Klimaatzaken doen met Estland? Ethiopië is een veel beter idee
Onze ‘Wetenschappelijke’ Klimaatraad wil op grote schaal zaken gaan doen met Estland. De enige econoom in de Raad, Machiel Mulder, is internationaal erkend specialist in energie-economie, maar is na de publicatie van het rapport Met iedereen de transities in (december 2023) snel afgetreden. Dus nu al niet meer ‘met iedereen’, en we kunnen wel raden waarom. De andere leden houden vast aan hun doel: om maar weg te blijven van meer kernenergie, moet Nederland complete bossen opkopen in Estland, de gekapte bomen per schip naar Rotterdam overbrengen, de bomen opstoken in biomassacentrales, en dat alles goedpraten in het vertrouwen dat Estland wel nieuwe bomen zal planten.
Estland is een succesvol nieuw lid van de EU zonder veel corruptie en zal de vervangende stekjes wel in de grond zetten. Maar het is daar kouder dan bij ons (gemiddelde maandtemperatuur vier maanden per jaar onder nul) en die stekjes groeien dus langzaam.
Al eerder citeerde ik in Wynia’s Week een team van de Universiteit van Helsinki dat inschat dat het minimaal dertig jaar duurt voordat een nieuwe boom bij benadering evenveel CO2 absorbeert als de omgekapte boom. Gedurende die dertig jaar stoten Estland en Nederland samen dus netto meer uit omdat de minpost ‘boomslurp’ in de klimaatboekhouding geringer is dan wanneer we de bomen in het bos hadden laten staan.
Wederzijds voordeel
Klimaatzaken doen met Estland is derhalve een heel slecht idee, en het zou Jan-Willem Erisman – voorzitter van de Klimaatraad – sieren wanneer hij zijn rapport introk, corrigeerde en een versie zonder boskap en met meer nucleaire energie naar buiten bracht.
Nog beter: een versie inclusief zaken doen met Ethiopië. Een land met 132 miljoen inwoners, waarvan we er deze maand een aantal onwaarschijnlijk hard zagen rennen op de drie lange olympische afstanden in Parijs. De grote meerderheid van de overige Ethiopiërs heeft ook een goed uithoudingsvermogen, want die moeten heuvel op en heuvel af klimmen voor water en brandhout in hun hut. Tussen Nederland en Ethiopië is daarom een mooie combinatie mogelijk van hulp en van wederzijds voordeel.
Eerst een gift aan Ethiopië. Urgent voor rijk Nederland is dit jaar een correcte omgang met alle ondernemers – eigenaars van viskramen, marktkramen, reparatiebedrijven, installateurs, gehandicaptenvervoer – die nu opeens hun bedrijfsbus met diesel- of benzineaandrijving niet meer mogen gebruiken. Allereerst moet een objectieve instantie (dus níet de Klimaatraad of het Planbureau voor de Leefomgeving), adviseren over het tempo waarin dat mogelijk zou kunnen zijn.
Het is immers zinloos voor het klimaat wanneer we nóg meer elektrische aandrijving voeden met elektriciteit uit Duitse bruinkool. Ook is het wreed voor de ondernemers wanneer er nog geen hybride of elektrische versie bestaat van hun voertuig. Rotterdamse stadsbussen worden vlot vervangen want de gemeente kan alles betalen, maar individuele ondernemers moeten maar zien hoe ze overleven.
Doe te zijner tijd de oude voertuigen en trekkers gewoon cadeau aan Ethiopië. Hoe dat is te regelen? Dat zouden we kunnen navragen in Zweden, waar ze op 3 september 1967 tijdens ‘Dagen Högertrafikomläggningen’ wisselden van links naar rechts rijden, waarna de stadsbussen van Gothenburg en Malmö – waarvan de deuren nu aan de verkeerde kant zaten – geschonken werden aan Kenia en Pakistan.
Ik profiteerde van de Zweedse donaties tijdens mijn drie jaar als vrijwilliger in Kenia. Met een maandsalaris van tweehonderd gulden had ik als leraar geen geld voor eigen vervoer, en dus heb ik bijvoorbeeld een mooie herinnering aan een lange busreis met een levende kip op schoot – cadeau van de ouders van een leerling die me bij hem thuis had uitgenodigd. Een keer huurde het internaat twee Zweedse bussen voor een schoolreis van 580 kilometer naar Mombasa. Uw columnist moest na aankomst als eerste de Indische Oceaan in lopen om onze eindexamenstudenten – bijna allemaal Kikuyu uit de hooglanden die nog nooit de zee hadden gezien – te demonstreren dat pootjebaden niet gevaarlijk is.
Betere kooktoestellen
In Ethiopië houden ze rechts en dus zouden onze oude bussen en bedrijfswagens daar welkom zijn. Als het nieuwe kabinet echt gaat schrappen bij de ngo’s die nu door dure reclamebureaus advertenties laten plaatsen tegen bezuinigingen op de subsidies voor hun dure kantoren en hun dure Amsterdamse managers, dan komt geld vrij om de voertuigen naar Ethiopië te sturen – waar elektrische laadpalen nog verre toekomst zijn.
En we kunnen ook op z’n Hollands zaken doen met Ethiopië voor het klimaat. De meeste mensen daar koken op hout. Er zijn verschillende ondernemingen die geld inzetten voor betere kooktoestellen in landen als Ethiopië. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) heeft de EU opgeroepen om nog veel meer schone kooktoestellen naar Afrika te sturen.
Allereerst zullen dan niet meer, zoals nu nog steeds het geval is, per jaar 200.000 kinderen onder de vijf jaar sterven door longziektes vanwege rook en vergif door primitief koken binnenshuis. En daarnaast is een spectaculaire daling mogelijk in de wereldwijde uitstoot van CO2. Het IEA schat dat voor Afrika een totale daling van 900 miljoen ton CO2 per jaar mogelijk is door schoner koken. De schatting van 4 miljard euro voor de distributie van al die kooktoestellen in arme landen lijkt mij iets te optimistisch, maar stel dat Nederland bijvoorbeeld voor 700 miljoen euro de kooktoestellen voor Ethiopië zou verzorgen, redt dat kinderen van rookverstikking en spaar je gelijktijdig meer dan 100 miljoen ton CO2 per jaar.
Geforceerd moerassen aanleggen
Ter vergelijking: als we het Klimaatakkoord van Ed Nijpels volgen en diezelfde 100 miljoen ton CO2 willen sparen door het grondwaterpeil niet 40 maar 20 centimeter onder het maaiveld te houden, dan moeten daarvoor 22.000 hectares worden opgeofferd. De Partij van de Dieren (PvdD) is daar voorstander van, want dan kunnen koeien in zo’n drassig weiland niet overleven, en gaan we Poolse zuivel importeren voor onze Goudse kaas (geen eigendomsrechten op de naam, dus dat kan met buitenlandse melk). Maar laat de PvdD dan eerlijk zijn en de echte reden noemen, namelijk afkeer van veeteelt, want kooktoestellen distribueren in Ethiopië is een logischer actie tegen CO2 dan geforceerd moerassen aanleggen in overvol Nederland.
Met betere kooktoestellen in arme landen is bij voorbeeld Eneco al jaren actief. Die onderneming verkoopt gas en elektriciteit in West-Europa, probeert dat zo verantwoordelijk mogelijk te doen, maar moet wel blijven leveren. Dus helpt Eneco tegelijkertijd via ‘carbon credits’ voor kooktoestellen in andere werelddelen om het verbranden van houtskool en takkenbossen te reduceren en zo wereldwijd CO2 te sparen.
Ook hier kan Nederland leren van Zweden. Daar is het allang officieel beleid dat sparen op CO2-uitstoot in Afrika, maar met Zweedse hulp, ook onderdeel is van het Zweedse CO2-beleid. Onze ‘Wetenschappelijke’ Klimaatraad is daar tegen, maar waarom? Laat ze van die dwaling terugkomen, voordat het te laat is en onze koeien vertwijfeld in de modder staan.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER . Hartelijk dank!