Luiken open! Tegen het provincialisme in de letteren
In 1827 riep Johann Wolfgang von Goethe ertoe op om de letteren te ontkoppelen van landsgrenzen. Boeken, en zeker de allerbeste ooit verschenen, waren het gemeenschappelijk bezit van iedereen. De term ‘wereldliteratuur’ (Weltliteratur) was geboren.
Het is een oproep uit de wereld van gisteren. In het tijdperk van het identiteitsdenken behandelen boeken geen thema’s meer die ons allen aanspreken, zoals onmogelijke liefdes, vergelding van groot onrecht en knellende familiebanden. Het gemeenschappelijke raakte uit de mode, het accent is komen te liggen op het eigene.
‘Het blijft het verhaal van een blanke’
De lijst met voorbeelden blijft groeien. Enkele weken terug was daar de rel over de vertaling van de zwarte dichteres Amanda Gorman. De aanvankelijke vertaler moest zich terugtrekken omdat ze blank was. Kennelijk moet je beschikken over de juiste huidskleur om de ‘zwartheid’ van de poëzie te kunnen peilen.
Of wat langer geleden: schrijfster Karin Amatmoekrim die Multatuli de les leest. Weinig boeken hebben onze kijk op het kolonialisme zo doen veranderen als de Max Havelaar (1860), maar ‘het blijft het verhaal van een blanke’. Echte kritiek kan alleen van de onderdrukte komen.
Zo sijpelt het provincialisme de letteren in
Het doet er toe wie een boek heeft geschreven, wat het geslacht is van de schrijver en waar hij vandaan komt. Zo sijpelt het provincialisme de letteren in. En nee, dat is niet alleen door toedoen van enkele activisten, voortdurend bezig de samenleving in hokjes op te delen. Beleidsmakers doen er gretig aan mee.
Een tijdje terug preludeerde Geert ten Dam, collegevoorzitter van de UvA, op de huidige hokjesgeest. ‘Luiken open’, stond er boven een column voor Het Parool. Het was een onthullende tekst: zó wordt er gedacht in de bestuurskamers van universiteiten.
Een inclusief gymnasium
De titel van de column suggereert een ruimdenkend kosmopolitisme. Dat viel tegen voor wie verder las. Middelbare scholieren moesten volgens haar naar een ‘inclusief gymnasium’ gaan, dat wil zeggen: mét ruimte ‘voor het oude Oosten, voor dichters en filosofen uit het Midden-Oosten en Afrika’.
Waarom is dit volgens haar belangrijk? Niet zozeer omdat de betreffende teksten universele waarde hebben en ons dus net zo goed aanspreken als de inwoners van de bewuste regio. Voor Ten Dam is de canon een eigendomskwestie. Welke streek mag een titel claimen als de zijne?
De Turkse wortels van Herodotus
Ten Dam doet het voorkomen alsof er onrechtmatige toe-eigening heeft plaatsgevonden. Zo vindt ze dat er aandacht moet zijn ‘voor het feit dat Herodotus, de vader van de geschiedschrijving, toch echt uit Turkije kwam’. Alsof er al Turken woonden in het gebied dat we nu Turkije noemen.
Maar het meest onthullend zijn die twee woordjes: ‘toch echt’. Alsof we al die tijd niets hebben willen weten van de Turkse wortels van Herodotus.
Niemands eigendom
Ten Dam insinueert een onwetendheid die er in werkelijkheid niet is. Wat voor Herodotus geldt, geldt evenzeer voor verschillende presocratische filosofen. Thales en Heraclitus tellen als Griekse denkers, maar leefden in Milete en Efeze, gelegen aan de westkust van het tegenwoordige Turkije. Ten Dam presenteert het als een doofpot, terwijl hier niets geheimzinnigs aan is. Het staat in elke filosofiegeschiedenis.
Dat Ten Dam hier een stropop creëert, is een detailkwestie vergeleken met de fundamentele kritiek op haar betoog. De literatuur heeft meer te lijden onder haar poging om van auteurs vast te stellen of ze nu westers zijn of bij nader inzien toch oosters. Ze zijn van niemand of, in de geest van Goethe: van allen.
Alfabetisering leidde mensen weg van de fixatie op het eigene
Met zijn ‘wereldliteratuur’ liep Goethe vooruit op recente inzichten dat lezen ons empathischer maakt. Alfabetisering is een van de routes die mensen wegleidden van de oorspronkelijke fixatie op het eigene, schrijft Harvard-hoogleraar Steven Pinker in The Better Angels of Our Nature (2011). ‘De piepkleine wereld van het dorp en de clan, die alleen toegankelijk is via de vijf zintuigen en van informatie wordt voorzien door één enkele “content provider” – de Kerk – maakte plaats voor een fantasmagorie van mensen, plaatsen, culturen en ideeën.’
Om het een tikkeltje stichtelijk te zeggen: elders leven mensen als wij, die worstelen met vergelijkbare problemen. De gelijkenis is groter dan de afwijking.
Een wereldwijde leesclub
Het universele karakter van de letteren, van Oorlog en vrede (1869) om precies te zijn, kwam aan het licht tijdens de coronacrisis. Tijdens de beginweken begon men de mammoetroman van Lev Tolstoj massaal te lezen, berichtte The Economist.
Aan de basis van deze leeswoede stond de Chinees-Amerikaanse schrijfster Yiyun Li. In haar optiek was er geen betere metgezel voor mensen in quarantaine dan de klassieker uit Rusland, en ze startte een leesclub.
In precoronatijd gebruikte je daarvoor een leegstaand zaaltje, met de lockdown moest Li iets anders verzinnen. Het werd een virtuele leesclub, via Twitter en nieuwsbrieven.
Een realiteit ver weg van de lezers
Half mei deden drieduizend mensen mee. Dat waren drieduizend lezers van een roman die zich ruim tweehonderd jaar geleden afspeelt in Russische adellijke kringen die allang niet meer bestaan en die de oorlog tegen Napoleon als decor heeft. Een realiteit die nauwelijks verder van hedendaagse lezers kan afstaan.
Het bleek geen bezwaar voor de lezers, die van zes (!) verschillende continenten kwamen. Ze herkenden de wisselende humeuren van de hoofdpersonages en begrepen hun twijfels, ook al bevonden de lezers zich in een situatie die niet compleet identiek was met die van de personages.
Een pleidooi voor wereldliteratuur
The Economist: ‘De boekenclub zelf belichaamt de gedeelde menselijkheid die het coronavirus aan het licht heeft gebracht: een paradoxaal rijke verbinding met vreemdelingen die verspreid zijn en toch verbonden door hun problemen en fantasieën.’
Als dát geen pleidooi voor wereldliteratuur is. Niet alleen vindt er in die boeken kennisoverdracht plaats; zodra lezers de eerste bladzijde openslaan, verlaten ze hun beperkte perspectief.
Van Sebastien Valkenberg verscheen onlangs zijn nieuwe boek ‘Policor in de polder. Hoe politieke correctheid Nederland dom maakt.’ Meer informatie: HIER.