Moet het verplicht worden moeilijke achternamen goed uit te spreken?
‘Onze namen spelen een belangrijke rol in hoe anderen ons identificeren. Een goede uitspraak toont respect en waardering voor iemands culturele achtergrond’, zegt sociaal-psycholoog Ceren Abacioglu in een artikel van de actualiteitenrubriek van AvroTros, EenVandaag. In het artikel wordt zelfs gesteld: ‘het verkeerd uitspreken van een naam kan zelfs psychische gevolgen hebben.’ Mensen buiten de Randstad weten hoe het is om namen te moeten aanpassen, maar daarover gaat dit artikel niet. Het richt zich namelijk slechts op mensen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond.
Collard, op z’n Nederlands
Tegenwoordig spel ik vaak mijn achternaam in plaats van deze op te noemen, als iemand ernaar vraagt. Kollet? Kollert? Kollad? Kolland? Koelaernt? Nee, Collard. En als iemand de naam leest, dan zeggen ze meestal ‘Collááárd’. U weet wel, zo op z’n Frans. Maar het is gewoon Collard. En in het buitenland spreken ze mijn voornaam ofwel uit als Bird (vogel) of als Bàààwrrrt (alsof ik uit een piratenfilm ben ontsnapt). Niet dat het me veel uitmaakt hoe mensen het uitspreken, maar in de hedendaagse samenleving kan ik doorgaan voor slachtoffer. Al die mensen waarderen mijn culturele achtergrond kennelijk te weinig, hoewel het zou kunnen zijn dat die vlieger niet opgaat omdat ik een blanke heteroseksuele Nederlandse man ben.
Een jonge vrouw met een Turkse naam die wordt geïnterviewd verklaart dat ze zich afvraagt waarom zij zelf wel namen goed kan uitspreken, maar waarom anderen dat niet kunnen. Volgens EenVandaag wordt veel waarde gehecht aan het correct uitspreken van de naam, omdat de naam voor verbinding met een andere cultuur dan de Nederlandse zorgt. Als de naam niet goed wordt uitgesproken is het ‘alsof je identiteit niet volledig gewaardeerd wordt’.
Dounia Maakor, een ‘diversiteits- en inclusiviteitsspecialist’ constateert dat ‘mensen met een biculturele achtergrond (…) hun naam “versimpelen” voor de ander’. Eigenlijk net zoals autochtone Nederlanders met een naam die moeilijk is voor anderen dat doen. Volgens Maakor is dat echter niet het juiste om te doen. ‘Ik vind dat we juist moeten streven naar een samenleving waarin we mensen erop aanspreken als ze een naam verkeerd uitspreken.’ Volgens sociaal-psycholoog Ceren Abacioglu zou het verkeerd uitspreken van een naam zelfs kunnen leiden tot ‘vervreemding van die samenleving’.
Exotisme
Maakor pleit ervoor om elkaar de vraag te stellen: ‘hoe spreek ik je naam uit?’. Toch is dat een weinig overtuigend idee. Publicist Anousha Nzume, auteur van Hallo witte mensen, zou degene die deze vraag stelt beschuldigen van exotisme. Daaronder valt onder andere de vraag waar iemand vandaan komt. Zo’n vraag komt namelijk niet voort uit een oprechte interesse, maar vanuit een ingebakken racisme, zo lijkt zij te menen. Nzume: ‘Exotisme betekent een voorkeur hebben voor het vreemde. Het andere. Het buitenlandse. Het exotische.’ De vraag hoe je een achternaam uitspreekt impliceert immers dat het geen standaard-Nederlandse naam is.
Eind 2021 waarschuwde Syp Wynia al voor lage bestuurlijke prioritering van integratie door immigranten in onze samenleving. In de decennia daarvoor verschoof het accent steeds verder. Van behoud van eigen cultuur via inburgering en integratie naar inburgering voor autochtonen.
Met het aanbreken van het moment dat in sommige steden de meerderheid van de inwoners niet meer autochtoon was, werd het tijd geacht om ‘Nederlanders zonder migratieachtergrond in de multiculturele stad of samenleving’ te laten integreren.
Moet autochtone Nederlander op cursus?
Gaat dat u te ver? In het artikel op EenVandaag wordt de vraag gesteld hoe een situatie kan worden gerealiseerd waarin iemands naam waardig wordt geëerd. Abacioglu geeft het antwoord: ‘Dit kan bereikt worden door het aanbieden van materialen, trainingen en workshops om de omgang met diversiteit te verbeteren’. De autochtone Nederlander moet op cursus om de namen van inwoners met een andere culturele achtergrond beter uit te kunnen spreken.
Dat het verkeerd uitspreken van een moeilijke – al dan niet buitenlandse – naam getuigt van een gebrek aan inclusiviteit en verbinding is onzin. Sommige namen zijn complexer dan anderen. Abacioglu is voor Nederlanders lastiger uit te spreken dan Jansen. Na decennia van migratie lijkt het tijdperk te zijn aangebroken waarin de autochtone Nederlander volgens sommigen moet integreren in Nederland. Met een steeds groter aantal allochtone inwoners moet de autochtone Nederlander zich kennelijk naar rato aanpassen.
Bart Collard is criminoloog en publiceert regelmatig in Wynia’s Week.
De donateurs maken Wynia’s Week mogelijk. Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!