Maak politiedossiers openbaar en schud getuigen wakker
Net zoals ‘de politiek’ in Den Haag hebben het Nederlandse politieapparaat en het Openbaar Ministerie een muur van voorlichters opgetrokken om al te nieuwsgierige journalisten zoveel als mogelijk op afstand te houden.
Een verslaggever die vermoedt iets op het spoor te zijn, moet zich standaard melden bij een afdeling voorlichting of communicatie om daar de vragen te stellen die dan vervolgens ‘het apparaat’ ingaan om van antwoorden te worden voorzien.
Goede uitzonderingen daargelaten zijn de meeste voorlichters niet wat de naamgeving van hun taak doet vermoeden.
Hoe vaak worden journalisten niet met het spreekwoordelijke kluitje in het riet gestuurd? ‘De autoriteit’, wie dat dan ook mag zijn, laat zich vandaag de dag professioneel afschermen tegen opdringerige vragenstellers.
Ruud Lubbers stond nog gewoon in het telefoonboek
Opgeleid in de jaren zeventig bij regionale dagbladen werd mij door chefs geleerd er niet voor terug te schrikken ’s nachts een burgemeester uit zijn bed te bellen als door een calamiteit diens commentaar zinvol kon zijn. In de tijd was er nog geen internet om adressen en telefoonnummers te achterhalen. Een journalist was aangewezen op de Pyttersen Almanak, een jaarlijks verschijnend handboek van alle organisaties, instellingen en personen van enig belang.
Oud-premier Ruud Lubbers is zo ongeveer de laatste geweest die gewoon in het telefoonboek van Rotterdam was te vinden, compleet met zijn nummer en zijn ‘beroep’: econoom. In feite dus zijn afstudeerrichting.
Bootafhouders
Wil je nu als journalist premier Rutte spreken dan gaat dat via zijn ministerie, het departement van Algemene Zaken. Maar ook tal van mindere goden hebben zich voorzien van een legertje bootafhouders. Dat woord staat met opzet niet tussen leestekens.
‘Is dat nieuws?’, vraagt zo`n voorlichter als je belt met een onderwerp. Hij of zij durft dan ook nog te stellen: ‘Moet ik daar écht achteraan?’
De verslaggever weet dan al precies hoe het met de openbaarheid van de dienst, het bedrijf of de organisatie is gesteld.
Strategisch wonen
De afgelopen vijftig jaar – ik zette in 1971 bij dagblad Tubantia in Enschede mijn eerste schreden in de journalistiek – verschenen er van mijn hand duizenden artikelen over onderwerpen uit bijna alle uithoeken van de wereld: van de oliebronbranden die Saddam Hoessein na de eerste Golfoorlog als souvenir van zijn verblijf in Koeweit achterliet tot een impressie van de logistieke aanpak in Seattle (Verenigde Staten) waar zee- en luchthaven door één directie worden bestuurd, tijdens mijn bezoek was dat de Nederlander Van Asch van Wyck.
Na mijn correspondentschap voor De Telegraaf in Berlijn verhuisde ik in 2003 naar Teteringen bij Breda om vanaf deze locatie als havenverslaggever strategisch te wonen tussen de natte overslagcentra Antwerpen en Rotterdam.
Dorpskerkhof
Teteringen was jarenlang niet meer dan mijn uitvalsbasis, integreren in het dorp deed ik nauwelijks. Zo kon het gebeuren dat ik pas in november 2019 als werkend gepensioneerde een verkennende wandeling maakte over het dorpskerkhof dat op nog geen honderdvijftig meter van mijn huis ligt.
Op de dodenakker is bijvoorbeeld de zerk van de laatste burgemeester van het tot 1997 zelfstandige Teteringen te vinden, alsook de vier graven van het gezin Van Keulen dat meevloog in het neergeschoten toestel MH-17.
Op meer dan gruwelijke wijze vermoord
De graven zien er allemaal goedverzorgd uit, zoals dat in een dorp gaat. Het oog viel ook op een steen zonder naam met alleen de tekst: ‘Doordat we je gedenken, krijg jij het eeuwig leven.’
Dat moest de laatste rustplaats zijn van wat in de volksmond ‘Het meisje van Teteringen’ is gaan heten. Deze onbekende jonge vrouw werd op 25 december, eerste kerstdag 1990, dood gevonden in het Cadettenkamp, een natuurgebied even buiten het dorp bestaande uit bos en zandverstuiving. Ze was vermoord, op meer dan gruwelijke wijze, na weken van mishandeling en ontberingen.
Het jaar van de lugubere vondst, 1990, vond ik op mijn mobiele telefoon. Ik realiseerde mij op dat moment dat kerst 2020 er een triest jubileum zat aan te komen. Dan zou ‘Het meisje van Teteringen’ dertig jaar als onbekende dode rusten in haar graf.
Een boek en een lied
Een strategisch moment om wat aan die zaak te doen. Lopend naar huis werd het idee geboren om een boek over haar te schrijven. Maar ik besloot te beginnen met een lied. Die dag nog maakte ik een tekst en ging ik in Teteringen op zoek naar deskundigheid om mijn plannen uit te voeren.
Een lang verhaal kort: in november 2020 zag het boek Het meisje van Teteringen en andere naamloos begraven personen het licht en werd ook het speciaal voor haar geschreven lied van vier minuten openbaar middels een QR-code die tevens een zwart-wit foto-impressie toont van hetgeen deze jonge vrouw is overkomen.
Alle recherche-inspanningen van destijds ten spijt, deze moordzaak is tot op de dag van vandaag niet opgelost. Ook de naam en de herkomst van de jonge vrouw zijn nog altijd onbekend.
Coldcase
‘Het meisje van Teteringen’ is een zogeheten coldcase geworden. Dat betekent dat bij het binnenkomen van een serieuze aanwijzing er ‘nieuwe’ rechercheurs klaar staan om onderzoek te doen, onafhankelijk van hetgeen eerdere collega’s al deden.
In het Teteringse geval gaat om twee politiemensen. Het Openbaar Ministerie looft in deze zaak 15.000 euro uit voor de gouden tip die tot opsporing van de dader(s) leidt.
Moorddossier ligt al dertig-en-een-half jaar op de plank
Het moorddossier ligt deze week al dertig-en-een-half-jaar op de plank. Het geheugen van mogelijke getuigen gaat ondertussen achteruit, er overlijden mensen die misschien onbewust kennis droegen van saillante details om hiermee een stukje van de puzzel te kunnen helpen oplossen.
Als een dossier tot in lengte van jaren geheim blijft, worden deze onbewuste getuigen niet wakker geschud.
‘In het belang van het onderzoek’
Misdaadjournaliste Jolande van der Graaf van de site FemkeFataal.nl hielp mij bij het schrijven van Het meisje van Teteringen. In dat kader stelden wij tal van vragen aan de politie.
‘In belang van het onderzoek’ kon er nergens op worden geantwoord. Was deze moord dan nog vers, gisteren gepleegd, vorige week, of een maand geleden? Nee, deze moord is dertig jaar oud en nog altijd, na drie decennia, kan er niets, helemaal niets over worden gezegd door de politie ‘in belang van het onderzoek’.
Herkenbaar patroon
Voor Jolande, samen met oud-rechercheur Dick Gosewehr schrijfster van het boek Moordsporen (Just Publishers) over coldcases, ‘een herkenbaar patroon’:
‘In tegenstelling tot bijvoorbeeld een aantal Amerikaanse staten waar openbaarmaking van politiedossiers wettelijk is geregeld, kan de politie hier de kastdeuren met dossier stevig dichthouden. Zelfs nabestaanden krijgen geen antwoord op hun vragen, tenzij de rechter hiertoe opdracht geeft, hetgeen al een aantal keren – gelukkig – is gebeurd.’
Herdenkingsbord
Burgemeester dr. Paul Depla van Breda onthulde gistermiddag (25 juni) op verzoek van schrijver dezes op het Cadettenkamp in Teteringen, nabij de vindplaats van het moordslachtoffer, een speciaal vervaardigd herdenkingsbord om bezoekers van het gebied in staat te stellen kennis te nemen van het drama dat hier ruim dertig jaar geleden plaatsvond en nog altijd niet is opgelost.
Als eerste stelde Depla met zijn mobiele telefoon de speciale QR-code in gebruik om lied en info over ‘Het meisje van Teteringen’ te kunnen horen en zien.
Geef politiedossier vrij
Als initiatiefnemer om de naam van de vermoorde jonge vrouw te achterhalen, heb ik de burgemeester tijdens de plechtigheid gevraagd om als voorzitter van het driehoeksoverleg tussen gemeente, politie en openbaar ministerie zich in te zetten om het ruim dertig jaar oude politiedossier in de zaak van ‘Het meisje van Teteringen’ vrij te geven, uiteraard zonder specifieke dader-informatie en persoonlijke identiteitsgegevens, met het doel burgers wakker te schudden die mogelijk zonder dat zij zich dat nu realiseren, kennis dragen van feiten om dit ernstige misdrijf tot een oplossing te brengen.
Voor de naamloze doden komt niemand op
De Bredase burgemeester kan dit uiteraard niet zelf beslissen zonder ‘Den Haag’.
‘Het meisje van Teteringen’, de bekendste onbekende dode van het land, is meer dan een plaatselijke aangelegenheid. In tal van plaatsen rusten mensen in een graf zonder dat ook maar iemand weet om wie het gaat. Er is zelfs niemand die het precieze aantal kent. Coördinatie tussen gemeenten en politie ontbreekt.
Dat geeft al aan hoe weinig prioriteit deze problematiek krijgt. Er zijn immers geen nabestaanden die kunnen of willen opkomen voor de naamloze doden. Die druk kunnen blijven uitoefenen op politie en openbaar ministerie om het speuren niet op te geven, zoals de zwaar beproefde ouders dat doen van de jonge moordslachtoffers Nicky Verstappen en Tanja Groen.