Menno Tamminga: Het regeerprogramma van Schoof blijkt vooral een praatprogramma

MennoTamminga 17-9-24
Formateur Richard van Zwol (l) en premier Dick Schoof. ‘Vroeger kookten ambtenaren het beleid voor, nu voeren ze ook de regie.’ Beeld: tweedekamer.nl

Het vierde kabinet Balkenende (CDA, PvdA, ChristenUnie) had in 2007 de primeur. De regeringsploeg trok zijn eerste honderd dagen het land in. Een van de ministers ondernam zelfs een heuse bustour. De nieuwe ploeg wilde luisteren naar ‘de mensen in het land’. Welke problemen gaven Nederlanders prioriteit en hoe zagen zij de oplossingen?

Bij het lezen van het regeerprogramma van het kabinet-Schoof overviel me de gedachte: hé, is dit een herhaling? De ministersploeg heeft een keur aan brancheverenigingen, regeringsadviseurs, ondernemingen én gewone mensen gesproken. Achterin het regeringsprogramma staat een lijst gesprekspartners, en dat zijn dan alleen nog maar de belangrijkste. 156 namen. Achter sommige namen, zoals ‘toeslagenouders en jongeren’ gaan meerdere mensen schuil.

Samen doen

De lijst is lang en kleurrijk. Van de geijkte ‘polderboeren’ werkgeverslobby VNO-NCW en vakbond FNV tot vertegenwoordigers van professionele boeren en vissers, zoals LTO, Agractie en de Vereniging Visafslagen tot Albert Heijn en chipmachinefabrikant ASML en tot opiniepeiler Maurice de Hond en stikstofexpert Arnout Jaspers, een coryfee van Wynia’s Week.

‘Kenmerkend is dat we het samen doen’, zei minister-president Dick Schoof afgelopen vrijdag bij de presentatie. Bij deze gelegenheid erkende hij ook dat het kabinet het programma geen missie had meegegeven. Op de omslag staat: Regeerprogramma. Uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet. Het kabinet Balkenende Vier had de slogan ‘Samen werken, samen leven’ bedacht. Schoof had het zo kunnen parafraseren. ‘Aanpakken en groeien’. Zonder een bindende missie oogt het kabinet wat hulpeloos.

Wie dacht dat na de verkiezingen van vorig jaar radicale populisten Nederland op zijn kop zouden zetten, staat na dit regeerprogramma weer met beide benen op de grond. De bomen groeien niet meer tot in de hemel, constateert het programma. Factcheck: bomen hebben nooit tot in de hemel gegroeid. Of is dit een steek onder water van de niet zo zuinige minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) aan PVV, BBB en NSC die hun verkiezingsprogramma om verschillende redenen niet lieten doorrekenen door het Centraal Planbureau?

Het kabinet-Schoof neemt zeker ongewone, niet eerder beproefde maatregelen, zoals het uitroepen van een asielcrisis. Het kabinet duwt defensie omhoog op de prioriteitenlijst. ‘De geopolitieke situatie maakt actief defensie-industriebeleid noodzakelijk om de productie- en leveringszekerheid van materieel en grondstoffen snel te vergroten.’ Het kabinet wil ook strategische voorraden aanleggen van ‘essentiële zaken’ met als voorbeeld medicijnen.

Polderen

Maar de hoofdlijn van de economisch aanpak is conventioneel, zelfs een beetje té conventioneel. Het is polderen, pacteren en toppen. Het regeerprogramma is vooral een praatprogramma.

De eerste top staat al op de agenda voor ‘begin vierde kwartaal’ en gaat over migratie: asiel-, arbeids- en studiemigratie. Op deze ‘grip op migratie’-top moeten ‘de eerste concrete stappen en resultaten’ worden besproken, en wil het kabinet vooruit ‘kijken naar de gezamenlijke inzet in 2025 en verder’.

Woontop

De volgende top, dit najaar, is een ondernemingsklimaattop. Het kabinet wil namelijk dat Nederland terugkomt in de top-5 van meest concurrerende economieën. Nu is dat plaats 9. Het kabinet-Schoof wil met een ‘Pact Ondernemingsklimaat’ het vertrouwen van ondernemers versterken en zijn waardering uiten voor ondernemerschap.

Schoof houdt het temp hoog. Eind dit jaar komt er een Woontop, ja, met een hoofdletter W. ‘De uitkomst van deze top zijn afspraken tussen het Rijk, Pensioenfondsen, woningcorporaties, gemeenten en provincies over hoe de woningbouw structureel te verhogen. Dat is nodig en dat gaan we dus gewoon doen.’

Met deze opsomming lijkt het kabinet te bevestigen wat eerder al, in een primeur van weekblad EW, naar buiten kwam: de pensioenfondsen zeggen miljarden toe voor woningbouw en als beloning komt de nieuwe regering niet terug op de nieuwe, controversiële pensioenwet.

Het kabinet komt op het terrein van migratie in zijn programma met een reeks maatregelen en voornemens, over wonen staat er al wat minder in, over het ondernemingsklimaat gaat het vooral om: minder regels en meer waardering. Bij nogal wat voornemens is de vraag: hoe dan? 

Neem de energiekosten voor de Nederlandse industrie die aanzienlijk hoger zijn dan in de omringende landen. ‘Het kabinet wil energiekosten niet significant uit de pas laten lopen met buurlanden, zodat Nederlandse bedrijven kunnen concurreren met het buitenland.’ Dan zal er toch echt meer moeten gebeuren dan het terugdraaien van de CO2-heffing voor de industrie.

Ander voorbeeld. Het kabinet houdt vast aan het doel dat bedrijven en overheid in 2030 3 procent van het binnenlands product investeren in onderzoek en ontwikkeling (r&d). Nu is dat 2,3 procent en al jaren min of meer stabiel. Hoe moet dat percentage omhoog? Het kabinet-Schoof heft het Nationaal Groeifonds, aanjager van r&d op. Philips, een grote investeerder in r&d saneert zijn NatLab in Eindhoven. 

Ambtenaren voeren regie

Het programma leunt in zijn economische politiek zwaar op de adviezen van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. Denk aan: minder lagelonen migranten aantrekken, een brede hoogwaardige kennisindustrie ontwikkelen, de economische structuur van Nederland bijstellen en de bevolkingsgroei door immigratie afremmen. De naam van de commissie komt zeven maal voor in het programma.

De voorzitter van deze staatscommissie was Richard van Zwol, een oud-topambtenaar én een (in)formateur van het kabinet-Schoof. De uitvoerder is een andere oud-topambtenaar, namelijk Dick Schoof. Het is zo Néderlands, maar met één verschil. Vroeger kookten ambtenaren het beleid voor en konden politici uit wat opties kiezen. Nu is ook dat laatste in handen van een oud-ambtenaar.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!