Juiste analyse, verkeerde oplossing: het rapport van Draghi hoort in een diepe la

vervloed
Terwijl de meeste lidstaten meer nationale regie willen, bepleit het rapport van Mario Draghi een tegenovergestelde richting. Beeld: YouTube.

De industrie in de Europese Unie verliest in snel tempo concurrentiekracht, met name ten opzichte van China en de VS. Volkswagen dreigt fabrieken in Duitsland te moeten sluiten. BMW verplaatst productie naar Mexico en de VS. Nederlandse producenten van zonnepanelen leggen het loodje tegen goedkope import uit China.

De Europese Commissie heeft opdracht gegeven aan twee oud-premiers van Italië, Enrico Letta en Mario Draghi, om met voorstellen te komen hoe dit tij te keren.

Het rapport-Letta kwam begin dit jaar uit en bepleitte de kapitaalverschaffing aan het bedrijfsleven te verbeteren door de creatie van een kapitaalmarktunie à la die van de VS.

Race to the bottom

Het rapport-Draghi is nu ook uit. Het is een lijvig rapport van maar liefst 400 pagina’s. Het stelt dat China en de VS valsspelen en dat de Europese industrie daar de dupe van wordt. China doet dat met enorme staatssteun voor exporterende bedrijven, waardoor goedkope Chinese EV-auto’s de EU-markt overspoelen en de VS met subsidies en belastingvoordelen in het kader van de Inflation Reduction Act, waarmee EU-firma’s worden verleid hun productiefaciliteiten naar Amerika te verplaatsen.

Om deze oneerlijke concurrentie het hoofd te bieden stelt het rapport voor zelf ook de eigen industrie te gaan subsidiëren, met industriepolitiek op EU-niveau en nationale staatssteun.

Maar zo start je een ‘race to the bottom’ en daar is niemand bij gebaat. Het leidt tot protectionisme en Fort Europa. Het doet de voordelen van internationale handel – de comparatieve kostenvoordelen van David Ricardo – teniet.

Geldverspilling dreigt

Beter is het om de oneerlijke concurrentie te neutraliseren met het instrumentarium waar de EU al over beschikt: retaliatie met anti-dumping en andere tarifaire en non-tarifaire maatregelen. En tegelijkertijd het gesprek aangaan met China en de VS om hun concurrentieverstorende maatregelen af te bouwen met het aanbod om de retaliatiemaatregelen van de EU weer ongedaan te maken. Met als ultieme inzet om tot een vergelijk te komen in de vorm van  handelsakkoorden met zowel China als de VS.

Industriepolitiek en staatssteun zoals het rapport-Draghi voorstelt, hebben nog nooit een bloeiende economie opgeleverd, slechts geldverspilling. Beter is de knellende en voor het bedrijfsleven kostbare administratieve lastendruk en regelgeving te verminderen. Bijvoorbeeld door de energiekosten te reduceren die mede vanwege de Green Deal (en de sancties tegen Rusland) in de EU drie keer zo hoog zijn als elders. Zo kun je weer ruimte geven aan het bedrijfsleven om te investeren en te innoveren. Als sluitstuk zou kapitaalverschaffing moeten worden gefaciliteerd door middel van de creatie van een EU-kapitaalmarkt, een voorstel dat Letta deed.

Het rapport-Draghi mocht niet vóór de verkiezing van het Europees Parlement worden gepubliceerd, uit angst dat zo het stemgedrag van de Europeanen zou worden beïnvloed. 

Een tweede waarschijnlijke reden voor het uitstel was dat Ursuala von der Leyen haar kandidatuur voor een herbenoeming als voorzitter van de Europese Commissie niet in de waagschaal wilde stellen. Het rapport zwakt de uitvoering van de Green Deal af, in de zin dat de industrie er niet al te veel nadeel van mag ondervinden. Dat is tegen het zere been van de socialisten en de groenen, wier stem Von der Leyen in het Europese Parlement nodig had om haar herbenoeming door de lidstaten te accorderen.

Nu de inhoud van het rapport bekend is, wordt ook nog een derde reden voor het uitstel duidelijk. Het rapport spreekt van de noodzaak tot radicale verandering. Bedoeld wordt de creatie van een federale EU-staat, waarbij de lidstaten een positie krijgen die vergelijkbaar is met de deelstaten (Bundesländer) in Duitsland. Terwijl recente verkiezingen in de lidstaten regeringen aan de macht hebben geholpen die juist mínder EU willen. Zoals Nederland, dat de regie op asiel- en immigratie, landbouw (mestbeleid) en natuurbeleid (stikstof) terug wil en niet nog meer geld aan de EU wil uitgeven. Dus zeker geen verhoogde bijdrage of eurobonds, die uiteindelijk – net als met het coronaherstelfonds het val was – door de lidstaten moeten worden betaald.

Machtsgreep Commissie

Met verzwakte regeringen in Frankrijk en Duitsland ziet de Europese Commissie en in het bijzonder Von der Leyen haar kans schoon om meer macht naar zich toe te trekken. Met het rapport-Draghi in de hand probeert de Commissie de regie op onder meer industrie-, defensie- en energiegebied te verwerven. De Commissie heeft voor die ambitie veel geld nodig. Gedacht wordt aan een zogenoemd Soevereiniteitsfonds – vergelijkbaar met het coronaherstelfonds van 800 miljard euro – met een initiële omvang van 900 miljard euro. Het geld moet voor een derde komen van de lidstaten in de vorm van een verhoogde bijdrage, EU-belastingen en/of eurobonds. De industrie draait op voor de rest. Het voorstel wordt gepresenteerd als een noodzakelijk middel om de digitale en groene transitie te realiseren.

Het rapport druist – als gezegd – in tegen de roep uit steeds meer lidstaten, waaronder Nederland, om de regie terug te halen uit Brussel. De Commissie is in hun ogen geen regering en EU is in de eerste plaats een samenwerkingsverband van soevereine staten, die op basis van het subsidiariteitsprincipe bepaalde bevoegdheden overdragen: alleen voor die zaken waar de EU een toegevoegde waarde heeft. Dus niet voor de drie onderwerpen die het rapport-Draghi in zijn rapport aanbeveelt: industriebeleid, defensie en energie.

In zijn HJ Schoo-lezing bepleitte ook Pieter Omtzigt vorige week het terughalen van bevoegdheden uit Brussel. Europese wetten beperken volgens hem de nationale beleidsruimte en dus is een herbezinning op een verdere overdracht van bevoegdheden aan de orde en moet worden gezocht naar manieren om reeds afgedragen bevoegdheden weer terug te krijgen. Bijvoorbeeld door opt-outs te bedingen die andere lidstaten ook hebben.

De lidstaten die (waarschijnlijk) wel voor het voorstel uit het rapport-Draghi zijn te porren, bevinden zich in Zuid-Europa. Vooral de socialistische regering van Pedro Sánchez in Spanje ziet er wel brood in. En niet te vergeten Emmanuel Macron. Frankrijk is altijd al voorstander geweest van een grote rol voor de overheid en voor industriepolitiek. Macron heeft zelfs al een poging gedaan Duitsland over te halen het voorstel van Draghi te steunen. Ze spraken elkaar daartoe onlangs in Évian-les-Bains aan de oevers van het meer van Genève.

Duits veto

De sociaaldemocratische bondskanselier Olaf Scholz zou zelf wel willen, maar kan niet om zijn coalitiepartner FDP heen. De liberale partijleider Christian Lindner, tevens minister van Financiën, heeft duidelijk gemaakt dat hij een veto over eventuele eurobonds zal uitspreken.

Terwijl de meeste lidstaten ‘take back control’ willen, bepleit het rapport-Draghi een tegenovergestelde richting. Dat botst. Het rapport zal ongetwijfeld veel discussie opleveren, maar omarming door de lidstaten ligt niet voor de hand. Wellicht dat een afgezwakte versie nog een kans maakt, maar waarschijnlijker is dat het rapport in een diepe la verdwijnt. Dat zou absoluut geen ramp zijn.  

Johannes Vervloed was gedurende bijna vier decennia verbonden aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, met als standplaatsen onder meer Jakarta, Sint-Petersburg en Parijs.  

Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!