Kabinet Rutte-4 heeft laten zien hoe het niet moet met energie en klimaat: de mislukkingen op een rij
De afgelopen drie regeringsjaren bevatten dure maar belangrijke lessen voor het nieuwe kabinet. Het is al erg genoeg dat er zoveel mis is gegaan in het recente verleden, maar het zou onvergeeflijk zijn als de aantredende ministerploeg daar niet van leert en door blijft modderen op doodlopende wegen. De nieuwe bewindslieden moeten vooral niet hun handen vuil gaan maken aan dure en klaarblijkelijk contraproductieve maatregelen zoals biomassa.
Biomassa is een van de belangrijkste mislukkingen
Dat laatste heeft Frans Timmermans nadrukkelijk wel gedaan. Hij heeft als machtige Eurocommissaris jarenlang en helaas met succes gestreden om het kappen en verbranden van bomen reglementair als duurzaam en CO2-neutraal aan te blijven merken. Onder zijn bewind heeft grootschalige gesubsidieerde boskap en biomassaverbranding kunnen uitgroeien tot een van de grootste ecologische rampen wereldwijd. Een jaar later steunt hij als leider van GroenLinks-PvdA een motie van de Partij voor de Dieren om biomassa in Europa in de ban te doen. Dit is een ongeloofwaardige ommezwaai, helaas kenmerkend voor veel klimaatbeleid.
Biomassa is ook voor het demissionaire kabinet een van de belangrijkste mislukkingen. Biomassa zou worden afgebouwd, maar klimaatminister Jetten heeft in 2022 nog een subsidie van 400 miljoen toegezegd voor een nieuwe biomassa-centrale van Vattenfall. Dat was in strijd met zijn eigen door een Kamermeerderheid gesteunde beleid om juist geen subsidies meer toe te kennen aan nieuwe biomassaprojecten. Nederland blijft zo nog lange tijd een van de grootste importeurs van gekapt hout uit Amerika en de Baltische staten.
Nederland wilde in 2021 koploper worden in Europa bij het tegengaan van de opwarming van de aarde. Dat was en is een onzinnige ambitie, zonder relevant nut. Klimaatbeleid en internationale samenwerking zijn veel te belangrijk om als politieke competitie of hitparade te hanteren. In 2021 zat Nederland in de achterhoede van Europa. Het is een mysterie waarom we als klein land koploper tegen klimaatopwarming zouden moeten worden, wat het voordeel daarvan zou zijn voor belastingbetalende burgers en bedrijven, en wat dat zou kosten.
Onzinnige koplopersambitie
Nederland heeft in Europa een zeer hoge bevolkingsdichtheid en concentratie van industrieën, (lucht)havens en datacenters, die heel Europa en andere delen van de wereld bedienen. Bovendien hebben we als vlak land vrijwel geen waterkracht en geen heetwaterbronnen. Een Europese ranglijst is derhalve een nietszeggende vergelijking van appels en peren. De diverse Europese landen hebben zeer verschillende kenmerken, en vullen elkaar daarin aan. We staan nog steeds in de achterhoede van een betekenisloze hitparade, dus van die onzinnige koplopersambitie is niets terecht gekomen.
Geen toekomstbestendige energienetwerken
Het vertrekkende kabinet zou in de kabinetsperiode onze energie-netwerken toekomstbestendig maken, zo vermeldde het coalitieakkoord in 2021. Dat is niet gebeurd, integendeel. De congestie in ons elektriciteitsnet neemt hand over hand toe, en zal volgens elektriciteitsmaatschappijen nog wel tien jaar aanhouden. Nieuwe bedrijven en woonwijken komen op een wachtlijst voor aansluitingen. Netbeheerder Tennet geeft aan dat stroomonderbrekingen na 2030 zullen toenemen van 4 naar 14 uur per jaar. Dat zou onafzienbare economische schade en zelfs serieus gevaar kunnen opleveren, met langdurig uitvallende veiligheids- en communicatiesystemen.
Nog geen zicht op nieuwe kerncentrales
Rutte-4 zou voorbereidingen treffen voor het invoeren van een systeem van betalen naar gebruik in de automobiliteit in 2030 en voor de bouw van nieuwe kerncentrales. We hebben al decennialang een simpel en effectief systeem voor het betalen naar gebruik in automobiliteit. Dat systeem heet brandstofaccijns. Het treft binnen- en buitenlanders die hier rijden evenredig naar gebruik, behoeft geen elektronica en controle, en kan door niemand worden omzeild. Het is raadselachtig wat daar nieuw aan is, of wat daar nog aan kan worden toegevoegd. Nieuwe kerncentrales zijn op zich goed nieuws, maar er is in de afgelopen drie jaar niets concreets gebeurd.
Het coalitieakkoord van 2021 beloofde ons een minister voor Klimaat en Energie, en een versterking van de uitvoeringskracht van Rijk en medeoverheden om de transitie te kunnen uitvoeren. Die minister is er gekomen, maar die uitvoeringskracht niet. We moeten zelfs vernemen dat personeelstekort de klimaatdoelen onhaalbaar dreigt te maken. De huidige structurele netcongestie is daar een overduidelijk symptoom van.
Dat zal ook niet veranderen zolang onze geschoolde beroepsbevolking niet groeit, en belangrijke sectoren zoals zorg, openbaar vervoer, onderwijs, politie, defensie, ict en industrie met structurele tekorten kampen. Meer uitvoeringskracht betekent niet meer mensen in kantoren, maar meer mensen in de echte wereld.
Ineffectief Klimaatfonds
Er is conform het coalitieakkoord van 2021 een Klimaatfonds van 35 miljard euro ingericht, via de Tijdelijke Wet Klimaatfonds. In april 2023 heeft minister Jetten 28 miljard daarvan ingevuld met een 120-puntenplan. Daarvan gaat 4 miljard (14 procent) naar nuttige en duurzame energiebesparing, met name huisisolatie. Dat is in alle toekomstscenario’s gunstig. De overige 24 miljard (86 procent) gaat naar meer windmolens, zonnepanelen, biomassaverbranders, warmtenetten, waterstoffabrieken, CO2-opslag, elektrische auto’s en warmtepompen. Het staat nu al vast dat we de komende 10 jaar structureel te weinig ruimte, grondstoffen, menskracht en elektriciteit hebben voor al deze milieuschadelijke bouwsels en producten.
Bouw nieuwe kerncentrales
Het lijkt me raadzaam dat het nieuwe kabinet de Tijdelijke Wet Klimaatfonds beëindigt, het Klimaatfonds zo snel mogelijk opheft, en daarmee 35 miljard vrijmaakt voor meer nuttige energiebesparing, extra uitvoeringskracht in de echte wereld, beter dijkonderhoud, aangepaste waterhuishouding, meer netcapaciteit en nieuwe kerncentrales.
Frankrijk, Zweden en Polen geven met kernenergie al het goede voorbeeld. Nederland heeft met Kerncentrale Borssele, NRG Petten (het voormalige ECN) en Urenco Almelo een schat aan kennis en infrastructuur in huis, die veel waard is in internationale samenwerking.
Stop met waterstof
Het demissionaire kabinet wilde de productie en import van waterstof opschalen. Daarbij werd ten onrechte gesuggereerd dat waterstof een energiebron zou zijn. Dat is het niet, want het is geen delfstof zoals aardgas. Waterstof is slechts een inefficiënte drager van energie die elders is opgewekt. Bij het maken van waterstof gaat zeker 30% energie verloren, en bij het gebruiken ervan nog eens 50%. In de hele waterstofketen gaat zo tweederde van de energie verloren. Dat geldt evenzeer voor binnenlandse productie als voor geïmporteerde waterstof uit Spanje. Het schiet nog niet erg op met de zo bejubelde waterstofeconomie, en het nieuwe kabinet kan er het beste mee stoppen.
De vertrekkende regering verraste vriend en vijand met de hybride warmtepomp als ‘een goede warmteoplossing voor de meeste woningen’. Daarmee was in één zin het onzalige gasverbod van het kabinet ervoor van tafel, en mochten huizen toch aan het aardgas blijven. Dat was goed nieuws, maar het illustreert – net als het biomassabeleid van Frans Timmermans – het voortdurende zwalkbeleid op energie en klimaat.
Rutte-4 zette in op meer elektrische mobiliteit en vervoer. De subsidies en fiscale voordelen voor elektrische auto’s zijn echter afgebouwd. Bovendien zijn mensen beducht geworden voor de structurele stroom- en laadpaaltekorten. De verkoop van elektrische auto’s stortte daardoor afgelopen najaar met 30 procent in. Duitsland beleefde om soortelijke redenen zelfs 50 procent afname sinds de jaarwisseling. De havens van Antwerpen, Zeebrugge en Rotterdam staan nu vol met tienduizenden onverkochte Chinese elektrische auto’s. Grote Amerikaanse automerken stoppen al met de productie van elektrische auto’s, omdat ze er miljardenverliezen op lijden.
De lessen en prioriteiten zijn duidelijk
Dit zijn zoals gezegd dure lessen, peperdure lessen. Wat gebeurd is is gebeurd, en het nieuwe kabinet kan met schone handen en gezond verstand lering trekken en met minder klimaatgeld veel meer bereiken. De prioriteit moet liggen bij drie thema’s. Om te beginnen het verminderen van onze afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele brandstoffen, zonnepanelen, batterijen en kostbare mineralen, door meer energiebesparing, nieuwe kerncentrales en nieuwe aardgaswinning.
Ten tweede een verbeterde klimaatadaptatie, door beter dijkonderhoud en aangepaste waterhuishouding. En ten derde een betere mens- en milieuzorg, door minder biomassa en minder windmolens en zonnepanelen in natuur- en woongebieden.
Maarten van Andel is chemicus en publiceerde in 2023 ‘Kies Wijzer Klimaat. Praktische gids voor consument en kiezer’. Dit verhelderende boek verscheen bij Uitgeverij Blauwburgwal, kost €17,50 en is overal verkrijgbaar, ook in de winkel van Wynia’s Week.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!