Links verliest door iedereen in de put te praten
Weekblad De Groene Amsterdammer, onwankelbare spreekbuis van de progressieve bubbel, kon haar inktzwarte gevoelens over de verkiezingszege van Trump in het laatste nummer niet bedwingen. ‘De winst van wrok en wraakzucht’ kopte het hoofdstedelijke opinieblad na de Amerikaanse verkiezingsuitslag. Alsof de VS voor de helft wordt bevolkt door stampvoetende barbaren die richting het stemhokje al hun gif hadden verzameld en met een verbeten trek op het gezicht op Trump stemden. Hoe simpel kan je wereldbeeld zijn? En: hoe neerbuigend je blik op mensen die niet tot je eigen bubbel behoren?
Dat een overgroot deel van het journaille en de academische wereld in het West-Europese zichzelf heeft opgesloten in wensdenken toont de afgetekende verkiezing van Donald J. Trump en deze in zuur gedrenkte kop daarover eens te meer aan. Niet alleen bleef men in die kringen tot op het laatste moment bidden voor een zege van Kamala Harris (en tot op het laatste moment wanhopig uitstralen dat ze zou winnen), het ging gepaard met allerlei demonische beelden over wat een ongekende ramp een Trump-zege zou zijn.
Heel deze anti-Trump doctrine leek een overcompensatie van iets waar al die zichzelf slim en progressief wanende journalisten en wetenschappers maar geen begin van een remedie voor kunnen vinden: de afnemende aantrekkingskracht van hun obsessieve gehamer op de catastrofe.
Deprimerende scenario’s
De teneur van hun wereldbeeld is immers dat het allemaal bergafwaarts gaat, levensgevaarlijk wordt, als zijzelf niet meer aan de touwtjes trekken. Of dat een inhoudsloos mantra is ja of nee moet nog blijken, maar zeker is al dat steeds minder kiezers erin geloven. Een cruciaal onderdeel van het wensdenken in progressieve kringen is dat zijzelf onmisbaar zijn. En dat al die deprimerende scenario’s, die ze tijdens verkiezingscampagnes zo suïcidaal-geestdriftig uitventen, alleen voorkomen kunnen worden door hen de belangrijke functies in raden, regeringen, staatscommissies, colleges en internationale lichamen de topposities te laten bekleden. Zonder zelf iets substantieels naar voren te brengen was de laatste verdedigingslinie van Kamala Harris niet toevallig dat Trump een gevaar is voor de democratie. Opnieuw: de catastrofe als verondersteld wapen om stemmen te trekken.
Vreemd genoeg lijkt de eerste analyse waarin progressieve partijen vraagtekens zetten bij hun eigen negativisme nog niet in de maak. Er heerst voornamelijk stomheid over hun electorale verlies en over de onverwachte omvang van dat verlies; al met al behoorlijk beschamend voor juist de klasse die zichzelf in kranten, talkshows en culturele circuits voordoet als het slimmere, meer zelf-reflectieve deel van de bevolking. Het deel dat dag in dag uit pretendeert wél het overzicht te hebben, over een geweten te beschikken en de emoties in de hand te hebben.
Misschien zijn ze in die kringen wel zó fijnbesnaard (en zo somber) geworden dat ze een evidente waarheid omtrent verkiezingen uit het oog zijn verloren: dat kiezers graag horen dat verbetering op komst is. En daarbij liever kijken naar inspirerende mensen die een idee hebben over die verbetering en daar een begin mee willen maken, dan naar gezichtsloze bureaucraten die met de waarschuwende vinger dat begin al meteen ontraden en in een adem de catastrofe voorspellen als zij hun baantjes niet terugkrijgen.
Links is, samengevat, synoniem geworden voor stagnatie. Heeft kiezers niks meer te bieden om naar uit te kijken. En eist desondanks loyaliteit. Een uitzichtloze combi.
Het immigratiedossier is het beste bewijs dat links zowat elke greep op de werkelijkheid kwijt is en elementaire kennis over de psyche van de kiezer ontbeert. Neem alleen al het hoongelach waarmee wordt teruggekeken op de door hen gehate Brexit-campagne met de beroemde slagzin ‘Take back control’. O zeker, een gewonnen referendum en een slagzin alleen zijn niet voldoende om migratie een halt toe te roepen, zo is in Groot-Brittannië keihard gebleken.
Maar wat in al dat cynisme over ‘werkt niet!’ en ‘loze beloften!’ over het hoofd wordt gezien is dat ‘Take back control’ als kerngedachte een veel bredere en optimistischere reikwijdte heeft dan alleen het willen sluiten van de grenzen. Het drukt een veel fundamenteler verlangen uit niet (te) afhankelijk te worden van andere landen en regio’s, die in een steeds onzekerder wereld wel eens kunnen besluiten handelsbarrières op te werpen, grondstoffen niet meer te leveren of andersoortige blokkades te verordonneren. Nogmaals, in plaats van alle terug te redeneren naar haat en boosheid zit onder dit verlangen ook een zeer optimistische onderstroom, namelijk ‘zorg voor jezelf’ en ‘maak er iets van met je eigen mensen!’
Wie onderbouwing zoekt van deze herleving van het zelfvoorzienende (autarkische) ideaal, hoeft niet ver te zoeken. Het Sociaal Cultureel Planbureau komt al jaren met rapporten naar buiten waaruit blijkt dat burgers hun eigen leven een dikke voldoende geven, maar de wereld voorbij hun heg of tuinhek als steeds grover, vijandiger en onbegrijpelijker ervaren. Het gevoel speelbal te zijn van hogere machten en zelf geen enkele invloed meer te hebben, is een denkbeeld dat in talloze variaties door datzelfde SCP is opgetekend.
Democratie als hindepaal
Om de aandacht van deze ontwikkeling af te leiden mag links graag veroordelend wijzen op algoritmes, nepnieuws en de rotte inborst van de tech-giganten, maar de waarheid is: progressieve elites ervaren democratische verkiezingen in toenemende mate als een hinderpaal om het eigenlijk gelijk en de eigen moraal door te drukken.
Het komt erop neer dat al die welvaart die we de afgelopen decennia verzameld hebben en die mede te danken is aan de hyper-dynamische wereld van handelsverkeer, goederenstromen en flitskapitaal – kortweg, globalisme – ons opzadelt met een gigantisch dilemma: onder ons eigen welbevinden zit het toenemend knagende gevoel dat we niet meer eigen baas zijn. De belangrijke besluiten buiten ons om worden genomen. En dus zijn we, ook in een niet-Britse context, gevoelig voor de slogan ‘Take back control’, niet alleen als recept tegen massa-immigratie, maar als meer fundamentele wens om niet alleen onszelf op ons eigen erf weer gelukkig en vertrouwd te voelen, maar ook weer daarbuiten. Gegoten in sociaalwetenschappelijke termen hunkeren kiezers naar de high trust society die we lange tijd geweest zijn.
En wat is steeds het antwoord van links op deze hunkering? Precies het omgekeerde. Méér uit handen geven. Méér beslissingen wegsluizen naar rechters en supranationale organisaties als de EU en de VN.
Veelkleurige Trump-stem
Laat het maar aan links over om ook het verlangen naar high trust verdacht te maken. Moralistisch te vingerwijzen omdat we ten prooi zouden zijn aan afkeurenswaardige sentimenten, met ‘xenofobie’ en ‘racisme’ als ooit indruk makende, maar inmiddels vleugellam geworden beschuldigingen. Want je raadt het al: die door SCP geconstateerde mindset blijkt, zo zien we verkiezingen na verkiezing, niet voorbehouden aan mensen met een uitgesproken (negatieve) opvatting over migranten maar heeft zich genesteld in brede lagen van de bevolking. Zoals op 5 november bleek: de Trump-stem was ineens niet meer een naar nostalgie en verval neigend geluid van oude, blanke mannen, maar een krachtige roep om verandering van een opvallend diverse samenstelling: blank, zwart, latino, vrouw, homo, jong, you name it. Al die groepen waren verenigd in het verlangen naar die high trust society. Ofwel, naar een meer homogene, op gemeenschappelijke waarden gebaseerde maatschappij, waarvan ze al of niet terecht hopen dat Trump die gaat brengen of in ieder geval bevorderen.
Ondanks al deze evidente ontwikkelingen blijft links ze negeren en onverkort in haar eigen catastrofes geloven. Zodra de electorale wonden gelikt zijn gaan ze daar, let maar op, volle kracht proberen aan te tonen dat alles wat er uit de vingers van hun tegenstanders komt geen enkel resultaat heeft.
Voorbeeld: VPRO-presentator Tim de Wit heeft momenteel een documentaire over Groot-Brittannië in voorbereiding en uit alles wat hij daarover loslaat blijkt dat het een lange opsomming zal worden van de negatieve gevolgen van Brexit. Nu al wrijft hij ons allen, samen met Arend Jan Boekestijn, in de podcast ‘Europa draait door’ om de haverklap in hoeveel economische groei het Verenigd Koninkrijk is misgelopen door het verlaten van de EU. Met andere woorden: als een haperende economie kan helpen bij het incompetent verklaren van de politieke tegenstander, is links bereid het klimaat-issue even opzij te schuiven en het kapitalisme te omarmen, nou ja, zolang het tegenvallende economische cijfers produceert en daarmee hun anti-Brexit-narratief ondersteunt.
Hoe stijfhoofdig kun je de realiteit blijven ontkennen? En hoe politiek bijziend moet je zijn om niet te zien dat herwonnen zeggenschap en soevereiniteit misschien wel opwegen tegen (tijdelijk) iets minder welvaart?
Zoals met de dag duidelijker wordt, is de verkiezingszege van Trump in 2016 geen geïsoleerde gebeurtenis geweest, maar de start van het politieke speelveld van de eenentwintigste eeuw. Zoals ook Brexit dat nieuwe speelveld heeft geopend. ‘Door de afgetekende zege van Trump blijkt niet zijn zege van 2016 een politieke afzwaaier te zijn geweest, maar de overwinning van Biden in 2020,’ aldus PayPal-oprichter en spilfiguur in Silicon Valley Peter Thiel in een online-interview met journaliste Bari Weiss. ‘Door Biden heeft de twintigste eeuw een raar staartje in de eenentwintigste eeuw gekregen. Dat is nu voorbij.’
Het zal ook wensdenken blijken dat kiezers bij eventueel tegenvallende resultaten van het kabinet-Schoof of de Trump-regering op hangende pootjes terugkeren naar oude partijen. De optimistische onderstroom in alle verkiezingsuitslagen van de voorbije periode, en die links weigert te lezen, is namelijk dat kiezers elke gelegenheid te baat nemen om beslissingsniveaus niet verder weg te delegeren, maar naar zich toe te halen. En ook als de politici waarop ze gestemd hebben daar niet meteen in slagen en niet onmiddellijk klinkende resultaten boeken, zullen ze niet terug kruipen naar progressieve partijen die het steeds verder opwaarderen van internationale organisaties en steeds dieper minachten van nationale democratieën tot kernpunt van hun ideologie hebben gemaakt, of ze daar nu het klimaat, de economie of lhbtiq+-idealen als alibi bij opvoeren.
Meer somewhere’s dan anywhere’s
Tot groot verdriet van links ligt het lot van de democratie in handen van de in de meerderheid zijnde somewheres, ofwel de plaatsgebonden en niet-vliegtuig-in-vliegtuig-uit stappende burgers, tenminste, zolang die democratie wérkelijk democratisch is en elke stem telt. De anywheres mogen dan vooralsnog het overgrote deel van de media vullen en de instituties bevolken, als ze bij het hier geschetste verlangen naar een high trust society geen aansluiting vinden, zich blijven verliezen in het problematiseren van man-vrouw-relaties, het panikeren over klimaat en het promoten van open grenzen, identiteitspolitiek en genderneutrale toiletten, zal hun politieke rol snel uitgespeeld raken.
Vind je het tenslotte moeilijk te geloven dat De Groene Amsterdammer er zo faliekant naast zit? En klinkt de gedachte dat er veel positieve sentimenten schuilgaan achter Trumps zege je vreemd in de oren? Denk dan maar eens na over hoe optimistisch van aard Obama’s ‘Yes we can’ en Trump’s ‘Make America Great Again’ in wezen zijn. Over hoeveel verwantschap beide slogans, ondanks grote verschillen, toch ook met elkaar hebben. In welke volgorde je ze ook achter elkaar zet, er komt altijd een opzwepende campagnezin uit.
‘Make America Great Again! Yes, we can!’
Hans van Willigenburg (1963) is journalist, schrijver, dichter en podcastmaker. Zijn laatste boek is de interviewbundel ‘Vrijheidsvuur’.
Wynia’s Week ligt iedere dinsdag, donderdag en zaterdag bij u op de mat. De donateurs maken dat mogelijk. Wordt u ook donateur? Dat kan HIER. Hartelijk dank!