Laat op Prinsjesdag het langstzittende lid de Tweede Kamer toespreken
Op Tweede Kerstdag is op 81-jarige leeftijd Wolfgang Schäuble overleden. Ook in Nederland bleef dat niet onopgemerkt. Terecht stelden de kranten vast dat Schäuble tientallen jaren een van de machtigste Duitse politici was.
In 1984 werd hij voor het eerst minister, onder bondskanselier Helmut Kohl. Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 speelde hij een belangrijke rol bij de onderhandelingen over de Duitse hereniging. In 1990 overleefde hij een moordaanslag, waardoor hij vanaf zijn middel verlamd raakte. Een paar weken na de aanslag was Schäuble – voortaan in een rolstoel – alweer terug op zijn post.
Meer dan een halve eeuw lid van de Bondsdag
Zijn betrokkenheid bij een zwartgeldaffaire, met Kohl in de hoofdrol, leek rond de eeuwwisseling een definitief einde te maken aan Schäubles loopbaan. Toch maakte hij in 2005 een comeback, dankzij de nieuwe bondskanselier Angela Merkel. Eerst als minister van Binnenlandse Zaken en daarna op Financiën. Wat een loopbaan en wat een leven.
Helaas werd niet in alle Nederlandse kranten vermeld dat Schäuble van 1972 tot zijn overlijden, dus meer dan een halve eeuw, lid was van de Bondsdag. Als volksvertegenwoordiger met de meeste dienstjaren droeg hij daarom de titel Alterspräsident en mocht hij na de verkiezingen van 2021 als eerste de nieuwgekozen Bondsdag toespreken. Een hele eer, want tot de voorgangers van Schäuble behoorden onder meer de voormalige kanseliers Konrad Adenauer, Ludwig Erhard en Willy Brandt. Dat was nog in de tijd dat het oudste lid van de Bondsdag Alterspräsident was; de huidige regeling – met anciënniteit als criterium – bestond toen nog niet.
In Duitsland kijkt niemand er vreemd van op dat prominente politici, ook als hun hoogtijdagen al lang en breed voorbij zijn, lid blijven van het parlement, soms tot op zeer hoge leeftijd. Ze worden alom gerespecteerd en gewaardeerd: om hun ervaring, om hun gerijpte opinies en om de politieke continuïteit die ze belichamen.
Zouden we daar in Nederland iets van kunnen opsteken? Onze Tweede Kamer staat – ook internationaal – bekend als een duiventil, met volksvertegenwoordigers die het gemiddeld niet langer dan vier jaar volhouden. Tachtigplussers met ruim vijftig jaar parlementaire ervaring kennen we niet.
Kees van der Staaij
Eind vorig jaar vertrok SGP-boegbeeld Kees van der Staaij: op zijn 55ste, na 25 jaar Kamerlidmaatschap. Een broekie, vergeleken met Schäuble, maar in Den Haag was Van der Staaij nestor.
Zou het de SGP én de Tweede Kamer hebben geschaad als Van der Staaij nog een paar jaar als wijze backbencher en staatsrechtelijk geweten was aangebleven? In Duitsland zou dat welhaast vanzelfsprekend zijn geweest. Daar zouden trouwens ook hemel en aarde zijn bewogen om te voorkomen dat een parlementaire parel als Renske Leijten (SP) al op haar 44ste verloren ging voor de landspolitiek.
Gelukkig is PVV’er Martin Bosma wel nog steeds Tweede Kamerlid. Vorige maand werd hij verkozen tot voorzitter en vatte hij de gewoonte op om elke plenaire vergadering te beginnen met het voorlezen van een gedicht. In dat kader werden de Tweede Kamerleden onlangs getrakteerd op Terug naar de kust van de juist tachtig jaar geworden Theun de Winter. ‘U zult de tekst misschien kennen, want Maggie MacNeal heeft het ooit prachtig gezongen,’ zei Bosma, die zo ook een van Neerlands beste zangeressen even in het parlementaire zonnetje zette.
Tijd voor een nieuwe parlementaire traditie
Bosma zou – naar Duits voorbeeld – ook een andere traditie in het leven kunnen roepen. Geef op Prinsjesdag, na het voorlezen van de Troonrede, het langstzittende lid van de Staten-Generaal het woord om in de Ridderzaal de Verenigde Vergadering van de Eerste en Tweede Kamer toe te spreken. Zo maak je als volksvertegenwoordiging duidelijk dat ervaring telt en dat je zuinig wilt zijn op je constitutionele geheugen. In een parlement dat van de ene make-over in de andere rolt, is dat hard nodig.
De vier parlementariërs met de meeste dienstjaren zijn momenteel Geert Wilders (Tweede Kamer, PVV), Tiny Kox (Eerste Kamer, SP), Pieter Omtzigt (Tweede Kamer, NSC) en Ferd Crone (Eerste Kamer, GroenLinks-PvdA). Kox neemt op 13 februari afscheid en ook de afloop van de kabinetsformatie zou ervoor kunnen zorgen dat het lijstje op Prinsjesdag 2024 korter is. Maar dat zien we dan wel weer. Het gaat om het idee.
Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media.
Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Doneren kan op verschillende manieren. Hartelijk dank!