Monopolist Natuurmonumenten koestert een zwartgallige kijk op de natuur

Door Joost Schepel*
In 1905 dreigde het Naardermeer de vuilnisstortplaats van Amsterdam te worden. Het werd gered door schoolmeester Jac. P. Thijsse. Thijsse werd mede-oprichter van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. Nu, 120 jaar later, is die vereniging een strak geleid bureaucratisch apparaat met grote pretenties geworden. Van de bevlogenheid van Thijsse is weinig meer over.
Op zichzelf heb ik niets tegen de vereniging Natuurmonumenten. De vereniging doet in veel opzichten goed en nuttig werk, maar ik wil hier toch enkele kanttekeningen plaatsen, die in bredere kring bekend zouden moeten worden.
Natuurmonumenten is super-lobbyist
In de jaren negentig was ik bestuurslid van de agrarische natuurvereniging Vechtvallei. In die tijd zou de Gooiboog worden aangelegd, de rechtstreekse spoorverbinding van Naarden-Bussum naar Almere, waardoor een driehoek weidegrond bij Weesp een natuurbestemming moest krijgen. Wij hebben daarvoor als vereniging een mooi plan geschreven met onder andere verlaat maaibeheer om daar een weidevogelreservaatje te maken. Het werd onze vereniging echter niet gegund. Natuurmonumenten zou beter in staat zijn de natuurontwikkeling ter plaatse vorm te geven en had duidelijk een betere lobby dan wij.
Lobbyisme is van alle tijden. Maar Natuurmonumenten is er wel erg goed in. Bij ieder groter infrastructureel project zit Natuurmonumenten steevast vroegtijdig aan tafel. Natuurmonumenten pretendeert apolitiek te zijn, maar kiest altijd politieke kopstukken als voorzitter. Zo had de vereniging in de afgelopen 35 jaar achtereenvolgens als voorzitter Pieter Winsemius (VVD), Herman Wijffels (CDA), Cees Veerman (CDA), Hans Wijers (D66) en Jeroen Dijsselbloem (PvdA), die allemaal goed de weg weten in Den Haag.
In 1989 kreeg Natuurmonumenten van minister Braks bijna het hele eiland Schiermonnikoog voor 99 jaar in erfpacht tegen een symbolische vergoeding. Begin 1990 had de vereniging 62.300 hectare natuur in beheer, waarvan 50.982 hectare in eigendom. Maar na 1990 ging het echt crescendo. Eind 2023 was de Natuurmonumenten-natuur toegenomen tot 112.702 hectare, bijna een verdubbeling.
In 1990 introduceerde het ministerie van Landbouw het Natuurbeleidsplan met als hoofddoel meer ruimte voor de natuur. In 1990 bedroeg de omvang van bestaande natuurgebieden nog zo’n 435.500 hectare. Door een Ecologische Hoofdstructuur, later genoemd Natuurnetwerk Nederland (NNN), moesten natuurgebieden worden vergroot en met elkaar worden verbonden met als doel om de achteruitgang van de biodiversiteit te stoppen. De oppervlakte natuur binnen het NNN bedroeg eind 2023 704.811 hectare.
Natuurmonumenten kreeg verboden staatssteun
Naast rechtstreekse aankopen door het rijk (Staatsbosbeheer) komt een belangrijk deel van dit succes door een speciale subsidieregeling.
In 1993 trad de ministeriële regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties in werking (de PNB-regeling). Met deze regeling werd tot 100 procent van de aankoopsom van landbouwgronden om deze om te zetten in natuurterreinen door het rijk (= de belastingbetaler) betaald. Alleen de natuurbeschermingsorganisaties Natuurmonumenten en de 12 Provinciale Landschappen (samen de TBO’s) kwamen hiervoor in aanmerking. Van deze PNB-regeling is flink gebruik gemaakt.
Andere particuliere natuurbeschermingsorganisaties waaronder stichting de Hoge Veluwe, verenigd in de vereniging gelijkberechtiging grondbezitters (VGG), die niet voor deze subsidie in aanmerking kwamen, hebben jarenlang tegen de PNB-regeling geprotesteerd en geprocedeerd. Uiteindelijk hebben ze in 2020 van het EU Hof van Justitie gelijk gekregen. Deze heeft de regeling als verboden staatssteun aangemerkt.
Onverminderde expansielust
Natuurlijk konden na zoveel jaren al die aankopen en onterechte subsidies niet meer worden teruggedraaid. Onder leiding van de huidige staatssecretaris voor natuur Jean Rummenie (BBB) is in november 2024 een schikking tot stand gekomen, waarbij de TBO’s zich hebben verplicht 80 miljoen euro te storten in een door de VGG op te richten fonds. Met de middelen uit dat fonds zal het particulier natuurbeheer in Nederland een extra impuls krijgen.
Het wegvallen van de 100% aankoopsubsidie door het Rijk heeft niet geleid tot een vermindering van de expansielust van Natuurmonumenten. De vereniging besteedt ongeveer 10% van de jaarlijkse begroting van ruim 100 miljoen euro aan nieuwe aankopen en ondanks de afschaffing van de PNB-regeling krijgt de vereniging nog steeds ook van lagere overheden tegen gunstige voorwaarden terreinen in eigendom of erfpacht (in 2024 onder andere Oosterheide 81 ha en Schiebroekse Polder 51 ha).
Overigens heeft Natuurmonumenten sinds 1989 450 miljoen euro van de Postcodeloterij ontvangen. En de algemeen directeur van Natuurmonumenten verdient meer dan de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam (159.000 euro).
Ongeveer 20 procent van de jaarlijkse uitgaven wordt besteed onder de post ‘Beweging zijn’, een verhullende benaming voor het betrekken van het publiek bij de organisatie en fondsenwerving. Ook daarin is de vereniging zeer succesvol. Natuurmonumenten heeft door permanente publiekswervingscampagnes nu 945.000 leden en donateurs en een groot bestand aan vrijwilligers. Het werk in de bezoekerscentra en op de terreinen wordt grotendeels verricht door vrijwilligers.
De betaalde medewerkers houden zich voornamelijk bezig met toezicht en controle, public relations, wervingscampagnes en lobbywerk.
Zwartgalligheid
Bijzondere vrijwilligers zijn de Schotse hooglanders en Galloway- en Sayaguese runderen, die zorg dragen voor de openheid van de Natuurmonumenten-landschappen. Na gedane arbeid worden zij geslacht en als luxe natuurvlees verkocht (natuur is ook gewoon business). Waar deze ‘medewerkers’ niet in staat zijn alle verruiging van de natuurterreinen tegen te gaan, wordt wat al te gemakkelijk de schuld bij stikstof gelegd.
Om de eigen noodzakelijkheid te onderstrepen en de kasstromen op gang te houden overheerst in alle publieksuitingen van de vereniging (publieksvoorlichting, website, het ledenblad Puur Natuur) de zwartgalligheid over de gangbare landbouw en de stikstofuitstoot en wordt een heilzame toekomst geschetst als de Nederlandse boeren maar massaal zouden overgaan op natuurinclusief boeren zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen (steevast pesticiden genoemd). In die zin duurt een geclaimd monopolie op het begrip natuur nog voort.
Natuurmonumenten is politiek links
Hoezo is Natuurmonumenten apolitiek? Dit zijn toch echt opvattingen die alleen in het straatje van de Partij voor de Dieren, Groenlinks/PvdA en D66 passen. Natuurmonumenten vindt dat de natuur alleen bij links in goede handen is. Dat blijkt wel uit het feit dat in november 2023, na de rechtse verkiezingsoverwinning, 200 Natuurmonumenten-boswachters in Den Haag ‘voor de natuur’ gingen demonstreren. En na het coalitie-akkoord hoorde ik een bestuurder van Natuurmonumenten in een podcast zeggen ‘we moeten nu een kleine ijstijd door, maar gaan daarna weer op volle kracht verder’.
Dat er ook anders over de natuur en het natuurbeleid kan worden gedacht, blijkt bijvoorbeeld uit een interview met Henk Rampen, voormalig regio-hoofd van Natuurmonumenten. Rampen betoogt met kracht van argumenten dat de natuur in Nederland sinds de jaren zeventig sterk is verbeterd.
Natuurbeschermingsorganisaties ontvangen jaarlijks een beheervergoeding voor de door hen beschermde natuur. In 2023 kreeg Natuurmonumenten van het rijk gemiddeld 642 euro per hectare. Naar schatting gaf Nederland in 2022 en 2023 per jaar 1,4 miljard (= 1.400 miljoen) euro uit aan natuurbeheer. Dan zijn de natuurposten op begrotingen van andere ministeries en overheden niet meegerekend.
De 500 miljoen euro die de huidige coalitie jaarlijks heeft uitgetrokken voor het agrarisch natuurbeheer (= natuurbeheer op het grootste areaal/50 procent van Nederland) is maar 1/3 deel van de kosten voor de overige natuurbeschermingsorganisaties.
Geen weidevogel te bekennen
Terug naar de natuurdriehoek Gooiboog waarmee ik dit stuk begon. Deze is niet toegankelijk voor het publiek. Maar treinreizigers tussen Weesp en Naarden-Bussum kunnen een goede indruk krijgen van de 25 jaar ‘natuurontwikkeling’ die daar heeft plaatsgevonden door vanuit de trein uit het raam te kijken. Kijk na vertrek uit station Weesp naar links, binnen een minuut passeert u de natuurdriehoek, reizigers uit Naarden-Bussum kijken kort voor aankomst in Weesp naar rechts. Wat zij zien zijn riet en bramenzeeën. En kraaien die vanuit de toppen van de hoogopgeschoten bomen loeren naar een prooi, waardoor in de verre omtrek geen weidevogel meer een nestje kan grootbrengen.
Joost Schepel had carrières in de reiswereld, landbouw en advocatuur en is nu gepensioneerd.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!