Klimaatbeleid: het is duur en het werkt niet
Het kabinet heeft na bijna twee jaar dan echt een klimaatbeleid. Terwijl de premier zelf in het Verre Oosten zat, presenteerden vijf andere bewindslieden het ‘klimaatakkoord’ dat samen met het regeerakkoord, de Klimaatwet en allerlei losse maatregelen het klimaatbeleid van het kabinet vormt.
Het kabinet jubelt over het resultaat. Het klimaatbeleid houdt Nederland ‘leefbaar voor toekomstige generaties, het biedt behalve ‘milieuwinst’ ook ‘kansen voor de economie, onze welvaart en ons duurzame verdienvermogen’. Alles en iedereen wordt er beter van, ook uw portemonnee. Zou het werkelijk?
Het kabinet gaat de burgers ‘ontzorgen’ en ‘aantrekkelijke financiering’ aanbieden, terwijl de energierekening ook nog eens goedkoper wordt. De industrie wordt een voorbeeld voor de wereld. ‘De inzet voor 2050 is een bloeiende, circulaire en CO2-arme industrie die mondiaal toonaangevend is, zegt het kabinet. Kan het mooier?
De werkelijkheid achter de klimaatplannen van RutteDrie is heel wat minder idyllisch. Het product van twee jaar praten van politici, ambtenaren, activisten en lobbyïsten levert vast hier en daar voordelen op, maar zelden voor de burgers van Nederland. De landbouw moet inkrimpen, maar de natuur wordt vol gezet met zonnepanelen en windmolens. Allerlei oplossingen zijn erger dan de kwaal.
In deze Wynia’s Week staat niet het nut of noodzaak van klimaatbeleid ter discussie. Er zijn best vragen te stellen bij de klimaatplanners van het IPCC en ook bij het Klimaatverdrag van Parijs en al helemaal bij de manier waarop dat verdrag in de rest van de wereld wordt toegepast. Maar daar gaat het nu niet om. We kijken nu alleen hoe Nederland de afspraken van Parijs interpreteert en of dat op een zinvolle en effectieve manier gebeurt.
1 Waarom moet Nederland klimaatkoploper zijn?
Daar is eigenlijk maar één reden voor, en die luidt dat D66 in de regeringscoalitie zit. Het klimaat is voor D66 sinds enkele jaren hèt kroonjuweel – onder Rob Jetten bijkans nog meer dan onder Alexander Pechtold. D66-bewindslieden als Kasja Ollongren (Binnenlandse Zaken, woningen) en Stientje van Veldhoven (vervoer) buitelen over elkaar heen als ze zich op klimaatgebied kunnen profileren.
Het heeft er ook mee te maken dat D66 op de kiezersmarkt rivaliseert met GroenLinks, dat op haar beurt met de Partij van de Dieren wedijvert in klimaatambities. Heel links wordt weer opgejaagd door invloedrijke, vaak gesubsidieerde actiegroepen, zoals het invloedrijke Milieudefensie.
Jesse Klaver van GroenLinks kon het zich dan ook permitteren om buiten de coalitie te blijven en op klimaatgebied toch de invloedrijkste politicus van Nederland te worden. De Klimaatwet die Klaver eerder samen met toenmalig PvdA-leider Diederik Samsom opstelde, is door de coalitie omarmd en heeft harde doelstellingen voor 2030 en 2050. In 2030 moet al nagenoeg de helft (49 procent) van de CO2-uitstoot in vergelijking met 1990 gereduceerd zijn. Dat staat ook in het regeerakkoord.
Dergelijke doelstellingen maken Nederland tot het ijverigste klimaatland van de wereld, misschien met uitzondering van Zweden dat het met bergen en bossen stukken makkelijker heeft dan het vlakke, volle Nederland. De Europese Unie als geheel loopt voorop in de wereld, maar komt niet verder dan de doelstelling van 40 procent CO2-reductie in 2030, die Nederland trouwens wil opkrikken tot 55 procent. Premier Mark Rutte beweert zelfs, daar een opdracht voor te hebben gekregen van VN-secretaris-generaal António Guterres.
D66 en ook de rest van het kabinet beweert, dat Nederland grote economische voordelen kan hebben door klimaatkoploper te zijn. Nederlandse vindingen zouden elders aan de man gebracht kunnen worden. Er is overigens niet het geringste bewijs voor. Wat zou de rest van de wereld trouwens aan moeten met unieke Nederlandse ‘vindingen’ als het gasverbod – het afsluiten van woningen en kantoren van aardgas – en het onder de zeebodem stoppen van CO2?
Nee, de ambitie om klimaatkoploper te zijn is de uitkomst van een typisch Nederlands fenomeen. Iedereen buitelt binnenslands over elkaar heen om de beste en de mooiste en de beste getuigenispoliticus te zijn. Zo wordt de typisch Nederlandse ambitie gevoed om het buitenland een poepie te laten ruiken. Het is Nederland Gidsland. Of de wereld er beter van wordt is van minder belang. Dat staat dan ook helemaal niet vast.
2 Het helpt niet
Nederland draagt maar een paar duizendste bij aan de broeikasuitstoot, die geacht wordt het klimaat op te warmen. Nederlands klimaatbeleid is dus sowieso nooit erg effectief, daar is Nederland te klein voor. Maar als dan toch de ambitie bestaat om voorbeeldland te zijn, dan ligt het in de rede om het slim aan te pakken.
Zo wordt wel gezegd, dat het Nederlands eigenbelang is om voorop te lopen met klimaatbeleid, omdat Nederland zo laag ligt en dus bij uitstek last gaat krijgen van een stijgende zeespiegel die het gevolg kan zijn van hogere temperaturen. Klimaatbeleid (kortweg: minder CO2) is echter wel een hele inefficiënte manier om je als Nederland te wapenen tegen hoog water.
Als Nederland langs de weg van het klimaatbeleid het zeewater in toom wil houden, kan ons land beter miljardensubsidies aan China geven, om dat land te bewegen niet meer, maar minder kolencentrales te bouwen. Of, nog beter: geld reserveren voor hogere dijken, want die helpen echt. Maar daar is Nederland tien jaar geleden al aan begonnen: miljarden uittrekken voor dijkenbouw voor de komende eeuw. In die zin is het klimaatbeleid dubbelop. Nederland had al een klimaatadaptatiebeleid, lang voor het goed en wel een klimaatbeleid had.
3 Het is peperduur als je het afzet tegen het beoogde effect
Als je dan toch een ambitieus klimaatbeleid wilt, kijk dan hoe je tegen de geringste investering het grootste effect bereikt. Ander gezegd: kijk hoe je voor de minste euro’s de grootste CO2-reductie weet te bereiken en tegelijkertijd schadelijke gevolgen voor mens, natuur en milieu weet te beperken. Dat zou pas nuchter klimaatbeleid zijn.
Maar het klimaatbeleid van RutteDrie is helemaal niet nuchter. Het is een resultaat van emoties en van mensen die sentimenten handig weten aan te wenden. Het is het product van klassiek Nederlands schuldgevoel en van handige jongens en meisjes die daar een slaatje uit weten te slaan. Het is het product van groepsdenken en tunnelvisie.
Een sprekend voorbeeld is het gasverbod, dus het afsluiten van de Nederlandse woningen, kantoren en scholen van het gasnet. Wie er het eerst over begonnen is, is een raadsel, maar waarschijnlijk is het de actiegroep Milieudefensie, die de aardbevingen in Groningen benutte om alle aardgas – waar ter wereld het ook vandaan moge komen – een slechte naam te bezorgen. Zo kon het gebeuren dat in de hele wereld het gebruik van aardgas als een milieu- en klimaatvriendelijke optie wordt gezien, terwijl uitgerekend gasland Nederland met zijn voorbeeldige infrastructuur als eerste en enige land ter wereld zijn burgers van het gas af wil hebben.
De kosten van dat gasverbod voor burgers en (kleine) bedrijven zijn immens. Het vraagt tot 2050 een investering van 500 miljard euro – het grootste bedrag van het hele klimaatbeleid. Volgens het kabinet mag je zo niet rekenen, want die uitgaven worden gecompenseerd door lagere energierekeningen voor burgers.
Alleen is er niemand die kan en wil garanderen dat de (vele) tienduizenden euro’s die burgers per woning kwijt zijn ook echt tot een lagere energierekening leiden. De talloze subsidiepotjes waar het kabinet mee schermt zijn sowieso slechts een druppel op de gloeiende plaat (en zullen opgebracht moeten worden uit hogere belastingen, die ook weer bij burgers belanden).
Uit berekeningen van het Planbureau van de Leefomgeving is af te leiden, dat als het gasverbod het klimaat al helpt – er zijn ook berekeningen van het omgekeerde – dat ongeveer 200 euro per niet-uitgestoten ton CO2 zou kosten. Dat is peperduur en ongeveer het twintigvoudige van het klimaatbeleid voor de landbouw, dat dus veel effectiever is. Het klimaatbeleid van RutteDrie voldoet niet aan de nuchtere eis, dat die het meest moet opbrengen voor de minste euro’s. Het is dan ook peperduur.
Wat hoogst misleidend is, is dat het kabinet steeds spreekt van ‘maatschappelijke’ dan wel ‘nationale’ kosten van het klimaatbeleid, die beperkt zouden blijven tot enkele miljarden euro’s per jaar. Maar de kosten die burgers en ondernemers moeten maken zitten daar niet bij. Aannemelijk is echter, dat het beslag dat het klimaatbeleid legt andere uitgaven van burgers in de weg gaat zitten en de economische groei zo een douw bezorgt, tientallen jaren achtereen.
De collectieve lasten zijn onder de kabinetten-Rutte al jaar op jaar gestegen, met koopkrachtstagnatie tot gevolg. Volgend jaar zou het eindelijk beter moeten gaan. Maar ja, nu komen de kosten van het klimaatbeleid…
4 Veel oplossingen zijn erger dan de kwaal
Dat geldt ook weer voor het gasbeleid, omdat er zoveel meer stroom geproduceerd zal moeten worden voor huizen en de gaandeweg verplichte elektrische auto’s – stroom die alleen maar geproduceerd kan worden als er meer gas wordt gebruikt voor de elektriciteitscentrales. Het verbieden van gas leidt dus tot meer gasverbruik.
In het algemeen lijkt het kabinet-Rutte een blinde liefde voor elektriciteit te paren aan een blinde afkeer van aardgas. Wat extra gek is, omdat de staat – het kabinet dus – grote belangen heeft in de transport en de verkoop van gas, vooral via staatsbedrijf Gasunie en semi-staatsbedrijf GasTerra, die zich trouwens pas recentelijk tegen het gasbeleid van het kabinet zijn gaan verzetten.
De verafgoding van stroom en de irrationele gashaat leiden tot wonderlijke uitkomsten. Bijkans wordt vergeten dat verreweg de meeste stroom nog steeds wordt opgewekt door het verbranden van brandstoffen. Die gedachte poetst het kabinet weg door voor de blinde ambitie te gaan om in 2030 meer dan 70 procent van de stroom uit duurzame bron – inclusief houtstook, dat dan weer wel – te halen. Erg reëel lijkt dat niet, tenzij de halve Noordzee en nagenoeg het hele Nederlandse platteland vol met torenhoge windmolens en poldergrote zonneparken wordt gezet.
En wat te denken van de aardwarmte, die als alternatief voor aardgas wordt gepresenteerd? Het Staatstoezicht op de Mijnen volgt de ‘geothermie’ met argusogen en heeft al een groot aantal aardwarmteprojecten getorpedeerd – vanwege het risico van aardbevingen. Zo’n verbod trof onder meer de stad Groningen, dat aan de geothermie was begonnen als alternatief voor aardgas.
De collectieve warmteleidingen zijn trouwens ook al behoorlijk omstreden, ook als ze niet worden gevoed door aardwarmte. In Nijmegen-Noord zitten mensen vast aan de warmteleverantie van monopolist Vattenfall (voorheen: Nuon) en kunnen daar alleen tegen hoge kosten van af. In Diemen is Nuon bezig een gascentrale te vervangen door een centrale op biomassa. Want biomassa (hout) wordt op basis van een wonderlijke redenering als goed voor het klimaat gezien, terwijl het aantoonbaar slechter is voor zowel milieu en klimaat als gas. Maar het gas wordt verboden, terwijl het hout wordt gesubsidieerd.
5 Nederland doet het op zijn eentje
Het wonderlijke van het klimaatbeleid van RutteDrie is, dat het wordt gedragen en aangejaagd door partijen die altijd voor meer Europa zijn, terwijl het klimaatbeleid volledig op eigen Nederlands houtje verloopt. Terwijl Nederland van het gas af wil, gaat Europa – Duitsland en België incluis – aan het gas. Het CCS-beleid (CO2 onder de zeebodem) gebeurt vrijwel nergens of is – net al in Nederland zelf – eerder al mislukt en stopgezet. Als het om het klimaat gaat is Nederland een egotripper – een arrogante egotripper, die zonder enig bewijs aanneemt dat de rest wel zal volgen. Het Nederlandse klimaatbeleid kijkt niet over de dijken.
6 De vervuiler betaalt niet (of veel minder)
Het kabinet-Rutte heeft te elfder ure de kosten van het klimaatbeleid iets minder onrechtvaardig gemaakt voor burgers, die samen maar een klein deel van de CO2-uitstoot voor hun rekening nemen, maar het merendeel van de kosten van klimaatsubsidies voor hun rekening namen.
Maar nog steeds zijn de verhoudingen scheef, ook al omdat bedrijven niet meebetalen aan de klimaatmaatregelen van burgers, maar burgers wel aan die van bedrijven. Zo mogen grote bedrijven (raffinaderijen, hoogovens) doorgaan met hun CO2-uitstoot, maar kunnen ze die voor een belangrijk deel op kosten van de belastingbetaler onder de zeebodem stoppen. Om een idee te geven: het totaal van wat zo tot 2030 aan CO2 onder de zeebodem wordt weggestopt is het dubbele van wat het kabinet denkt te besparen aan CO2-maatregelen voor huizen, kantoren en scholen.
7 Het klimaatbeleid neemt een loopje met de democratie
Bij de Kamerverkiezingen van 2017 ging het niet over het klimaat. Dat was niet zo vreemd, want het was ook niet het gesprek van de dag. Kort voor de verkiezingen constateerde het Sociaal en Cultureel Planbureau dat amper één procent van de Nederlanders onderwerpen als klimaat en ‘duurzaamheid’ bovenaan hadden staan als het om politieke problemen ging.
Maar tijdens de formatie werd Nederland dus plotseling ‘klimaatkoploper’. Daar was eigenlijk geen kiezer aan te pas gekomen, want het was immers geen thema geweest. Van een mogelijk gasverbod had niemand gehoord en wie het wel had gehoord kon het amper geloven.
De uitwerking van het klimaatbeleid werd bovendien in handen gegeven – net als onder Rutte-II – van een gezelschap ondernemers en actiegroepen, die in staat werd gesteld onder leiding van (oud-)politici als Ed Nijpels en Diederik Samsom hun belangen uit te ruilen – niet zonder uitzondering voor rekening van de buitenspel gezette burger.
Minister Kajsa Ollongren van D66 beijverde zich ondertussen om gemeenten van extra taken en rechten (zoals het ‘binnentredingsrecht’ bij onwillige bewoners) te voorzien om via een ‘wijkaanpak’ het van het gas af halen van huizen door te zetten. Zoals Ollongren ook, samen met klimaatminister Eric Wiebes van de VVD, speciale ‘regio’s’ creëerde die met de stok van Binnenlandse Zaken achter zich vergunningen voor windmolens en zonneparken dienen af te geven.
Voor de democratie is het klimaat geen feest. Politici, maar ook activisten en bewoners van de ‘klimaattafels’ van Nijpels en Samsom vinden ‘het klimaat’ al te vaak ‘te belangrijk om aan burgers over te laten’. Daarover later meer.