‘Meer dan 10.000 onschuldige burgerslachtoffers’? Neem dat getal maar met een paar flinke korrels zout
Wanneer zullen mensen ooit leren om hun oordeel over de betrouwbaarheid van informatie niet te baseren op de emotionele lading ervan? Na een maand scorebord-journalistiek zonder enige bedenking bij de vanuit Gaza gerapporteerde dodencijfers van onschuldige burgers, staat de teller nu boven de magische grens van 10.000, ‘waarvan de helft kinderen’.
Die cijfers zijn afkomstig van het door Hamas gecontroleerde Ministry of Health in Gaza. Hamas is een club psychopathische leugenaars, maar naar verluidt heeft dit ministerie nog wel enige onafhankelijkheid, zodat we niet zonder meer mogen aannemen dat die cijfers fantasie zijn. Volgens persbureau AP waren hun cijfers bij vorige Gaza-oorlogen zelfs vrij goed in overeenstemming met die van het IDF, het Israëlische leger, dat er uiteraard geen belang bij heeft om het dodental te overschatten.
Maar resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor het heden. Misschien heeft Hamas het gezondheidsministerie inmiddels wel compleet in de houdgreep genomen. Militaire commentatoren hebben hun verbazing uitgesproken over dit enorme aantal slachtoffers, gegeven wat bekend is over de omvang van de bombardementen. Het dodental is nu al vijf keer zo hoog als in de hele Gaza-oorlog in 2014, inclusief het grondoffensief, dat in deze oorlog nog maar nauwelijks is begonnen.
Voor Israël-haters is elk cijfer goed genoeg
Hoe dan ook, voor Hamas en het gezondheidsministerie is elke geregistreerd slachtoffer een onschuldig burgerslachtoffer, want Hamas-terroristen en hun hulptroepen bestaan in die statistiek niet. Ook wordt geen onderscheid gemaakt naar slachtoffers van eigen raketten. Hamas schiet ook nu nog iedere dag raketten af op Israël, die vaak kort na de lancering al neerstorten. Op de eigen burgers dus.
Schrijnend voorbeeld is de vermeende Israëlische bom op het al-Ahli Arab ziekenhuis die vijfhonderd doden veroorzaakt zou hebben. Factcheck: naar alle waarschijnlijkheid zo’n Hamas-afzwaaier, met dertig tot vijftig doden. Staan daar nu vijfhonderd of vijftig doden voor in de statistiek van het ministerie?
Hamas claimde dat het dertigduizend strijders klaar had staan om het IDF een lesje te leren. Als dat er nu vijfduizend minder zijn door het Israëlische offensief, en nog duizend burgers zijn slachtoffers van Hamas-afzwaaiers, hoe disproportioneel is dit geweld dan nog? Natuurlijk gaat geen enkele Israël-hater zijn standpunt over de rechtmatigheid of proportionaliteit van het Israëlische offensief wijzigen vanwege een dergelijke bijstelling van de cijfers. Voor hen is elk cijfer goed genoeg als propagandawapen. Je kan tenslotte altijd nog zeggen: elk dood kind is er één teveel.
We zullen waarschijnlijk nooit met enige nauwkeurigheid weten hoeveel onschuldige Palestijnse slachtoffers deze oorlog gemaakt heeft, vanwege de chaos die inherent is aan oorlog, en de vaagheid van de grens tussen ‘Hamas-strijders’ en burgers. Hoe onschuldig ben je nog als je hebt staan juichen over de slachting die Hamas aanrichtte op 7 oktober, en hebt meegedaan met het verspreiden op sociale media van hun weerzinwekkende video’s? Hoe onschuldig zijn ouders die hun kinderen met de paplepel ingieten dat ze martelaar voor Hamas en Allah moeten worden?
In elk oorlogsgebied worden aantallen slachtoffers zowel overschat – doordat verschillende bronnen dezelfde gevallen rapporteren, of zelfs verzinnen – als onderschat, omdat sommigen volstrekt anoniem omkomen. Het zo betrouwbaar mogelijk schatten van aantallen slachtoffers is een tak van toegepaste wetenschap waarvoor een apart centrum bestaat, maar zulk onderzoek is arbeidsintensief en kost tijd .
Strikt genomen zouden de media helemaal geen dagkoersen van aantallen slachtoffers moeten rapporteren, en zich moeten beperken tot individuele verhalen die wel onafhankelijk te checken zijn. Maar dat is natuurlijk niet haalbaar.
Nooit wordt gerept van vermisten
Vreemd genoeg wordt in de officiële cijfers over doden en gewonden in Gaza nooit gerept van vermisten. Na elke natuurramp of veldslag zijn er in het begin grote aantallen vermisten, van wie in de praktijk later een groot deel nog in leven blijkt.
Tienduizenden Gazanen zijn naar het zuiden gevlucht, naar je mag aannemen juist uit de meest getroffen wijken. Immers, het IDF belt bewoners van gebouwen die ze gaan bombarderen een paar uur van te voren op om ze te waarschuwen. Die bewoners gaan echt niet melden dat ze vertrekken, want Hamas eist dat iedereen blijft: de lafaards van de doodscultus kunnen niet zonder hun menselijke schilden. Het ligt dus voor de hand dat flink wat mensen waarvan Hamas graag wil dat die onder het puin liggen, in feite in het zuiden zitten.
Zelfs bij een ramp in een keurig aangeharkt land als Nederland kan het uiterst lastig zijn, om het aantal slachtoffers exact te bepalen. Toen in 1992 een Boeing 747-vrachtvliegtuig van El Al neerstortte op een van de galerijflats in de Bijlmer, gingen de eerste schattingen uit van meer dan tweehonderd doden. Op zeker moment was er zelfs een lijst met meer dan vijftienhonderd vermisten. Zoveel mensen probeerden, zo werd achteraf duidelijk, de ramp te misbruiken om officieel dood verklaard te worden, meestal om onder schulden uit te komen. Het officiële dodencijfer van de Bijlmerramp staat nu op 43.
Over het aantal burgerslachtoffers van een andere ‘westerse’ oorlog in het Midden-Oosten, de Amerikaanse inval in Irak in 2003 en het daarop volgende sektarisch geweld, is nooit overeenstemming bereikt, en de schattingen lopen wild uiteen, van 25.000 tot 650.000. Onderzoekers met astronomisch hoge schattingen kunnen altijd terecht in The Lancet, een medisch tijdschrift dat op het gebied van volksgezondheid, ook in relatie tot klimaat en milieu, een activistische koers vaart.
Voordat die tweede Irak-oorlog uitbrak, was Irak al jaren doelwit van brede sancties op de uitvoer van olie en de invoer van allerlei goederen. In die tijd ging het verhaal rond, dat door die sancties al een miljoen kinderen in Irak waren overleden. En toen vonden de aanslagen op de Twin Towers in New York plaats, waarbij meer dan drieduizend Amerikanen omkwamen.
‘Progressieve’ intellectuelen volgden toen hetzelfde script als nu, na de slachting door Hamas op 7 oktober: ‘Terwijl brandweerlieden de nog warme lichaamsdelen uit Ground Zero trokken, hamerden criticus van de buitenlandse politiek Noam Chomsky en zijn volgelingen op universiteiten en alternatieve weekbladredacties erop, dat we vooral “de context” van de slachting op 11 september moesten begrijpen: dat sancties onder leiding van de VS “5000 kinderen per maand” doodden in Irak. Aldus journalist Matt Welch.
‘Progressieve’ mensen zetten hun verstand op nul
Maar die 5000 dode kinderen per maand, of de in totaal een miljoen dode kinderen in Irak, waren propaganda. Ingestoken door het regime van Saddam Hussein met uit de duim gezogen cijfers, en van een wetenschappelijk vernisje voorzien door onkritische onderzoekers. Niettemin riep Chomski – de aartsvader van het progressieve deugen – dat dit genocide op het Irakese volk was. Hij zei het zelfs nog wat bloemrijker: ‘officieel goedgekeurde massamoord van bijna Holocaust-proporties’.
We zien dat hele patroon nu weer terugkomen. De bekende Belgische viroloog Marc van Ranst, die in de coronaperiode, op basis van zijn echte expertise, hard in de slag ging met virusontkenners en antivaxxers, roeptoetert op social media ook over Israël en de Palestijnen. Al tijdens de vorige Gaza-oorlog, in 2014, gebruikte hij de term ‘Gazacaust’, die hij nu ook weer van stal gehaald heeft. Hoe vaak kun je claimen dat er een massamoord van bijna Holocaust-proporties heeft plaatsgevonden op een bevolking die in die tijd alleen maar is gegroeid?
Waarom zetten ‘progressieve’ mensen meteen hun verstand op nul zodra ze het opnemen voor de verdrukten? Als je werkelijk een zaak hebt, dan zouden de naakte feiten toch juist je grootste bondgenoot moeten zijn, in plaats van struikelblokken die je achter een mist van retoriek en slogans moet verbergen.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is schrijver van de bestseller ‘De Stikstoffuik’. Zijn columns verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving, die vrij beschikbaar is voor iedereen. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!