Menno Tamminga: Minister Heinen kan een miljard extra verdienen op ‘staatsbank’ ABN Amro. De sleutel ligt in Duitsland
Het was een ontboezeming zoals je zelden leest bij de benoeming van een bestuursvoorzitter (ceo, in het jargon) van een grote Nederlandse onderneming. ’Ik was niet zelf op het idee gekomen om ceo van ABN Amro te worden’, bekende Robert Swaak tegenover Het Financieele Dagblad. Dat was in april 2020. Hij bleek gebeld door een headhunter.
Drie maanden geleden kondigde Swaak zijn vertrek aan. Hij is ‘in de eerste helft van 2025’ weg. Verrassend. Hij was vier maanden daarvóór herbenoemd voor een termijn van vier jaar.
Onrust en onduidelijkheid
Zijn voortijdig vertrek onderstreept de onrust bij bank en de onduidelijkheid over de toekomst. Onrust en onduidelijkheid kleven aan ABN Amro sinds de Nederlandse staat op 4 oktober 2008 besloot om de bank te nationaliseren. Prijskaartje: bijna 22 miljard euro.
Premier Jan Peter Balkende (CDA), minister van Financiën Wouter Bos (PvdA) en president Nout Wellink van De Nederlandsche Bank wisten toen wat ze níet wilden, namelijk financiële paniek. Géén rijen klanten bij geldautomaten.
Maar wat de overheid wél wilde met deze commerciële ‘staatsbank’, dat is al zestien jaar lang onduidelijk. Vandaar de telkens terugkerende spanningen.
Wat is er sinds de nationalisatie met de aandelen gebeurd? ABN Amro ging eind 2015 naar de beurs en sindsdien heeft de overheid 60 procent van de aandelen verkocht. Waarde van de resterende 40 procent: 5,2 miljard euro.
Achtereenvolgende ministers van Financiën lieten onduidelijkheid bestaan over de vraag of we de 22 miljard euro zouden terugverdienen. Eelco Heinen (VVD) heeft daar een eind aan gemaakt.
Bij de huidige koers van de aandelen bedraagt de strop ruim 5 miljard euro. In een brief aan de Tweede Kamer stelde Heinen dat de overheid de bank niet had gekocht als ‘investering om rendement op te maken’. Daarom wil hij niet wachten op een mogelijk hogere beurskoers.
Heinen heeft gelijk dat de overheid geen belegger is, maar als minister van Financiën moet hij wel als een goed huisvader het aandelenpakket beheren en het maximale eruit slaan voor de burger. Maar dat doet hij niet. Over wat hij wel zou moeten doen, kom ik straks terug.
Slepende zaken
Naast de verkoop van ABN Amro aandelen zijn er meer slepende zaken onder de staatsdeelnemingen. In 2013 nationaliseerde het tweede kabinet-Rutte bank en verzekeraar SNS Reaal. Ook toen om spaarderspaniek te voorkomen. Inmiddels resteert nog het bankendeel van SNS Reaal dat is omgedoopt in Volksbank, met de ‘merken’ ASN, Regiobank, SNS en woningfinancier BLG.
Ook de Volksbank was jarenlang het middelpunt van onrust in de top en onduidelijkheid over de toekomst. Moet de bank een coöperatie worden? Of een bijtertje dat de concurrentie op de spaar- en hypotheekmarkt aanblaast? Of moet de overheid er gewoon vanaf?
Minister Heinen doet het laatste. Hij wil poen, geen experimenten. De bank, die met een laag rendement kampt, wordt verkooprijp gemaakt. Er is een ‘transformatietraject’ aangekondigd, een woord dat klinkt als de voorbode van een reorganisatie.
Dan is er het hoofdpijndossier van staatsbedrijf Tennet, dat het hoogspanningsnet beheert. De Duitse activiteiten van Tennet slokken zoveel kapitaal op, dat Nederland het Duitse dochterbedrijf aan Duitsland wilde verkopen. Daar was de bondsregering zelf twee jaar geleden over begonnen. Maar Duitsland is platzak. Nu zoekt Nederland particuliere investeerders.
Deze drie slepende dossiers hebben één ding gemeen: iedereen weet dat Nederland ervan af wil. Dat helpt de verkoopprijs natuurlijk niet.
Duitse angst
Maar er speelt ook nog iets anders. Dat is de poging van de Italiaanse bank Unicredit om de Duitse Commerzbank over te nemen. De Italianen grepen hun kans toen de Duitse overheid pakketten aandelen van de Commerzbank in de verkoop deed, zoals ook Nederland dat met ABN Amro doet…
De Duitse staat had aandelen Commerzbank gekocht bij een reddingsactie van de bank, zoals Nederland met ABN Amro. De Duitse minister van Financiën is meteen gestopt met zijn aandelenverkopen toen Unicredit de koper bleek te zijn. Inmiddels bezitten de Italianen 9,9 procent van de Commerzbank plus opties voor een groter belang. De Duitse overheid zegt echter nee tegen een overname.
De uitweg
Commerzbank en de Duitse overheid zoeken een uitweg uit de greep van Unicredit. En in deze impasse past ABN Amro. Want waarom doet de Commerzbank niet een overnamebod op ABN Amro en zet zij Unicredit buiten spel? De Duitse overheid bezit 10 procent van de Commerzbank, de Nederlandse overheid 40 procent van ABN Amro.
Met zijn dominante belang in ABN Amro kan minister Heinen een lucratieve overnamepremie bedingen om mee te doen. Bij een premie van 20 procent, niet ongebruikelijk, is dat één miljard euro extra! Dat verlost Heinen ook van een urgent probleem. Vind maar eens een ervaren opvolger voor Swaak terwijl de bank met handen en voeten is gebonden aan de politieke weerzin tegen hogere beloningen.
De Nederlandse en Duitse ministers van Financiën willen graag sterke banken en een Europese kapitaalmarktunie. Dit is hun kans. Of praten zij alleen over begrotingstekorten tijdens hun vergaderingen? Hun aandelenpakketten zijn de basis voor een nieuwe West-Europese bank. En de Nederlandse burger kan nog wat verlies inhalen. Daarom loont het om het substantiële belang van 40 procent in ABN Amro nog even aan te houden voor het beste resultaat.
Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.
Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!