Nederland en Duitsland hebben een tegengesteld aardgasbeleid. Hoe kan dat?
Duitsland wil miljardensubsidies besteden aan nieuwe aardgascentrales. Nederland doet precies het omgekeerde, door van het gas af te willen. Beide landen hebben vergelijkbare en nauw verweven geïndustrialiseerde economieën, en hun tegengestelde aardgasbeleid oogt dan ook irrationeel.
Ik heb het al eens ‘de communicatieve salamitactiek van falend klimaatbeleid’ genoemd. Want het in dunne plakjes communiceren van inconsistent en onwelkom energienieuws is niet een gevolg van technische innovaties en nieuwe wetenschappelijke inzichten. Alles wat we nu weten over toenemende netcongestie, CO2-verhogende biomassa, relatief schoon aardgas en CO2-vrije kernenergie wisten we tien jaar geleden ook al. Het moeten toegeven van inconsistent en onwelkom energienieuws is het gevolg van eerder verspreide desinformatie.
Desinformatie is van alle tijden. Het is niet hetzelfde als een leugen, net zomin als een reclame of een sprookje een leugen is. Desinformatie kan best feiten bevatten, maar het schetst net als een reclame en een sprookje een beeld dat niet overeenkomt met de werkelijkheid. Het is daarbij niet precies duidelijk wat wel en niet klopt. Bij een sprookje is dat de bedoeling, en ik kon daardoor als kind Sneeuwwitje en Doornroosje behoorlijk eng vinden. Vandaag de dag vinden veel volwassenen het energienieuws ook behoorlijk eng, omdat niet duidelijk is wat wel en niet klopt.
Biomassa is niet CO2-neutraal
Energiedesinformatie varieert van uitspraken en beloftes zonder onderbouwing tot aan natuurkundige onmogelijkheden en achtergehouden nadelen en risico’s. Ik vind het potsierlijk dat de overheid zich opwerpt als bestrijder van desinformatie terwijl zij die zelf actief verspreidt. De overheid noemt waterstof een energiebron, maar het komt op aarde vrijwel niet voor en het maken ervan verspilt meer dan de helft van de energie uit schaarse bronnen. De overheid zegt dat biomassaverbranding CO2-neutraal is, maar het stoot meer CO2 uit dan steenkoolverbranding.
De overheid zegt dat elektrische auto’s schoon zijn, maar ze zijn met hun batterijen zeer vervuilend. De overheid zegt dat elektriciteit de energiedrager van de toekomst is, maar netcongestie en snel oplopende netwerkkosten zijn tot na 2035 een structureel probleem. De overheid zegt dat elektrische auto’s emissievrij zijn, maar ze rijden grotendeels op fossiele stroom. Nederland moet van het gas af en wil nieuwe kerncentrales bouwen, terwijl Duitsland vorig jaar alle kerncentrales voortijdig heeft gesloten en nu nieuwe aardgascentrales wil subsidiëren.
Onze twee naburige en vergelijkbare kenniseconomieën kunnen met dit compleet tegengestelde energiebeleid niet allebei optimale CO2-reductie bereiken, dus moet er bij de een of de ander de nodige desinformatie meespelen waar ergens in de toekomst schoorvoetend op zal worden teruggekomen. Ik kan nu al voorspellen wat dat zal zijn. Nederland zal moeten toegeven dat een aardgasverbod contraproductief was en is, en Duitsland zal moeten toegeven dat de ‘Atomausstieg’ van april 2023 een ernstige misstap was.
De Duitse subsidies voor nieuwe aardgascentrales zijn in strijd met de klimaattop COP-26 in 2021, waarin publieke investeringen in fossiele energie officieel in de ban werden gedaan. Hiermee komen onze oosterburen terug op de desinformatie dat hun samenleving en economie zonder fossiele brandstoffen en kernenergie zouden kunnen. Het noodzakelijke alibi voor Duitsland zelf en voor de EU is dat die aardgascentrales in de toekomst op groene waterstof zouden draaien – anders zou de EU dergelijke subsidies voor commerciële aardgascentrales niet toestaan. Het is onduidelijk wanneer in de toekomst dat dan zou zijn, en bij mijn weten kan een aardgascentrale niet zomaar op waterstof draaien. Los daarvan heb ik wat sommetjes gemaakt.
Een veel te rooskleurig beeld
Duitsland streeft naar nieuwe aardgascentrales met een gezamenlijk vermogen van 5 gigawatt. Dat is ongeveer 10 procent van het gemiddelde Duitse stroomverbruik. Als die 5 gigawatt ergens in de toekomst met groene waterstof moet worden opgewekt vergt dat twintig maal zoveel geïnstalleerd zon- en windvermogen. U leest het goed: Dat vergt 20 x 5 = 100 gigawatt geïnstalleerd zon- en windvermogen, twee derde van de 150 gigawatt die Duitsland nu heeft staan.
Zonnepanelen hebben volgens de eigen Duitse cijfers een capaciteitsfactor van 9 procent, en windmolens van 23 procent. Dat betekent dat 56 gigawatt opgesteld zonvermogen gemiddeld over een heel jaar 9% x 56 = 5 gigawatt vermogen levert. Het betekent evenzo dat 44 gigawatt opgesteld windvermogen gemiddeld 23% x 44 = 10 gigawatt vermogen levert. Dit ontmaskert de buitengewoon vileine desinformatie van ‘opgesteld vermogen’, die strikt genomen geen leugen is maar een veel te rooskleurig beeld van de werkelijkheid schetst. Overheden zouden een realistisch beeld behoren te schetsen, met gemiddelde vermogens van wind- en zonne-energie gedurende een heel jaar.
Met de bovengenoemde 5 + 10 = 15 gigawatt gemiddeld zon- en windvermogen in Duitsland kan bruto 10 gigawatt groene waterstof worden gemaakt, want bij waterstofproductie gaat zeker een derde van het vermogen verloren. Een moderne elektriciteitscentrale heeft ongeveer 50 procent rendement. Met bruto 10 gigawatt groene waterstof kan dus netto 5 gigawatt elektrisch vermogen worden opgewekt. Daarvoor is zoals gezegd 56 + 44 = 100 gigawatt opgesteld zon- en windvermogen nodig, twee derde van wat onze geachte oosterburen nu hebben staan.
We zetten dit alles op een rijtje. Er wordt 5 gigawatt elektrisch vermogen gezegd, voorlopig op aardgas maar ergens in de toekomst op groene waterstof. Als je enigszins bent ingewijd, besef je dat daar straks bruto 10 gigawatt groene waterstof voor nodig is. Als je nog wat beter bent ingewijd, snap je dat dat 15 gigawatt gemiddeld zon- en windvermogen vergt. En als je je er verder in verdiept, kom je tot de conclusie dat dat in de huidige Duitse mix van zon en wind neerkomt op 100 gigawatt opgesteld vermogen, twintig maal zoveel als de 5 gigawatt die wordt gecommuniceerd.
Dat is een compleet ander beeld dan die aanvankelijk redelijk ogende 5 gigawatt, en daarmee desinformatie die geen houdbaar alibi oplevert voor subsidiering van commerciële aardgascentrales. Dat zal echter pas na 2030 worden toegegeven, door andere mensen in Berlijn en Brussel dan er nu zitten, als die nieuwe aardgascentrales niet op groene waterstof kunnen overstappen maar aardgas moeten blijven stoken.
Overheden zijn geen reclamebureaus
Het stapsgewijs speculeren op verschillende kennisniveaus en geheugentermijnen in de samenleving – in plaats van het hele verhaal open en eerlijk te vertellen – is een kenmerk van vileine desinformatie: er zit niet een direct aantoonbare leugen in, en veel mensen zullen erin trappen omdat ze niet alles kunnen narekenen en onthouden. Overheden zijn echter geen reclamebureaus die hun eigen beleid zo goed mogelijk zouden moeten aanprijzen.
Commerciële reclamebureaus mogen overdrijven en nadelen achterhouden, maar de door alle burgers en ondernemers aangestelde en betaalde overheden niet. Die behoren het volledige verhaal aan al die belastingbetalende burgers en ondernemers te vertellen. Journalisten behoren dat verhaal vervolgens kritisch te onderzoeken, te duiden wat er wel en niet van klopt, en desinformatie aanhoudend te ontmaskeren. Het best aangeprezen product is lang niet altijd het beste product, en dat geldt zeker voor het belangrijke maatschappelijke thema van energietransitie.
Maarten van Andel is chemicus en publiceerde in 2023 Kies Wijzer Klimaat. Praktische gids voor consument en kiezer. Dit verhelderende boek verscheen bij Uitgeverij Blauwburgwal, kost €17,50 en is overal verkrijgbaar, ook in de winkel van Wynia’s Week.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!