Leden van de Staten-Generaal,
Vandaag staan we op een keerpunt in de Nederlandse geschiedenis. De economische gevolgen van Covid-19 maken duidelijk dat de wereld van voor het virus er anders uit gaat zien dan die van na het virus. Doen we niets, dan is sprake van een ‘staatsgreep’ door de Staat, een ongekende verruiming van de greep van de overheid op de samenleving.
Het is helaas een tendens in heel de westerse samenleving. Bij ons wordt dit gesymboliseerd door het Wopke-Wiebes-fonds. Door dit overheidsfonds zal de komende jaren voor een bedrag van €20 miljard in de economie worden geïnvesteerd. Het is een sigaar uit eigen doos die symbool staat voor de verstatelijking van de economie. De overheid en haar vertegenwoordigers worden beter in staat geacht om winnaars te kiezen dan de markt. Dit is in weerwil van overdonderend bewijs van het tegendeel.
We horen in kringen van progressieve politici en technocraten tegenwoordig vaak dat de overheid het voortouw moet nemen. De digitale revolutie en de klimaatverandering zijn dermate grote thema’s, dat de overheid de regie op zich moet nemen. Deze politieke stroming wordt momenteel geholpen door de stagnatie van het financieel systeem en de economische neergang door Covid-19.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
De publieke sector is de afgelopen tien jaar onder leiding van VVD-er Rutte sterk gegroeid. De collectieve lastendruk, het percentage van de economie dat wordt uitgegeven door de overheid, is gestegen van 35% in 2011 naar 38,8% in het eerste kwartaal van dit jaar. Om dit even in perspectief te zetten, in 1914 was het aandeel van de overheid in de Nederlandse economie 11%. De middenklasse gaat er al veertig jaar niet meer materieel op vooruit.
Dat we dit niet goed zien, komt omdat de economie ook is gegroeid. De financiële economie groeide echter veel harder dan de reële economie. Bovendien heeft het (internationale) bedrijfsleven sterker geprofiteerd van de groei dan werknemers. De belasting op winst is door internationale belastingconcurrentie en succesvolle lobby’s gestaag afgenomen, de belasting op arbeid gestegen. En door het redden van financiële markten met belastinggeld is de verhouding tussen arm en rijk ook sterk toegenomen.
In de verdeling tussen overheid, vermogenden, bedrijfsleven en werknemers is er dus sprake van een steeds ongelijkmatiger verdeling van de economische koek. De publieke sector is er niet efficiënter door gaan werken, in tegendeel. We zijn aanbeland op het punt dat de bestuurlijke kwaliteit afneemt en de economie verstatelijkt. Dit roept steeds meer weerstand op en brengt ons op het keerpunt.
Meer overheidsbemoeienis is niet het antwoord. Beter is het om een andere richting in te slaan. Dit valt samen te vatten onder de woorden ‘meer vrijheid, meer verantwoordelijkheid, meer zelfredzaamheid’. Kortom, een terugtredende overheid. Twee voorbeelden.
Generatiewoningen
Maatschappelijke ontwikkelingen wijzen al een tijd in de richting van meer zelfredzaamheid. Dit idee is vervat in de in 2015 ingevoerde Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), waarin mantelzorg een prominente plaats heeft gekregen. Helaas is de wet niet gepaard gegaan met een forse belastingverlaging. Mensen worden dus niet daadwerkelijk in staat gesteld om zonder financiële zorgen mantelzorg te kunnen verlenen. De Wmo is bovendien niet de oplossing gebleken voor de oplopende zorgkosten.
Ondanks de Wmo rijzen de zorgkosten komende decennia door vergrijzing de pan uit. Tegelijkertijd neemt de economische draagkracht om dat te kunnen betalen rap af. De zorg voor elkaar zit hierdoor in een spagaat: zonder verandering zal de zorg door de vergrijzing steeds duurder worden, terwijl de overheid en de samenleving steeds minder in staat zijn om deze kosten te kunnen dragen. Er zijn slimme oplossingen nodig om deze gordiaanse knoop te ontwarren.
Een van de oplossingen hiervoor is het grootschalig stimuleren van Generatiewoningen of Kangaroo-woningen. Deze woonvorm is in andere Europese landen een vanzelfsprekendheid en ook in ons land was het in het verleden heel normaal. Een generatiewoning bestaat uit een kerngezin van jonge kinderen, (jong) volwassenen en ouderen. Overigens kan het ook een samengesteld gezin zijn.
Deze woonvorm bundelt een aantal voordelen. Woonlasten worden verdeeld over generaties, ouderen zijn minder eenzaam en zullen een kleiner beroep doen op eerstelijnszorg, kinderen genieten van een natuurlijke en veilige oppas, volwassenen hebben hun handen vrij om te zorgen of te werken, het straatbeeld zal evenwichtiger en veiliger worden.
Pensioengeld
Nederland is een rijk land. Maar we hebben met z’n allen ook veel schulden. Deze scheve balans van bezit en schuld maakt dat we heel erg kwetsbaar zijn voor financiële crises. Zo is in ons land de hypotheekschuld als percentage van de economie het hoogste in de wereld. Aan de andere kant hebben we met z’n allen een enorme berg pensioengeld (belastingvrij) bij elkaar gespaard. Het beheer van deze collectieve pot is erg ontransparant en het heeft geleid tot een nieuw pensioenakkoord. Een belangrijk probleem is in dit akkoord over het hoofd gezien.
Los van het gebrek aan transparantie is er inmiddels namelijk sprake van een toenemend risico op ongelukken met betrekking tot de beleggingen van de fondsen. De verplichtingen moeten worden berekend tegen een steeds lagere rente, terwijl de stabiele rendementen op aandelen en vastgoed in de nabije toekomst niet meer zeker zijn. De lage rente komt door een samenspel van marktkrachten en ECB beleid. Die lage rente zet aan tot speculatie en bubbelvorming. Afgelopen maart waren we weer getuige van een infarct in het financieel systeem. Op het nippertje werd een complete. Meltdown voorkomen. Ons pensioengeld is dus helemaal niet zo veilig, daar moeten we wat aan doen.
Een eerste stap is kiezen voor een pensioenstelsel op basis van individuele eigendomsrechten. Individuele premiebetalers krijgen eigendom over hun gespaard kapitaal en moeten kunnen beschikken over de eigen pensioenpot voor bijvoorbeeld aflossen van een hypotheek of studieschuld.
Gelet op de huidige macro-economische horizon kan het voor veel spaarders interessant zijn om hun geld nu aan te wenden voor schuldafbouw of investeren in een generatiewoning. Door het contant maken en (geoormerkt) uitkeren van pensioengeld kunnen twee vliegen in een klap worden geslagen: de financiële balans van Nederland wordt minder scheef en de overheid kan haar staatsschuld (deels) aflossen met de geinde belasting.
Leden van de Staten-Generaal,
Het keerpunt waar we voor staan leidt twee kanten op. De ene kant is naar meer overheidsbemoeienis. Het is een staatsgreep door de Staat. De andere kant is juist een terugtredende overheid die verantwoordelijkheid en vrijheid weer neerlegt bij het maatschappelijk middenveld. Generatiewoningen en contant maken van pensioengeld brengen ons een stap in deze richting. Maar er moet meer gebeuren.
Door het binden van belangengroepen aan overheidsbeleid staan de neuzen nu teveel in de richting van de beleidselite. De ruggen zijn gericht naar de samenleving. Door een terugtredende overheid wordt dit proces gekeerd, wat zal leiden tot een daling van de collectieve lastendruk. Het is daarmee een belangrijke indicator van een succesvolle operatie.
De genomen maatregelen rondom Covid-19 waren historisch gezien ongekend drastisch. Dat heeft ons geleerd dat het echt mogelijk is om te veranderen. We kunnen de forse koerswijziging van de Nederlandse overheid dus met vertrouwen tegemoet zien!