Korte lijntjes: hoe de staat noodlijdende activisten op de been houdt
De Nederlandse overheid geeft jaarlijks honderden miljoenen euro’s aan organisaties waarvan onduidelijk is wie ze vertegenwoordigen en waarom ze door de overheid in stand worden gehouden. Diezelfde stichtingen (soms: verenigingen) voeren ook actie en ondernemen rechtszaken, onder meer ook tegen de overheid die hen betaalt.
Bekende voorbeelden zijn invloedrijke clubs als Milieudefensie, dat grotendeels draait op loterijgeld en belastinggeld, nota bene vooral van ontwikkelingshulp. Een andere is lhbti-belangenorganisatie COC dat geen leden heeft en vrijwel uitsluitend van belastinggeld leeft – ook weer van ontwikkelingshulp.
Maar ook andere ministeries dan Buitenlandse Zaken houden actie- en lobbygroepen op de been. Neem bijvoorbeeld het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) dat jarenlang ook over ‘wonen’ ging. In die rol werd het ministerie niet alleen de grote sponsor van de Woonbond, maar redde dit ministerie door het toedelen van een interessante, maar weinig effectieve klus ook de boekhouding van de lobbyclub Stichting Natuur & Milieu. Maar hoe netjes is dat?
‘Stem natuurlijk’
Vlak voor de verkiezingen voor Provinciale Staten deden 90 organisaties een oproep ‘Stem natuurlijk’ en om ‘te stemmen met een groen hart’. Waarna het in de gebruikelijke paniekerige termen ging over de klimaatcrisis die gaande is en ‘de natuur die onder grote druk staat’. Het is een duidelijk signaal dat deze clubs zich met hand en tand zullen verzetten tegen elke bijstelling van het huidige klimaat- en stikstofbeleid waarvoor verkiezingswinnaar BBB campagne heeft gevoerd.
BBB en mogelijke coalitiepartners vinden dus een gesloten activistisch front op hun weg, dat zich een half jaar geleden tijdens ‘Remkes’ al luidkeels roerde met de campagne ‘Niet zonder natuur’.
Wie het lijstje deelnemers onder de loupe neemt, ziet dat de financiële basis onder deze coalitie wankel is. Dat zij zich naar eigen zeggen kunnen beroepen op de steun van miljoenen mensen blijkt niet uit de aantallen donateurs. Veel organisaties zouden niet of slechts kwijnend bestaan als zij niet financieel werden ondersteund met overheidssubsidie en bijdragen van de Postcodeloterij.
In een vorige aflevering van deze serie artikelen bleek al dat Stichting Natuur en Milieu een dergelijke organisatie is met een beperkte achterban van 9240 donateurs, die financieel leunt op de Postcodeloterij. Die beperkte achterban verhindert niet dat Natuur & Milieu zeer invloedrijk is en als enige vertegenwoordigd was aan alle klimaattafels, geraadpleegd werd bij de kabinetsinformatie en sprak met stikstofbemiddelaar Remkes.
Ook in de werkgroepen die naar aanleiding van het advies van Remkes zijn gevormd om te komen tot een Landbouwakkoord heeft Natuur en Milieu samen met de gelieerde koepel van provinciale natuur- en milieufederaties en de grootgrondbezitters LandschappenNL en Natuurmonumenten weer een prominente plek.
Niet zo gratis
Dagblad Trouw kwalificeerde Natuur & Milieu vorig jaar als ‘Gratis consultants voor overheden en bedrijven’. Maar gratis is wat Natuur & Milieu doet bepaald niet. Niet alleen komt jaarlijks de helft van de begroting van ruim 7,5 miljoen euro uit de gelden van de Postcodeloterij, ook tal van andere (gesubsidieerde) NGO’s dragen geld bij en in toenemende mate ook de overheid.
Dat laatste is vreemd, aangezien met ingang van 2012 de jaarlijkse Rijkssubsidie aan Natuur & Milieu werd stopgezet. Dat leidde tot een jarenlange worsteling om de eindjes aan elkaar te knopen, waarbij Natuur & Milieu ook commerciële activiteiten probeerde te ontplooien zoals de verkoop van zonnepanelen.
Ook in 2021 dreigde een tekort, maar dat kon via een substantiële financiële bijdrage van de Rijksoverheid worden voorkomen. Die financiële bijdrage ontvangt Natuur & Milieu door zekere diensten aan de overheid te leveren, waarvoor vervolgens ‘marktconform’ wordt betaald.
Zo maakte een dienst van het Ministerie van EZK 225.000 euro over voor het opstellen van de Gasmonitor, wat rijkelijk veel lijkt voor een rapport dat voornamelijk steunt op deskresearch. Door dit jaarlijks te herhalen heeft Natuur & Milieu alsnog een vaste bron van subsidie-inkomsten weten aan te boren.
Lucratief is ook de samenwerking van Natuur & Milieu met het Ministerie van BZK, zo ontdekte Wynia’s Week na het doorspitten van documenten hierover die in het kader van een WOO-verzoek (het voormalige WOB-verzoek) zijn ontvangen. Hoewel in de documenten die BZK verstrekte alle bedragen zorgvuldig zijn weggelakt, blijkt uit het jaarverslag van Natuur & Milieu over 2021 dat het dat jaar – Kajsa Ollongren van D66 was toen de verantwoordelijke minister – een bedrag van bijna 700.000 euro kreeg overgemaakt voor de campagne ‘Zet je cv op 50’. Volgens de in het kader van de WOO verkregen documenten betreft dit 72 procent van de totale aanneemsom, die dan circa 965.000 euro zou bedragen.
Natuur & Milieu startte in augustus 2021 met een campagne om mensen te bewegen hun cv-ketel op 50 graden te zetten. Dat was bedoeld om ze in het kader van de verduurzaming van hun woning van het gas af te krijgen en een stap richting de aanschaf van een warmtepomp te laten zetten.
Op bezoek bij Koffietijd
Dit gebeurde via radiocommercials, digitale abri’s, paginagrote advertenties in De Telegraaf en AD en een ‘duurzaamheidsspecial’ van De Groene, direct mail aan 200.000 huishoudens en een item in Koffietijd, pikant genoeg een tv-programma van de Postcodeloterij, het bedrijf dat menige actiegroep – ook Natuur & Milieu – samen met de overheid op de been houdt.
Ook werd presentator Eddy Zoey door Natuur & Milieu ingehuurd om acht huizen te bezoeken die verduurzamen en meedoen aan ‘de 50 graden challenge’. Vooraf gesteld doel was om zes miljoen mensen te bereiken, waarvan 90.000 zich zouden moeten melden om hun cv-ketel daadwerkelijk op 50 graden te zetten.
Maar hielp het ook?
Uit de WOO-stukken blijkt dat de campagne zowel volgens Natuur & Milieu als BZK een groot succes zou zijn. Maar liefst 6.313.000 mensen werden bereikt, waarvan er echter slechts 3.586 zich aanmeldden voor de ‘comfort challenge’. Zoals dat gaat leidde dit, ook volgens betrokkenen, ‘teleurstellende resultaat’ onontkoombaar tot de conclusie dat er nog een schepje bovenop moest en dat kon dan het best door de campagne te verlengen en in de jaren t/m 2024 drie extra ‘campagnesprints’ te doen.
Uit het naar aanleiding van de campagne opgestelde ‘strategische lange termijn plan’ kwam tevens naar voren dat er extra budget nodig was om de boodschap beter te laten landen. Aldus werd besloten.
Hoe kan BZK zo gemakkelijk bijna een miljoen euro naar een NGO schuiven voor het doen van een reclamecampagne? Daarvoor komt de Subsidieregeling Experimenten en Kennisoverdracht Wonen (SEKW) in beeld. Hierin staat in art. 2 een aantal heel algemene criteria geformuleerd om in aanmerking te komen voor subsidie, die nauwelijks een activiteit op het terrein ‘wonen’ uitsluiten. Uit de WOO-stukken blijkt dat als motivatie in het geval van deze campagne werd volstaan met de constatering dat een subsidie past in het beleid om energiebesparing en warmtepompen te stimuleren.
Een heel handig miljoenenpotje
Via de SEKH werd in de periode 2017 t/m 2021 een bedrag van in totaal 79,8 miljoen euro uitgekeerd. De regeling werd in 2022 geëvalueerd door onderzoeksbureau Ecorys. De conclusies zijn nogal ontluisterend:
- Ecorys concludeert dat ‘de doelstellingen van de SEKW zeer ruim zijn geformuleerd, waardoor bij de inhoudelijke toets en risicoanalyse bij het beoordelen van de subsidieaanvraag de lat derhalve niet hoog wordt gelegd’.
- Niettemin wordt die inhoudelijke toets onvoldoende uitgevoerd, bijvoorbeeld ten aanzien van de ‘aannemelijkheid en redelijkheid van de subsidiabele kosten en of de activiteiten voldoende bijdragen aan de doelstelling van de subsidie’. Dit komt doordat ‘de beleidsmedewerkers binnen het Ministerie van BZK, die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de toets, over het algemeen niet op de hoogte zijn van de operationele doelstellingen van de SEKW’.
- Tegelijkertijd concludeert Ecorys: ‘Het feit dat de operationele doelstellingen van de SEKW breed zijn geformuleerd, maakt dat vrijwel alle subsidies in enige mate een bijdrage leveren aan de operationele doelstellingen’. Vaak is daarbij sprake van meerjarige (35,5 miljoen euro in de genoemde periode) of structurele (17 miljoen euro) subsidiëring, waarbij meer sprake is van een door de tegenpartij te leveren ‘inspanningsverplichting dan een resultaatsverplichting’.
Subsidieontvangers zijn stichtingen zonder winstoogmerk, dus geen bedrijven. Veel geld gaat naar Milieu Centraal en het Programma Aardgasvrij Wijken, naast ‘kennisplatforms’ en belangenorganisaties. Van de totale uitgaven op het deelgebied Wonen van 12,8 miljoen euro gaat bijvoorbeeld 30 procent naar de Woonbond.
De Woonbond blijkt een overheidsbond
In het geval van de Woonbond spreekt Ecorys expliciet van een ‘instandhoudingssubsidie’ met een structureel karakter. De Woonbond ontvangt dus miljoenen euro’s aan belastinggeld van het ministerie van BZK – zonder welke ze niet zou bestaan – voor het brengen van een nogal radicaal geluid wat betreft verhuren en maakt daarbij particuliere verhuurders steevast uit voor ‘huisjesmelkers’.
Scherper geformuleerd kan de SEKW worden gekwalificeerd als een regeling die is bedoeld om structureel en meerjarig op een gemakkelijke manier geld te kunnen wegzetten naar bevriende organisaties. De conclusies die Ecorys trekt ten aanzien van de doelmatigheid van de regeling ondersteunen deze opvatting:
- 97 procent van het totale subsidiebedrag wordt toegekend voor activiteiten die uitsluitend door de betreffende instelling zouden kunnen worden uitgevoerd. Dus bij deze activiteiten is volgens opgave van BZK geen concurrentie mogelijk en daarom hoeven ze niet openbaar te worden aanbesteed.
- De activiteiten kunnen niet worden uitgevoerd zonder subsidie.
- Een aantal van de organisaties is bovendien voor haar voortbestaan afhankelijk van de subsidie.
Het zal de lezer niet verbazen dat de regeling naar aanleiding van deze evaluatie opnieuw is verlengd tot 2027.
Leggen we de conclusie dat 97 procent van de projectsubsidies niet door een andere instantie kan worden gedaan naast het budget van de campagne ‘Zet je cv op 50’ dan is meteen duidelijk dat ook deze campagne daar onder is geschoven. En dat is vreemd, want wat Natuur & Milieu doet – namelijk: een reclamecampagne voeren – kunnen heel veel andere partijen ook en vaak beter.
Daarom besteedt Natuur en Milieu, zo blijkt uit de WOO-stukken, de meeste activiteiten dan ook uit en heeft de stichting zelf een coördinerende rol. Een dergelijke rol had BZK ook zelf kunnen vervullen, zonder tussenkomst van Natuur & Milieu. Men heeft daar bij het Rijk niet alleen veel ervaring mee, maar elk departement heeft ook een eigen directie Communicatie waar tientallen mensen werken – met relevante expertise.
Het wordt nog vreemder, omdat er op hetzelfde moment ook een campagne liep van Urgenda: ‘Zet ‘m op 60’. Weliswaar tien graden hoger maar met hetzelfde doel. Wie de in opdracht van Natuur & Milieu in het kader van de campagne gebouwde website hoegasvrijbenjij.nl bekijkt, ziet de grote overlap met de inhoud van de website van Milieu Centraal, dat hiervoor eveneens grote bedragen krijgt van BZK op basis van dezelfde regeling en vanwege dezelfde unieke expertise.
Grote overlap is er ook met de door BZK zelf gerunde campagne ‘Iedereen doet wat’ en de overheidswebsite verbeterjehuis.nl. Dit geldt ook voor de campagne ‘Zet de knop om’ van het Ministerie van EZK. Van unieke expertise van Natuur & Milieu is dan ook helemaal geen sprake. Laat staan voor de noodzaak van een vervolgcampagne tegen extra budget.
Onnutte campagne, handige geldstroom
De door BZK betaalde campagne ‘Zet je cv op 50’ voorkwam dat Natuur en Milieu in 2021 diep in de rode cijfers zou belanden en lijkt dan ook een klassiek geval van netwerkcorruptie. Deze door juriste Willeke Slingerland gemunte term duidt de situatie aan waarbij iemand zelf weliswaar geen direct voordeel heeft van een bepaalde actie maar anderen in diens netwerk wel en daardoor de eerstgenoemde persoon uiteindelijk ook.
Hier gaat het dan niet om persoonlijk geldelijk voordeel, maar om het in stand houden van een bepaald radicaal (en blijkbaar bruikbaar) politiek geluid op het terrein van klimaatbeleid en milieu. In het beste geval kun je zeggen dat de overheid haar eigen (buitenparlementaire) oppositie subsidieert; in het slechtste geval dat sprake is van een dubbele agenda en een (ook uit de WOO-stukken naar voren komende) ongezonde verwevenheid van actievoerders en ambtenarij.
Wouter Roorda brengt regelmatig verslag uit van zijn speurtocht naar de omvangrijke financiering van de beleid- en meningsvorming met behulp van door de overheid betaalde ‘actiegroepen’.
Wynia’s Week krijgt geen subsidie en wil ook geen subsidie. Wynia’s Week is onafhankelijk en ongebonden. De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!