Klimaatbeleid zorgt voor schreeuwend dure energie, hoge voedselprijzen en vertrekkende bedrijven

WouterRoorda 12-11-24
Beeld: digitaaldagblad.nl

Door ideologie gedreven klimaatbeleid tast via torenhoge energieprijzen niet alleen de koopkracht van de burger aan, maar jaagt ook de industrie op kosten. En dat terwijl alleen Nederland al meer dan veertig miljard euro per jaar zou spenderen aan fossiele ‘subsidies’.

Volkswagen kondigde onlangs aan meerdere productielocaties in Duitsland te gaan sluiten. Het met de vakbonden afgesproken en al decennia van kracht zijnde verbod op collectieve ontslagen werd in september opgezegd. Het boegbeeld van de Duitse auto-industrie verkeert in slecht weer.

Klimaatkoplopers

Dat de Duitse industrie het moeilijk heeft, blijkt al jaren uit de cijfers. Het vertrouwen is laag, er wordt weinig geïnvesteerd en bedrijven verplaatsen productie naar het buitenland. Dat het vooral opvalt in Duitsland komt doordat het land als één van de weinige EU-landen nog een relatief grote industriesector heeft. In Nederland is het echter niet anders. Ook hier is het vertrouwen al jaren laag, maar wordt de slechte situatie deels aan het zicht onttrokken doordat de industriesector hier veel kleiner is en meer gediversifieerd. Zo deelt de relatief grote Nederlandse industrie van computerchips niet in de malaise.

De belangrijkste reden dat het nu slechter gaat met de industrie zijn de hoge energiekosten in West-Europa. Die worden gemakshalve op het conto geschreven van Poetin, maar dat is niet het juiste verhaal. EU-landen als Nederland en ook Duitsland willen koploper zijn als het gaat om klimaatbeleid. In Duitsland speelt ook een ongefundeerde angst voor nucleaire energie mee, die de aanzet gaf tot de ‘Energiewende’.

Binnen dat klimaatbeleid is geen toekomst voor fossiele energie. Reden waarom de politiek in veel EU-landen al tien jaar geleden is begonnen nieuwe winningsprojecten voor olie en gas zoveel mogelijk tegen te werken. En als zij het niet doen, dan doen (vaak rijkelijk gesubsidieerde) NGO’s dat wel door bij elk nieuw project meteen naar de rechter te lopen of via geestverwante bestuurders en parlementariërs vergunningen tegen te houden. Zo kan er op land vrijwel niet meer worden gewonnen en op zee maar mondjesmaat. Waar de EU zo’n vijftien jaar geleden voor een belangrijk deel zelf voorzag in haar energiebehoefte is het nu merendeels afhankelijk van importen.

Toen Poetin de oorlog tegen Oekraïne begon, voorzag Rusland voor een groot deel in de stijgende Europese energie-importbehoefte. Dit aanbod viel weg door de westerse boycotmaatregelen. Russische energie komt nu via een omweg tot ons en relatief dure producenten zijn in het gat gesprongen, zoals die van schaliegas uit de VS. Schaliegas dat wordt gewonnen via ‘fracking’. Dat is niet toegestaan in de EU, hoewel de methoden veel beter zijn geworden dan de techniek van twintig jaar geleden waarop de regeringen hier hun oordeel baseren.

Fossiele energie in EU veel duurder dan in VS

Een tweede component van het klimaatbeleid betreft het ook via bewust beleid duurder maken van fossiele energie. Dit soort politici gelooft sterk in prijsprikkels als het goederen duurder maakt waar ze een hekel aan hebben en het ook nog eens flink de schatkist vult. Dezelfde politici die nu moord en brand schreeuwen over de btw-verhoging op een aantal goederen en diensten, hebben de belastingen op energie de afgelopen jaren fors verhoogd. Dat laatste heeft een veel groter effect op de koopkracht. Wannabee koploper Nederland spant de kroon, maar ook andere EU-landen kunnen er wat van. De opbrengsten van dit soort belastingen zijn hard nodig om de miljardensubsidies op duurzamer geachte vormen van energie te kunnen financieren, die anders niet kunnen concurreren met olie en gas.

En zo komt het dat gas in de EU gemiddeld vijf keer duurder is dan in de VS en elektriciteit gemiddeld twee tot drie keer duurder.

Het zijn orde van groottes die meteen verklaren waarom energie-intensieve bedrijven in Europa ten dode zijn opgeschreven. Want energie in de VS is als gevolg van vier jaar Biden niet eens echt goedkoop en het land is niet langer zelfvoorzienend zoals onder Trump. Trump heeft aangekondigd flink in te gaan zetten op het winnen van fossiele energie, waardoor het prijsverschil met de VS eerder zal stijgen dan dalen.

Bedrijfsleven ingekapseld in klimaatbeleid

Hoe kan het nu dat we organisaties van werkgevers hier niet over horen in Nederland? Had VNO-NCW niet allang aan de bel moeten trekken? Te meer daar Nederland qua energiekosten zelfs binnen de EU de kroon spant.

De werkgevers klagen alleen over steunmaatregelen die andere EU-landen nemen. Kortom, het niveau van de energieprijzen is niet zo zeer het probleem, maar wel dat andere landen dat met subsidies proberen te drukken. De werkgeversorganisaties hebben zich jaren geleden aan de klimaattafels van Rutte III al gecommitteerd aan het klimaatbeleid van de afgelopen jaren. Ze hebben een kader dat, aangevoerd door D66-lid Ingrid Thijssen, vol inzet op de in VN-verband overeengekomen duurzame ontwikkelingsdoelen. Die zijn uitgewerkt in criteria op het terrein van Environment, Social and Governance (ESG), waarvan duurzame energie integraal deel uitmaakt.

Bedrijven worden afgerekend op de mate waarin zij voldoen aan ESG-doelstellingen. Zo niet, dan worden zij daar op aangesproken door activistische pensioenfondsen als het ABP onder leiding van Paul Rosenmöller tijdens aandeelhoudersvergaderingen, NGO’s als het zwaar gesubsidieerde Milieudefensie in de rechtszaal of Extinction Rebellion via acties en blokkades. Kortom het bedrijfsleven is ingekapseld in het klimaatbeleid en wie een ander geluid laat horen, zoals bijvoorbeeld Tata Steel, wordt in de politiek en de media weggezet als milieucrimineel. De landbouwsector kan daarover meepraten.

Maar, zult u tegenwerpen, het voorgaande is natuurlijk geklets. Zelfs de overheid geeft toe dat fossiele energie in Nederland zwaar wordt gesubsidieerd. Begon het een paar jaar geleden nog met enkele miljarden, inmiddels overtroeven de schattingen elkaar en zou het gaan om meer dan 40 miljard euro per jaar. Hoe kan zwaar ‘gesubsidieerd’ gas hier vijf keer duurder zijn dan in de VS, waar het niet wordt gesubsidieerd?

Een simpel voorbeeld over hoe deze ‘subsidies’ worden berekend kan dat duidelijk maken. Op een liter benzine wordt in Nederland een accijns geheven van 79 cent. Op een liter diesel is dat 52 cent. Het verschil van 27 cent is, vermenigvuldigd met een btw-tarief van 21%, een subsidie op fossiele energie. Dat vinden niet alleen klimaatactivisten en groene politici. Ook onze overheid denkt er zo over en een organisatie als de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde.

Accijns mag wel verhoogd worden maar niet verlaagd

Deze wordt bevolkt door tal van hoogleraren economie waarvan er geen één uitspreekt dat de keizer, zoals in het sprookje van Andersen, geen kleren aan heeft. Integendeel, zoals bij een vorige maand gehouden bijeenkomst over hoe deze subsidies zo snel mogelijk kunnen worden afgebouwd, gaat men braaf mee in het sprookje. Het sprookje waarin doelbewust de Engelse term subsidies, dat voor veel meer staat dan wat we in Nederland verstaan onder subsidies en ook belastingvrijstellingen of lagere tarieven omvat, wordt vertaald naar het Nederlandse subsidie.

In de redenering van al deze instanties is het afbouwen van deze fossiele subsidies maar op één manier mogelijk. Om terug te keren naar het eerdere cijfervoorbeeld is de fossiele subsidie op diesel pas verdwenen als de accijns op een liter diesel wordt opgetrokken naar 79 cent. De accijns op een liter benzine verlagen naar 52 cent mag niet.

Doel is fossiele energie zo duur mogelijk te maken

Dat geldt ook als je de belastingopbrengst gelijk houdt en een bijbehorend tarief vaststelt dat voor benzine en diesel gelijk is en ergens tussen 52 cent en 79 cent ligt. Het geeft wel aan dat de illusie van fossiele subsidies als stok bedoeld is om een zo groot mogelijke negatieve prijsprikkel te creëren tegen fossiele energie. Als de accijns op benzine en diesel volledig verdwijnt, is er helemaal geen fossiele subsidie meer.

Er is de afgelopen jaren een stelsel gecreëerd in West-Europa in het algemeen en, vanwege de wens om klimaatkoploper te zijn, in Nederland in het bijzonder, waarin energie schreeuwend duur is gemaakt. De consequenties daarvan voelt de gemiddelde burger al een aantal jaren in de portemonnee en de gevolgen worden nu ook zichtbaar in het bedrijfsleven.

Bedrijven die dit soort prijsstijgingen kunnen doorberekenen, zullen niet aarzelen dat te doen. Dat is een verklaring voor de hardnekkig hoge inflatie in ons land. Het sterke verband tussen energieprijzen en voedselprijzen wordt bijvoorbeeld graag genegeerd. Liever beschuldigt men bedrijven van graaien, hoewel het bewijs daarvoor ontbreekt en de winstgevendheid en marges van het bedrijfsleven niet zijn toegenomen.

Rampzalige gevolgen

Bedrijven die kostenstijgingen niet kunnen doorrekenen en die, zoals Volkswagen, niet alleen concurreren op de EU-markt die met tarieven kan worden beschermd, sluiten hun Europese vestigingen en verplaatsen de productie naar buiten de EU. Voor de generatie die denkt dat voedsel uit de supermarkt komt en auto’s uit de showroom is dat geen probleem. Tot het moment waarop zij worden geconfronteerd met schaarste en prijsstijgingen. Dan wordt de roep om overheidsingrijpen luid.

De overheid produceert echter geen auto’s en verbouwt geen voedsel en als ze het zou doen dan zou er niet genoeg zijn. Het huidige door ideologie gedreven beleid is kortzichtig en kan bij voortzetting alleen maar rampzalige gevolgen hebben als op een gegeven moment een nieuwe crisis de tekortkomingen ervan genadeloos bloot legt. 

Wouter Roorda publiceert regelmatig in Wynia’s Week over hoe de schaduwwereld van de meningsvorming en besluitvorming in Nederland werkt.

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!