Met ‘De Staatsinjectie’ wil Tinie Kardol waarschuwen tegen rekenkundig denken rond hoogbejaarden

TinieKardol 17-9-24
Tinie Kardol schreef een waarschuwing tegen de bejegening van hoogbejaarden als kostenpost. (Beeld: Blauwburgwal)

Op 16 september verscheen het bijzondere boek De Staatsinjectie van Tinie Kardol, wetenschapper en zorgbestuurder. Hij gebruikt de romanvorm om diepgaande observaties over de positie van ouderen te verwoorden. Volgens Kardol worden ouderen steeds meer gezien als een kostenpost, wat leidt tot een groeiend gevoel van minderwaardigheid onder hen. Dit probleem blijft volgens hem grotendeels onderbelicht.

Wynia’s Week sprak met auteur Tinie Kardol en stelde hem acht vragen over zijn roman.

  1. Wie is Tinie Kardol eigenlijk?

Ik ben geboren en getogen in Uden, waar ik mijn schooltijd vooral doorbracht met het hoogstnodige doen en veel voetballen. Rond mijn 20ste ontdekte ik mijn passie voor schrijven, te beginnen bij het ziekenhuisblad ‘t Spuitje in Helmond. Later schreef ik toneelteksten en columns als vormingsleider voor werkende jongeren in Oss en bestuurder van ouderenzorginstellingen.

Vanaf 2004, na mijn promotie, schrijf ik artikelen en hoofdstukken voor wetenschappelijke tijdschriften en boeken. Ook verschenen er artikelen van mij in de Telegraaf en Trouw over onderwerpen als vergrijzing, ouderenhuisvesting, eenzaamheid en de ouderenzorg tijdens de coronapandemie.

In 2018 bracht ik het boek ‘Oud worden is niet voor watjes’ uit, met 61 korte verhalen over ouderdom, die goed werden ontvangen met 3000 verkochte exemplaren. In 2022 schreef ik een theaterscript over ‘de Staatsinjectie’, dat door 600 mensen werd bijgewoond. Nu werk ik aan een nieuw boek over menselijke gedragingen, maar het is nog niet zeker of dat voltooid zal worden.

Schrijven is voor mij een zeer ontspannende bezigheid. Het brengt mij zowel rust als inspiratie. 

  1. Wat heb je met het thema levensbeëindiging en de dood?

Het thema levensbeëindiging en dood achtervolgt mij niet, maar het houdt me wel bezig wanneer ik het tegenkom. Zo vroeg ik me af waarom een zeer oude en zieke man in mijn omgeving toch wilde blijven leven. Zijn antwoord was simpel: ‘Omdat ik nog iets voor anderen kan betekenen.’

In mijn jaren in de ouderenzorg zag ik vaak hoe sterk mensen, zelfs bij ernstige zorgbehoefte, aan het leven hechten. De dood is niet iets waar ze bang voor zijn, maar hij mag wel even op zich laten wachten.

Wat me ook opvalt, is het gebrek aan betrokkenheid van jongeren bij hun grootouders in West-Europa. Terwijl grootouders vaak voor jonge kleinkinderen zorgen, zijn oudere kleinkinderen afwezig als hun grootouders later steun nodig hebben. Deze situatie raakt aan thema’s in mijn werk, zoals in ‘De Staatsinjectie’.

Wat actieve levensbeëindiging betreft, vind ik de Nederlandse euthanasiewet passend, mits zorgvuldig toegepast bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Als mensen om andere redenen hun leven niet meer zinvol vinden, ligt er een verantwoordelijkheid bij ons allemaal om hen te helpen nieuwe zingeving te vinden. Dit vraagstuk mag niet worden beperkt tot een bepaalde leeftijdsgroep, maar vereist een bredere maatschappelijke reflectie.

  1. Je boek gaat over de hoofdpersoon die, net als alle andere 85-plussers, middels een injectie het leven moet beëindigen, omdat ouderen economisch te duur zijn voor de samenleving. Wat heeft je ertoe gezet dit verhaal te schrijven?

Een combinatie van persoonlijke- en werkervaringen en maatschappelijke ontwikkelingen heeft me dit verhaal doen schrijven. Ik zie dat ouderen geen of op zijn minst een aparte rol innemen in onze samenleving. Ik vond het tijd dat daar meer aandacht voor komt en koos voor de romanvorm.

  1. Het verhaal is wrang en verdrietig, maar ook hilarisch en cynisch. Waarom koos je voor deze opzet?

Omdat de hoofdpersoon worstelt met allerlei gevoelens. Hij is ontstemd, maar ook hoopvol, hij ervaart zijn situatie als bloedserieus, maar vraagt zich ook af of hij niet in een slechte film terecht is gekomen. Hij zit in een hopeloze situatie, maar beleeft het toch op verschillende manieren. Hij laat zowel de humor – die altijd een plaats in zijn leven heeft ingenomen  – als de tragiek toe die hem door de nieuwe wet heeft overvallen.

Daarenboven, maar dat is een persoonlijke gedachte, denk ik dat de lezer de tragiek beter kan verdragen als de humor af en toe om de hoek komt kijken. (Denk hierbij aan een leuke anekdote over een overleden persoon bij een uitvaart.) Het geeft de lezer even lucht.

  1. Denk je dat er in werkelijkheid ooit zo’n lugubere wet wordt geïntroduceerd?

Ik hoop van niet en denk het niet. Zeker niet zo expliciet. Maar in gesublimeerde vorm zitten we er niet zo ver van af. Denk aan de commissie-Dunning dertig jaar geleden en discussies rondom Covid die de vraag gemeenschappelijk hadden of keuzes gemaakt moeten worden bij schaarste aan zorg. Tegen de Europese wetgeving werd ingebracht – gechargeerd – dat jongeren eerder recht hebben op zorg en behandeling dan ouderen. Hier zien we de invloed van het economisch denken op het zorg- en behandelaanbod.   

  1. Zie je parallellen in de huidige samenleving? Zoals de mazen in de wet, geld, macht?

Er is in onze wereld een handel in organen waar mensen het leven voor moeten laten. Zie ook de toestanden rondom het toedienen van middel X. Wat is de volgende stap als het wetsvoorstel Voltooid Leven wordt aangenomen? Zo modelleren dat hulp bij zelfdoding praktisch uit het strafrecht wordt gehaald?

Waarom ligt de uiteindelijke beslissing over het al dan niet gebruiken/aanspraak maken op organen van overledenen die niet hebben aangegeven donor te willen zijn bij de overheid?

Waarom wordt het begeleiden van mensen met een doodswens/hulp bij zelfdoding in handen gelegd van niet-medici? (Wetsvoorstel Voltooid Leven).

  1. Welke doelgroep heb je op het oog voor dit boek?

Ouderen, mensen die ouders en/of grootouders hebben,  maatschappelijke instanties, zoals belangenbehartigende organen, opleidingen in gezondheidsrecht, gerontologie, bestuurskunde, medische-, paramedische-  en verzorgende beroepen. Mensen ook die niet tot deze doelgroepen behoren, maar een goed boek willen lezen met een verrassende plot, als ook mensen die bereid zijn de pointe van het verhaal te achterhalen.        

  1. Wat hoop je te bereiken met dit boek?

Een gevoel bij de lezers dat ze een heel mooi boek hebben gelezen. Een boek dat een traan en een lach heeft verschaft en een boek dat nagalmt. Een boek ook dat wordt gebruikt in opleidingen die te maken hebben met de positie van ouderen in onze samenleving en voor discussies over de waardigheid van het leven en over het belang van en de grenzen aan zelfbeschikking.

De Staatsinjectie is te koop via elke (internet-)boekhandel en uiteraard in onze webwinkel.

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!