaar voor stikstofdepositie. Ook in dat opzicht is Nederland speciaal.
Wil de EU die ‘schrale’ natuur beschermen door harde stikstofeisen te tellen?
Welnee. Europa stelt geen eisen aan de stikstofdepositie, dat doet Nederland zelf. We zijn slechts verplicht te voldoen aan de Habitat-richtlijn, die stelt dat we in de Natura2000 gebieden moeten streven naar een ‘gunstige staat van instandhouding’. Daar wordt nota bene niet eens een termijn voor genoemd.
Het is ook juridisch onduidelijk, of dit gaat over alle dier- en plantensoorten in zo’n gebied, of alleen de soorten die oorspronkelijk de reden waren om het als Natura2000-gebied aan te wijzen. EU-landen interpreteren dit heel verschillend.
Stikstof is maar één van de factoren die meespelen bij die ‘gunstige staat van instandhouding’, en meestal is onbekend welke invloed dit heeft. Sommige Natura2000-gebieden blijken in de praktijk niet of nauwelijks last van te hebben van die ‘overbelasting’ met stikstof. Al in 2019, in het rapport Stikstof in Perspectief, hekelde het Planbureau voor de Leefomgeving deze obsessie met Kritische Depositiewaardes.
Maar we kunnen toch niet toezien hoe onze natuur steeds meer stikstof toegediend krijgt?
Nee, maar daar is ook geen sprake van. Sinds de jaren negentig is de Nederlandse uitstoot van stikstofoxiden met een factor drie teruggedrongen, en de uitstoot van ammoniak met een factor twee. Dat komt door schonere auto’s, schonere industrie en milieumaatregelen in de landbouw. Met alle technische vernieuwing die gaande is – zoals: steeds meer elektrische auto’s – zal die dalende trend zich voortzetten, ook zonder draconische maatregelen als het liquideren van boerenbedrijven.
Is het niet logisch dat wordt ingegrepen als in een natuurgebied teveel stikstof wordt gemeten?
Misschien, maar de stikstofdepositie in Natura2000 gebieden wordt niet gemeten. Eigenlijk is de stikstofcrisis vooral een virtuele exercitie. Iedereen die iets doet dat in principe stikstof uitstoot, moet dat invoeren in AERIUS, het officiële computermodel van het RIVM. Dat rekent dan uit of, zeg, de bouw van een rijtje huizen leidt tot een overschrijding van de stikstofnorm in een Natura2000 gebied twintig kilometer verderop.
Die normen zijn zo streng, dat overschrijdingen niet te meten zijn: het gaat om hoeveelheden stikstof overeenkomend met één hondendrol per hectare natuurgebied per jaar. Die normen zijn in 2015 trouwens nog verder aangescherpt.
Ook maakt AERIUS geen onderscheid tussen structurele en incidentele overschrijding. Een boerenbedrijf stoot stikstof uit zolang het bestaat, maar de bouw van huizen genereert vooral stikstof tijdens de bouw, door vrachtverkeer, hijskranen en dergelijke. Zelfs zo’n tijdelijke overschrijding, die terugloopt naar bijna nul zodra de huizen klaar zijn, is reden genoeg om het hele bouwproject te verbieden.
Als vergunningen van AERIUS afhangen, is het vast een goed getest, betrouwbaar model?
AERIUS is volgens de commissie-Hordijk (2020) ongeschikt om vergunningsverlening op te baseren. Het model biedt een schijnzekerheid en detaillering die wetenschappelijk niet te verantwoorden zijn. Stikstof in Perspectief spreekt van de ‘politisering’ van AERIUS: het is verworden tot een beleidsmatige stok om de hond te slaan.
Stel, we gaan weer 120 rijden, volop woningen bouwen, laten de boeren boeren en heffen Staatsbosbeheer op. Wat gebeurt er met de Nederlandse natuur?
Dan zal er méér natuur ontstaan, want stikstof is voeding voor planten. De ‘overbelaste’ Natura2000 gebieden, die nu schraal en dunbevolkt zijn door gebrek aan voedingsstoffen, zullen volgroeien met weelderig bos, struiken en grassen. De totale biomassa en het totaal aantal dieren in die natuurgebieden zal flink toenemen, al zal dit ten koste gaan van enkele zeldzame plant- en diersoorten.
Zo zou het kunnen dat dan in Nederland nauwelijks nog gentiaanblauwtjes voorkomen, een fraai gekleurd vlindertje waar natuurbeschermers lyrisch van worden. Van uitsterven is overigens geen sprake; zelfs als sommige van die soorten uit Nederland zouden verdwijnen, komen ze elders in Europa nog voor.
Nog een voorbeeld waar we dit allemaal voor doen: in natuurgebied Lemselermaten komt nu op een gebied ter grootte van drie voetbalvelden de zeggekorfslak voor. Ecologen vermoeden dat deze drie millimeter grote slakjes indirect last hebben van te veel stikstofdepositie, maar zeker is dat niet, want er zijn geen populatietrends bekend. Niettemin is Nederland onder de Europese Habitatrichtlijn verplicht om in de Lemselermaten een gunstiger milieu voor de zeggekorfslak te creëeren.
Nederland heeft zichzelf dus weer eens grandioos in een hoek geverfd. Hoe kon dit gebeuren?
Goede vraag. Eigenlijk zou een parlementaire enquête moeten reconstrueren hoe we de afgelopen vijftien jaar in deze fuik beland zijn. Maar als schot voor de boeg: dit is wat je krijgt als je als overheid milieuclubs en fundamentalistische ecologen ruim baan geeft, en principieel ontkent dat natuurwaarden moeten worden afgewogen tegen sociale en economische kosten.
Deze eco-lobby is diep in de instituties doorgedrongen en heeft bijna een monopolie op de publieke opinievorming. In een tv-programma als ‘BinnensteBuiten’ maken boswachters van Staatsbosbeheer vrijwel dagelijks reclame voor de pracht van ongerepte heide en veen in Nederland. In feite zijn zulke gebieden vooral product van industrieel tuinieren.
Rode draad in Nederlands ‘natuurherstel’ is de nooit eindigende strijd tegen ‘vergrassing’ en ‘verboming’. Bomen worden met zware graafmachines verwijderd, de vruchtbare toplaag wordt met bulldozers afgegraven – dat heet afplaggen – en voor wat dan overblijft is ook nog intensief waterbeheer nodig.
Om de biodiversiteit in Nederland op te krikken heeft Staatsbosbeheer de afgelopen jaren enige duizenden hectaren gezond bos omgehakt. Die bomen zijn opgestookt in biomassacentrales. Dat is de realiteit van woke natuur in Nederland.
Wat is voor Nederland de uitweg uit de ‘stikstofcrisis’?
Nederland heeft voor de Europese Habitat- en Vogelrichtlijnen getekend bij het kruisje, en kan daar juridisch gezien niet meer onderuit. Nederland kan niet eens meer zelf beslissen om een Natura2000 gebied op te heffen, al is het niet groter dan een voetbalveld. Daar is toestemming van de Europese Commisie voor nodig. En die krijg je alleen als een gebied door overmacht in zo’n slechte staat is geraakt, dat het nooit meer wat kan bijdragen aan de Europese biodiversiteit.
Zo’n Natura2000 gebied is als een geërfd, monumentaal kasteel waar je niets aan mag veranderen, maar dat wel peperduur onderhoud vergt. De erfgenamen kunnen alleen maar bidden dat het een keer tot de grond toe afbrandt. Maar je mag het niet zelf in de fik steken, want dan hang je.
Als Nederland een Natura2000 gebied verwaarloost, kan de EU een ‘inbreukprocedure’ tegen Nederland starten, waarna veroordeling door het Europese Hof van Justitie volgt, en torenhoge boetes.
Wat kan: ophouden met de stikstofobsessie
Mogelijk kan Nederland weer gaan bouwen en ophouden zijn boeren het leven zuur te maken door van die obsessie met stikstofdepositie af te stappen. Onderzoek per Natura2000-gebied wat echt nodig is om de biodiversiteit daar te handhaven.
Maar dan nog zou het best kunnen, dat het instandhouden van alle 162 Natura2000 gebieden een te hoge sociale en economische prijs heeft. Dan zou het nieuwe kabinet de meest schadelijke van die schrale natuurpostzegels de Natura2000- status moeten ontnemen, en hard de confrontatie met de Europese Commissie aangaan. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schrijft columns en andere artikelen voor Wynia’s Week. Bovenstaand artikel is het eerste van een serie van twee over ‘Woke-natuur in Nederland’. Steunt u de nuchtere journalistiek van Wynia’s Week ook in 2022? Doneren kan op de bankrekening van Wynia’s Week NL94 INGB 0006 3945 08 of HIER Hartelijk dank!