‘Meer geld voor onderzoek’ is vaak kansloze investering, omdat NL zoveel kleiner is dan de wereld
Afgelopen week moest klimaatminister Rob Jetten in de Tweede Kamer met de billen bloot, toen hij toegaf dat zijn 28 miljard euro kostende klimaatpakket de temperatuurstijging van de aarde met 0,000036 graden ging dempen. Deze absurde kosten-baten verhouding moet je eerlijkheidshalve wel in perspectief zetten.
Als je alleen kijkt welk verschil Nederland maakt voor een inherent mondiaal probleem, gebruik je het soort argument van de Nederlandse burger die zegt: ik betaal maar geen belasting meer, want ik draag toch maar 0,00001 procent bij aan het budget van de overheid.
Smijten met miljarden
Een eerlijker graadmeter voor de effectiviteit van Jettens klimaatpakket houdt dus rekening met welk aandeel Nederland heeft in de mondiale broeikasgasuitstoot, en dat is 0,4 procent (1 op 250). Als de hele wereld Jettens aanpak overnam, zou de opwarming dus met 250 x 0,000036 = 0,009 graad gedempt worden, nog steeds een onmeetbaar geringe vermindering. Om het klimaatakkoord van Parijs te redden, is een demping van de opwarming met ongeveer een hele graad in het jaar 2100 nodig, dus grofweg honderd keer (1/0,009 = 111) het pakket van Jetten, wereldwijd uitgerold.
Of het nu gaat over corona, klimaat of stikstof, smijten met miljarden lijkt voor hedendaagse politici een doel op zich geworden, een statusdingetje. Zonder enige kritische reflectie op doelmatigheid worden pakketten maatregelen en subsidies op elkaar gestapeld alsof geld gratis is. Tot voor kort leek dat ook zo: overheden konden tegen nul rente geld lenen. Die tijd is voorbij, maar het zal nog wel een jaar of twee, drie duren voordat dit besef is ingedaald. Dan krijgen we weer politici die alleen maar geobsedeerd zijn door bezuinigen.
Het geloof dat elk probleem subiet oplosbaar is door er bakken met geld tegenaan te smijten, is niet voorbehouden aan de politiek; de gezondheidszorg en het actiewezen kunnen er ook wat van. En ook daar vind je die hoogst merkwaardige illusie, dat de rest van de wereld eigenlijk niet bestaat. Immers, Jetten probeert ons te overtuigen dat zijn pakket nodig is om Nederland te behoeden voor klimaatverandering, en je krijgt de indruk dat velen in kringen van D66 en GroenLinks werkelijk geloven dat Nederland een eigen klimaat heeft waar we met zulke maatregelen aan kunnen fröbelen.
Net zo worden Nederlanders intensief bewerkt door allerlei goededoelen-clubs om te doneren voor onderzoek dat ons moet gaan verlossen van kanker, Alzheimer of hart- en vaatziekten. Al die ziektes zijn kwalen die wereldwijd veel voorkomen, en waar wereldwijd onderzoek naar gedaan wordt met budgetten die vele malen groter zijn dan wat Nederland ooit zal kunnen opbrengen.
Doneer liever voor de plaatselijke voetbalclub
Als een onderzoeksgroep, waar ook ter wereld, een effectieve therapie tegen Alzheimer of kanker ontdekt, is het eerste wat die groep doet, haar ontdekking publiceren in The Lancet, en dan weten wij in Nederland en de rest van de wereld het ook.
Hoe groot is dan de kans, schat u, dat uw in Nederland gedoneerde euro gaat bijdragen aan de verlossende therapie tegen Alzheimer of kanker? Doneren voor zulke ziektes is dus wezenlijk anders dan doneren voor het nieuwe grasveld van de plaatselijke voetbalclub.
Daar komt nog bij, dat we heel goed weten hoe we een grasveld moeten aanleggen, terwijl we wat betreft de therapie tegen Alzheimer op belangrijke punten nog in het duister tasten. Sterker nog, onlangs werd bekend dat het onderzoek dat destijds als baanbrekend werd beschouwd en sindsdien talloze onderzoekers als leidraad heeft gediend, ernstige manco’s vertoont en wellicht zelfs frauduleus was. Dikke kans dat vele miljoenen zijn besteed aan projecten die kansloos waren omdat ze uitgingen van verkeerde veronderstellingen.
Researchtrein decennia op dood spoor
Uiteraard heb je in wetenschappelijk onderzoek nooit de garantie dat het succesvol is – daarom heet het onderzoek. Maar de realiteit van het moderne wetenschapsbedrijf is, dat als de researchtrein in een bepaalde richting eenmaal op gang komt, er ook internationaal gretig wagons aan de trein gehangen worden en niemand zich nog afvraagt of ergens in het traject niet een wissel verkeerd stond.
In wetenschappelijk onderzoek zal zulk smijten met geld vaak juist contraproductief zijn: al snel gaat al het geld naar die ene trein waarvan later blijkt dat die op de verkeerde weg was. Maar onderzoekers die niet op die trein gesprongen zijn, blijven blut langs het spoor achter. Achteraf kun je stellen, dat in het Alzheimer-onderzoek veel te makkelijk als dogma is aangenomen dat het zogeheten ‘plaque’-eiwit amyloid de grote boosdoener is. Mogelijk heeft dit de researchtrein decennia lang op dood spoor gezet.
Zijn Nederlandse long covid-lijders uniek in de wereld?
Daar vallen lessen uit te trekken voor andere kwalen waarover nog veel minder bekend is, met als actueel voorbeeld long covid. De roep vanuit de media en vanuit (al snel ook gesubsidieerde) actiegroepen om ‘meer onderzoek naar long covid’ is voor overheden onweerstaanbaar. Toen we nog midden in de pandemie zaten, werd daarvoor door de Amerikaanse NIH al een miljard dollar toegezegd (al weet ik niet wat de status van die toezegging nu is). Een miljard dollar, dat zijn een slordige tienduizend onderzoekers. Is ooit serieus nagedacht over wat die allemaal moeten gaan doen?
In Nederland is nu door ZonMw ook nog 32 miljoen euro klaargezet. Dat is dus een soort Jetten-pakket voor long covid-bestrijding. Hoe groot is de kans dat niet in de VS, maar in Nederland ontdekt wordt wat long covid werkelijk is, hoe je een objectieve diagnose stelt en wat dan de behandeling kan zijn? Zijn we in Nederland bang dat de resultaten van dat waarschijnlijk Amerikaanse onderzoek niet in The Lancet komen? Of dat Nederlandse long covid-lijders uniek in de wereld zijn?
In serieuze wetenschapsbeoefening wordt alleen serieus geld neergezet bij maar een paar onderzoeksgroepen waarvan aantoonbaar is, dat ze beschikken over unieke expertise en tot de besten van de wereld op dat onderwerp behoren. Wat betreft long covid valt daarover momenteel geen zinnig woord te zeggen, omdat het onderzoek nog in de kinderschoenen staat. Er bestaat nog niet eens een methode om met enige mate van objectiviteit vast te stellen wie een long covid-patiënt is. In het begin van de pandemie, toen nog niet bijna iedereen antistoffen had, bleek zelfs dat veel zelfverklaarde long covid-lijders nooit een covid-infectie hadden doorgemaakt.
De realiteit is, dat zowel NIH als ZonMw zijn meegegaan in de assertieve ziektemarketing op dit gebied, en zich gedwongen voelden om een ruif geld klaar te zetten voor iedere medisch onderzoeker die maar een voorstel wil schrijven.
Wetenschappelijke kennis is wat anders dan worst of sokken
Het is weer zo’n uiting van de misvatting dat wetenschappelijke kennis net zo iets is als worst of sokken: hoe meer geld, hoe meer productie. Maar echte vooruitgang in de wetenschap begint altijd met een diepgaand idee over hoe iets in elkaar steekt. Dat idee kan fout zijn – zoals waarschijlijk de amyloid-hypothese bij Alzheimer – maar dat moet dan blijken uit gericht onderzoek. En dan is het wachten op een nieuw, potentieel vruchtbaar idee dat je met onderzoek op de pijnbank legt.
Als je al niet eens een idee hebt, zoals bij long covid, komt onderzoek helemaal niet van de grond. Dan doe je maar alsof je onderzoek doet, al kan het er best nog indrukwekkend uit zien, met al die promovendi in witte labjassen en grote aantallen patiënten die worden onderworpen aan peperdure bloedtests, MRI- en PET-scans en onbewezen therapieën. Zulk onderzoeksgeld creëert wel banen, en wetenschappelijke publicaties, en misschien een gevoel van erkenning bij patiënten, maar vrijwel zeker geen nieuwe kennis.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is schrijver van de bestseller ‘De Stikstoffuik’. Zijn columns verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving, die vrij beschikbaar is voor iedereen. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!