Linkse kerkleiders versus rechtse gelovigen: wanneer barst de bom?

bouwman
Tussen de kansels en de kerkbanken gaapt een forse politieke kloof. Foto: Pexels.

De PVV is veruit de populairste partij onder Nederlandse christenen. Er gaan stemmen op die vinden dat kerkleiders de gelovigen maar eens stevig moeten kapittelen over hun ‘verkeerde’ politieke opvattingen. Roelof Bouwman inventariseert.

Samen met de seksuele revolutie en de massamigratie hoort de aftakeling van het christendom zonder twijfel tot de belangrijkste gebeurtenissen die sinds de jaren zestig in Nederland in gang zijn gezet.

Het is met name zo’n spektakelstuk omdat de christelijke godsdienst in onze contreien eeuwenlang uitgesproken dominant was. De gegevens over onze kerkelijke gezindheid die werden verzameld tijdens de periodieke volkstellingen spreken boekdelen. Nog maar honderd jaar geleden, bij de volkstelling van 1920, was maar liefst 92,2 procent van de Nederlanders lid van een kerkgenootschap. Bijna 55 procent was protestants (meestal hervormd of gereformeerd), ruim 35 procent was rooms-katholiek.

Daar kwam bij dat het geloof vaak uiterst serieus werd beleefd. Het Nederlandse protestantisme, althans de hoofdstroom daarvan, was sterk doortrokken van de leer van Johannes Calvijn, de meest rechtzinnige van de zestiende-eeuwse kerkhervormers. De Nederlandse katholieken op hun beurt, stonden tot halverwege de vorige eeuw wereldwijd bekend om hun grote offervaardigheid, hun geloofsrigorisme en hun loyaliteit aan het Vaticaan. Geen land leverde verhoudingsgewijs zoveel missionarissen als Nederland.

Kelderende ledentallen

Wat is daar nog van over?

Dit voorjaar presenteerden veel Nederlandse kerkgenootschappen weer hun traditionele jaarboeken met daarin ook statistische gegevens over het ledenverloop.

Bij de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) – in 2004 ontstaan als fusiekerk van hervormden, gereformeerden en lutheranen – is de situatie ronduit dramatisch. Het ledental kelderde tussen 2014 en 2024 van 2.026.000 naar 1.430.000. Dat is gemiddeld per jaar een verlies van 60.000 leden. Als die catastrofale leegloop de komende jaren doorzet – en er is niets dat wijst op het tegendeel – is het binnen 25 jaar afgelopen met de PKN. 

De reeks kleine protestante kerkgenootschappen die ons land kent, meestal van orthodoxe snit en vooral te vinden op de Biblebelt, kennen traditiegetrouw relatief hoge geboortecijfers. Zo werd het aantal sterfgevallen en het aantal uitschrijvingen altijd ruimschoots gecompenseerd. Maar de laatste jaren lukt dat niet meer. De Hersteld Hervormde Kerk (60.917 leden; plus 364) was in 2023 nog de enige uitzondering op die regel.

Het aantal katholieken in Nederland daalde tussen 2013 en 2022 van 3.992.000 naar 3.607.000, een gemiddeld jaarlijks verlies van 42.000 leden. Dat lijkt mee te vallen, maar daarbij moet worden bedacht dat de resterende katholieken vooral papieren leden zijn, die voor hun geloof nog nauwelijks de deur uitgaan. Waar in 1997 in een regulier weekend nog 525.000 katholieken in de kerkbanken zaten, waren dat er in 2023 nog maar 91.000. Dat is niet meer dan 0,5 procent van de Nederlandse bevolking.

Socialisten in de ban

Dat we vroeger een buitengewoon christelijk land waren, kon je ook altijd merken bij verkiezingen. De diverse protestantse en katholieke politieke partijen kregen dan steevast een absolute meerderheid van de stemmen. Nog bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1963 haalden ze samen 80 zetels.

Toch ging dat niet altijd helemaal vanzelf. Met name katholieke kiezers werden door hun kerkleiders stevig op de huid gezeten. Befaamd is het Bisschoppelijk Mandement uit 1954 waarin het PvdA-lidmaatschap aan katholieken werd ontraden. De VARA en de socialistische vakbond NVV werden zelfs compleet in de ban gedaan, op straffe van weigering der heilige sacramenten. Katholieken hoorden zich in te zetten voor katholieke organisaties, met inbegrip – uiteraard – van de Katholieke Volkspartij (KVP).

Lang geleden allemaal. Of misschien toch niet?

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 was de PVV (23 procent) veruit de populairste partij onder Nederlandse christenen, gevolgd door de VVD (16) en NSC (idem). Vergeleken met de landelijke uitslag scoorden de linkse partijen relatief slecht onder gelovigen, met name GroenLinks-PvdA (10 procent).

Er gaapt op dit punt een forse kloof tussen het kerkvolk en de kerkleiding. Onder laatstgenoemden lijkt de vroegere afkeer van links te zijn omgeslagen in het tegendeel. Zo bleek in 2006 uit een enquête onder ruim zeshonderd PKN-predikanten – uitgevoerd door HP/De Tijd en de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk – dat in hun kringen een buitengewoon sterke voorkeur bestaat voor GroenLinks en de PvdA (43,9 procent), terwijl de VVD (1,0) en de PVV (0,0) op de kansels nauwelijks of geen aanhang genieten. Ook EW-columnist Gerry van der List stelde het al eens vast: wanneer een predikant of een theoloog in de media verschijnt met een politieke boodschap, gaat het bijna altijd ‘over het belang van duurzaamheid, de schaduwzijden van de vrije ondernemingsgewijze productie, de zonzijden van de islam of de wenselijkheid van het omhelzen van zo veel mogelijk asielzoekers’.

Linkse kerkleiders versus rechtse gelovigen: het is een spagaat van jewelste. Hoe lang gaat dat nog goed? En wordt het niet weer eens tijd dat de gelovigen bestraffend worden toegesproken over hun verkeerde politieke impulsen, met nu niet langer de PvdA maar de PVV in de rol van duivelse verleider? 

Heimwee naar gehoorzame gelovigen

Bij het Nederlands Dagblad, waarvan de eerste hoofdredacteur in de jaren zestig en zeventig in de Tweede Kamer zat als fractievoorzitter van het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV), bestaat van oudsher veel voeling met dergelijke reprimandes. En dus was het misschien niet zo vreemd dat de krant onlangs haar kolommen opende voor de remonstrantse predikanten Antje van der Hoek en Joost Röselaers, tevens bekend als kandidaat-senator van D66.

Een kwart van de Nederlandse kerkleden is inmiddels ‘op de hand van de PVV’, constateerden beiden. ‘Deze ontwikkeling verontrust ons, verbijstert ons, en we zijn bepaald niet de enigen. Wat bij onszelf voorop staat is het geloof in de Geest die al wat mensen scheidt te boven gaat. Traditionele verschillen tussen man en vrouw, heer en slaaf, Jood en heiden, ze verdwijnen in de door Christus geïnspireerde visioenen van de apostel Paulus.’ En zo ging het nog even door. Conclusie: kerken en kerkleiders zouden zich ‘helder en ondubbelzinnig’ tegen de PVV moeten uitspreken. ‘Want het is inmiddels vijf over twaalf.’

Precies de preektoon, het geheven vingertje en de theologische krachtpatserij van het Bisschoppelijk Mandement van zeventig jaar geleden. Kerkelijk Nederland is sindsdien geëmancipeerd en vervolgens tot Madurodamformaat gekrompen, maar op de overgebleven kansels zou de heimwee naar gehoorzame gelovigen weleens groter kunnen zijn dan ooit.

Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media en is één van de auteurs van de in 2022 verschenen bundel ‘De Linkse Kerk’. Het boek is uitgegeven door Uitgeverij Blauwburgwal, telt 264 pagina’s, kost € 23,50 en is verkrijgbaar in de boekhandel en de internetboekhandel, zoals HIER (geen verzendkosten).

Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Doneren kan op verschillende manieren. Hartelijk dank!