Moslims worden vernederd – niet door Israël, maar door de islam

niqab
Moslimvrouwen in Turkije. Foto: Wikipedia.

De agressief opzwepende ondersteuning van Hamas en de Palestijnse bevolking in de Gazastrook zal geen verbazing wekken. Al eerder dansten moslims in Europese, Amerikaanse en islamitische landen uitbundig na jihadistische aanvallen op westerse doelen, zoals na de aanslag op de torens van het World Trade Center in New York (11 september 2001). Toch kennen de huidige ophitsende demonstraties een ongekende massaliteit en bovenal agressiviteit in tal van westerse en islamitische steden.

De omvang en gewelddadigheden gericht op Joodse en Israëlische burgers en doelen noodzaakt de vraag te stellen wat dit islamitische volksgeweld en -gericht daadwerkelijk voedt. Die urgentie van die vraag speelt juist ook, omdat het islamitisch volk opmerkelijk selectief is in zijn agressieve verontwaardiging. Want de (dodelijke) terreur in Syrië, Jemen, Iran en wat dies meer levert géén woest protesterende menigtes op in westerse steden.

Een diversiteit aan onderzoeksvelden helpt bij het ophelderen van deze kwestie. Geweld wil schaamte lozen. Met vormen van geweld zetten mensen schaamte op afstand en trachten het op afstand te houden.

Na veel schaamte-ervaringen gaat de woede overheersen

Schaamte is een algemeen menselijk fenomeen. Het is het pijnlijk verdrietige gevoel dat we krijgen wanneer we sociaal en emotioneel – en menigmaal ook fysiek – worden vernederd, waarbij zich onvermijdelijk de angst voegt voor nog meer vernederingen. Het maakt ons ook kwaad, vooral door een (aanvankelijk) machteloos gevoel en de meestal beperkte mogelijkheid zich te weren.

Kortom, schaamte is een samenballen van primaire emoties: verdriet, angst en woede. De ervaringen beitelen zich in ons als letters in marmer; onuitwisbaar.

Bij een opeenstapeling van schaamte-ervaringen gaat de woede hoe dan ook overheersen. Die ervaringen verkrijgen een ongekende kracht wanneer we ze opdoen in de eigen sociaal-culturele omgeving. Juist daar verwachten we, met recht, broodnodige ‘geborgenheid’ (het tegenovergestelde van beschaamd worden). Helaas, het is een algemeen gegeven dat we die ervaringen juist opdoen in die eigen leefomgeving.

Wereldwijd lopen moslims allereerst de ernstigste schaamte-ervaringen op in de eigen, door de islamitische ideologie geschraagde samenlevingen en leefgemeenschappen. In dezen moeten we denken aan de ernstig vernederende gevolgen van de uitgesproken dictatoriale regimes in islamitische staten, aan de overdonderende ongelijkheid in welzijn en welvaart, de onderdrukking van meisjes en vrouwen, het uitgesproken slechte onderwijs, de verstikkend traditionele sociale codes, de remmende religieuze beperkingen op intellectuele ontplooiing, de aanhoudende slavernij, de bittere noodzaak om te migreren naar westerse landen voor werk en zorg, het gebrek aan (industriële) innovaties, het ontbreken van vrijheid van meningsuiting, et cetera, et cetera.

De opeenstapeling van vernederingen zorgt voor agressie en geweld die niet zonder meer in de eigen landen geuit kunnen worden – de zogenoemde ‘Arabische lente’ (2010) is hiervan een sprekend voorbeeld. Ruimte voor substantiële tegenspraak is er evenmin in de eigen samenlevingsgroepen in westerse landen, gegeven strenge religieuze en traditionele sociale codes, druk en dwang. De vrijheid ontbreekt en dikwijls ook het onderkennen van de vernederende dagelijkse praktijk in eigen kring. 

Voedingsbodem zijn de eigen tekortkomingen

De (veronderstelde) boosdoener van het beschamende kwaad dient van buiten te komen. Zo werd en wordt keer op keer ‘Israël’ de kop-van-jut. Eerst dan kun je als moslim eindelijk demonstreren, stoom afblazen, schaamte lozen, zelfs in de meest dictatoriaal geleide islamitische landen. Ook al leg je een ‘stok’ neer om de ‘hond’ te slaan (zoals Hamas feitelijk deed), de voedingsbodem vormen de eigen beschamende tekortkomingen.

Het is ongetwijfeld raadzaam met de (gewelddadige) reikwijdte van schaamte rekening te houden bij het kanaliseren van de vernederingen die we zélf oplopen door het islamitische geweld.

Dr. Aart G. Broek is (historisch) socioloog en letterkundige. Hij is onder meer auteur van ‘De terreur van schaamte. Brandstof voor agressie’ (Uitgeverij In de Knipscheer, Haarlem 2015 [2007]).

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!