Menno Tamminga: Hoezo ‘groene energiepolitiek’? We zijn voor ons gas afhankelijk van Donald Trump

tamminga
Als het gaat om aardgas heeft Nederland zijn afhankelijkheid van Rusland ingewisseld voor afhankelijkheid van de Verenigde Staten. Beeld: YouTube.

Dunkelflaute. Kent u dat woord?

Bij het schrijven van deze column keek ik even naar buiten. Dat grijze, bewolkte en windstille weer. De tijd van het jaar, zegt u? De donkere dagen voor kerst. Steek wat kaarsen aan. Geen zorgen.

Toch wel. Dunkelflaute is meer dan een tijd-van-het-jaar-somberheid. Het woord is uit Duitsland komen binnenwaaien. Dat is niet voor niets. In Duitsland heeft men er namelijk, na de sluiting van de kerncentrales én het stapsgewijze stoppen met kolencentrales, als eerste ervaring mee gekregen.

Geen zon, geen stroom

Bij Dunkelflaute leveren zonnepanelen en zonnevelden niks op. Bij Dunkelflaute staan windmolens stil. Kortom: in tijden van Dunkelflaute levert de groene energiepolitiek niet wat ze moet leveren, namelijk licht en stroom en warmte. Maar dat staat er in de kleine lettertjes van de wind- en zonnestroompolitiek niet expliciet bij.

Wie moeten dan het ‘vuile’ werk opknappen?

Precies. Die vermaledijde gas- en kolengestookte energiecentrales, als ze er nog zijn. En zolang ze er nog zijn.  

Dunkelflaute speelt inmiddels ook de Nederlandse energiepolitiek parten. En dus ook ons huishoudboekje, want energiepolitiek en energieprijzen vertalen zich in inflatie en koopkracht.

Dat werkt op twee manieren. De eerste is de prijs van groene energiepolitiek. Dunkelflaute ontmoedigt de voorstanders van zonne- en windenergie op land en ter zee niet. We zitten nu even in een lastige periode, maar op langere termijn wint groen.

Naarmate steeds meer windmolens en zonnevelden worden aangesloten én steeds meer bedrijven en huishoudens elektrificeren, moet het stroomnet uitbreiden en robuuster worden.

De rekening daarvoor komt deels bij consumenten terecht. Volgend jaar stijgen de zogeheten nettarieven die de regionale beheerders, zoals Liander, Enexis en Stedin, met ongeveer 11 procent, kondigde de energietoezichthouder ACM, de Autoriteit Consument & Markt, vorige maand aan. Dat komt overeen met zo’n 60 euro per jaar per doorsnee huishouden, becijferde de ACM.

Deze stijging versterkt de toch al hardnekkige inflatie (nu 4 procent) en vertaalt zich in looneisen van vakbonden.

Deuk in gasvoorraad

Het tweede gevolg van de Dunkelflaute is een hoger gasverbruik. Dus stijgen de gasprijzen op de groothandelsmarkt. Wie een energiecontract heeft met variabele prijzen ziet zijn kosten stijgen. Interen op de gasvoorraad is toch geen probleem? Ook na sluiting van het Slochterenveld is onze voorraad ruimschoots voldoende, toch?

Dat valt tegen. Op het zogeheten Nationaal Energie Dashboard kun je elke dag zien hoe Nederland ervoor staat. Het slechte nieuws is: de zogeheten vulgraad van de gasvoorraden is dit jaar op dit moment de op een na laagste van de afgelopen vijf jaar. Afgelopen zondagmiddag 15 december was de vulgraad 66,7 procent. En dan moet het winterweer nog komen.

Alleen in 2021 was de vulgraad lager. Dat had een reden. Gazprom, het Russische staatsgasbedrijf dat toen een cruciale partij was in de gasopslag Bergermeer (bij Alkmaar), had zijn deel van de gasberging niet gevuld. Achteraf, na Poetins inval in de Oekraïne begin 2022, begon het te dagen. Gazprom verzaakte, zodat Rusland zijn aardgas kon inzetten als drukmiddel tegen landen in West-Europa. De gasprijs schoot omhoog. De inflatie volgde.

Alom was de conclusie: West-Europa was te afhankelijk geworden van één leverancier. Dat moest anders. Er moesten meer leveranciers worden gevonden. Diversificatie. Deze conclusie was ook koren op de molen van de groene energiepolitiek, want eigen wind en zon, zou ons minder kwetsbaar maken. Ja, afgezien van Dunkelflaute dan.

Wie leveren gas?

Resumerend: Dunkelflaute is een aanslag op onze gasvoorraden.

Daarmee dringt de vraag zich op: wie bellen wij eigenlijk als de voorraden slinken? Wie zijn, nu Gazprom is weggevallen, onze belangrijkste leveranciers?

Statistiekbureau CBS heeft dat eerder dit jaar netjes in kaart gebracht over de periode 2021-2023. Om te beginnen zie je hoe het aanbod van aardgas is verschoven van ‘gasvormig aardgas’, zeg maar het traditionele gas dat ook in het Slochterenveld werd gewonnen, naar vloeibaar aardgas (lng). We verbruiken nog wel net wat meer traditioneel aardgas dan lng. Voor het traditionele gas heeft Nederland twee ‘huisleveranciers’: Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk.

De verschuiving naar grotere afhankelijkheid van lng heeft vergaande gevolgen. Bij lng betaal je namelijk doorgaans de hoofdprijs. Dat is het gas dat grote tankers over de oceanen vervoeren. Tankers die van koers veranderen als de prijzen elders hoger liggen.

Wie zijn onze nieuwe lng-leveranciers? Trinidad en Tobago zijn sterk in opkomst, evenals Angola en Quatar. Er kwam in 2023 ook nog steeds Russisch lng. Onze op een na grootste lng-leverancier is Noorwegen. Maar veruit de allergrootste, met een aandeel van 72 procent in de lng-invoer, is de Verenigde Staten. De VS is níet van de groene industriepolitiek, maar van fossiele brandstof en fracking.

Wat doet Trump?

Anders gezegd: Nederland heeft zijn afhankelijkheid van Rusland ingewisseld voor afhankelijkheid van de VS.

Hoor ik u nu opgelucht adem halen? Dat is een begrijpelijke reactie. De VS zijn een militaire bondgenoot. Een economische partner. De VS steunen ons toch wel als we krap in het gas zitten?

Ik zou er niet zo zeker van zijn. De VS hebben één belang, dat is het belang van de VS. Inkomend president Donald Trump heeft geen moeite met een invoertarievenstrijd die ons ook benadeelt. Zijn voorganger had er geen moeite mee om chipmachinefabrikant ASML in Veldhoven af te knijpen met een verbod op de uitvoer van hypermoderne machines naar China.

Het is een ruige wereld. Maar Nederland wil dat maar niet begrijpen.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Hartelijk dank!