Moeten nu ook de malariaparasiet en de lintworm rechten krijgen?
In de jaren tachtig stond de grootste luchtwaardige vogel ter wereld, de Californische Condor, op uitsterven. Toen er nog maar 27 exemplaren in het wild over waren, vond de Amerikaanse overheid het tijd voor drastische actie: ze werden allemaal gevangen en ingezet in een fokprogramma in gespecialiseerde dierentuinen. Met succes: begin jaren negentig begon men in gevangenschap geboren condors in het wild uit te zetten, en er zijn nu twee min of meer levensvatbare populaties in Californië en Arizona, samen een paar honderd dieren.
Maar het is vrijwel onmogelijk om een hele populatie ecologen tevreden te stellen. Het verenkleed van vogels wemelt over het algemeen van ander klein spul, dat soms ziektes veroorzaakt, dus waren de 27 condors na hun gevangenneming allemaal behandeld met insecticiden. En de Californische Condor is gastheer van een eigen luizensoort, Colpocephalum californici, die op geen enkele andere gastheer voorkomt. Ergo: door die behandeling was Colpocephalum californici uitgestorven.
Waar ligt de grens van beschermwaardige biodiversiteit?
Naturalis-bioloog Menno Schilthuizen, ook bekend van populair-wetenschappelijke boeken als Darwin in de Stad, twitterde onlangs nog dat het reddingsprogramma voor de condor qua biodiversiteit netto dus niets had opgeleverd: 1 – 1 = 0.
Schilthuizen heeft jarenlang in de Maleisische jungle onderzoek gedaan naar minuscule slakjes, dus zijn affiniteit met piepkleine ongewervelden is geen verrassing. Maar die opmerking was toch zeker ironisch bedoeld? Nee, hij meent het echt, het uitsterven van de condorluis is net zo’n groot verlies voor de biodiversiteit als het uitsterven van de condor zou zijn geweest.
Dat roept natuurlijk de vraag op waar je de grens van beschermenswaardige biodiversiteit trekt. Er zijn ook parasieten met een voorkeur voor mensen, zoals de mensenvlo en sommige soorten lintwormen. Hoe schalen we het verlies aan biodiversiteit in, als we er in zouden slagen deze parasieten geheel uit te roeien? Mogen we misschien een grens trekken rond de meercelligen, zodat we de malariaparasiet of een ziekmakende schimmel- of bacterie-soort wel met een gerust geweten mogen uitroeien? Of levert zelfs het pokken-virus, dat al in het wild is uitgeroeid, vanuit twee diepvrieskisten in zwaar beveiligde biolabs in de VS en Rusland, nog steeds een onschatbare bijdrage aan de biodiversiteit?
Armetierige waterplantjes
Zulke vragen worden, voor zover ik kan nagaan, door biologen en ecologen ontdoken. In plaats daarvan gebruiken ze biodiversiteit als mantra, als dooddoener om elke discussie over waarden taboe te verklaren. Alle natuur is evenveel waard; onderscheid maken tussen hogere en lagere levensvormen is antropocentrisme; natuurwaarde afwegen tegen menselijke waarden is zondig.
Het huidige stikstofbeleid in Nederland is daarvan een consequentie. Het halve land moet in stikstoflockdown omdat wettelijk ‘de kans niet op voorhand kan worden uitgesloten’ dat het bouwen van een woonwijk kilometers verderop enige schade aan een Natura2000-gebied aanricht. Doet er niet toe hoe klein die kans is, en hoe gering die mogelijke schade, al betreft het maar wat armetierige waterplantjes – elke afweging met de maatschappelijke schade van de stikstoflockdown is tot aan de hoogste rechter taboe verklaard.
Is het verstandig om een rivier tot rechtspersoon te maken?
Beschermde natuur is in Nederland dus al zo goed als onaantastbaar, maar toch gaan er stemmen op om dat nog verder te verabsoluteren. Natuur zou namelijk de status van rechtspersoon moeten kunnen krijgen. Deze week kreeg stikstofminister Van der Wal een rapport aangeboden, besteld door de Waddenacademie waarin was onderzocht of het mogelijk was om de Waddenzee rechten te verlenen. Natuurrechten, naar analogie met mensenrechten. Weinig verrassend luidde de conclusie: ja, dat kan. Uiteraard kan dat. Recht is een puur menselijk bedenksel, we kunnen doen wat we willen, en papier is geduldig.
Maar is het ook verstandig om objecten als een rivier, of een berg of een binnenzee de status van rechtspersoon te verlenen? In de praktijk hoeft het niets uit te maken: er is nu ook al een Waddenvereniging die opkomt voor de belangen van de Waddenzee en elke potentiële bedreiging van het gebied met hand en tand aanvecht. Dat is haar goed recht, maar de overheid kan nu gewoon zeggen: ‘dank voor uw inzet, maar wij maken hier een andere afweging’.
21ste-eeuws animisme
Het rapport stelt, dat overheden die nu beslissingen moeten nemen over de Wadden, niet altijd het belang van de natuur voorop stellen, en dat zou dan niet meer mogelijk zijn als de Waddenzee rechten heeft. Dat het soms volkomen terecht is dat natuurbelangen niet op de eerste plaats komen, omdat mensen ook behoeftes en belangen hebben, schijnt niet in de hoofden van de rapporteurs te zijn opgekomen.
Voor je het weet ontaardt zo’n rechtsvorm in een 21ste-eeuwse vorm van animisme, en verbeeldt de Waddenvereniging zich dat ze een speciaal lijntje hebben met die mythische entiteit, de Waddenziel. De Waddenvereniging zal dan claimen dat ze optreden als voogd en enige authentieke vertolker van de belangen van de Waddenzee. Dit is ongeveer wat Johan Vollenbroek nu al met religieus fanatisme doet voor de Natura2000-gebieden in Nederland. Welke instantie gaat trouwens bepalen wie voor welk natuurgebied de enige echte spreekbuis wordt?
Deltawerken hebben vrijheid van de Noordzee bruut ingedamd
En waar houdt dat op? Als de Waddenzee een rechtspersoon is, waarom dan het waddeneilandje Rottum niet? Lastig is wel, dat als Rijkswaterstaat ophoudt met zandsuppleren en het anderszins aanharken van de Waddenzee, Rottum over een paar decennia twintig kilometer verderop kan liggen, door de natuurlijke zeestromingen in de Waddenzee. Of Rottum kan dan spontaan verdwenen zijn. Zijn de rechten van Rottum dan geschonden? Door wie?
Als stukken natuur een rechtspersoon worden, kun je ze dan ook verantwoordelijk houden voor schade die ze aanrichten? Of hebben ze alleen rechten, maar geen verantwoordelijkheden, als eeuwig minderjarige kinderen? De Noordzee in al zijn woeste vrijheid veroorzaakte de Watersnoodramp in 1953. Daarom zijn de Deltawerken gebouwd, die deze vrijheid bruut hebben ingedamd.
Wat had de menselijke voogd van de Noordzee in 1954 moeten zeggen over het Deltaplan om Zeeland te beschermen? Niet doen? Als we nu van de Noordzee een rechtspersoon maken, en daar een voogd voor aanstellen, moet die dan gaan pleiten voor het terugdraaien van deze onrechtmatige situatie, dus het afgraven van de Deltadijken?
Welk verleden wordt ons referentiepunt?
Als natuurgebieden rechtspersonen worden, kun je er op wachten dat er rechtszaken worden aangespannen over hun rechten die in het verleden zijn geschonden, met de eis tot herstel. Welke datum in het verleden is dan nog een aanvaardbaar referentiepunt? Als we de natuur in Nederland gaan herstellen tot de situatie in 1500, staat de halve Randstad permanent onder water. Zelfs als je maar een eeuw teruggaat, tot 1922, moet de Afsluitdijk worden weggehaald, met alle consequenties van dien.
Als herstel van de oorspronkelijke situatie onmogelijk is, gaan we dan meemaken dat er processen worden gevoerd over herstelbetalingen aan natuurgebieden, uit te keren aan hun vertegenwoordiger op aarde?
Uiteraard kunnen zulke absurde consequenties worden uitgesloten in allerlei extra bepalingen bij een wet die natuur de status van rechtspersoon geeft. Maar als dat allemaal goed wordt afgedekt, dan komt het er op neer dat die status wordt uitgekleed tot een regeling die weinig tot niets verschilt van de huidige bescherming van de natuur. Ondertussen is dat weer extra werkverschaffing voor juristen, advocaten en consultants, die geen zinnige bijdrage levert aan verantwoord omgaan met de natuur.
U leest de heldere, nuchtere berichten van wetenschapsjournalist Arnout Jaspers iedere zaterdag in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!