Jettens zeewindparken zijn onhaalbaar, onbetaalbaar en ineffectief.

wind
Persbericht van minister Rob Jetten van Klimaat, 10 juni 2022. Onkunde of opzet?

Het kabinet heeft de locaties voor 10,7 gigawatt extra zeewindparken vastgesteld. Dat is ongeveer een verdubbeling van de 11 gigawatt die al eerder gepland stonden. Met 21 gigawatt ‘energie’ van zee, aldus de minister Rob Jetten, zouden we 75 procent van het huidige stroomverbruik van ons land opwekken.

Ik vind het zorgwekkend dat onze Rijksoverheid kennelijk niet weet dat de gigawatt een eenheid van vermogen is, en niet van energie. Zeggen dat we 21 gigawatt ‘energie’ gaan opwekken is net zoiets als zeggen dat je een afstand van 80 kilometer per uur gaat afleggen. Het slaat nergens op.

Vermogen is het tempo van energieopwekking of -verbruik, net zoals snelheid het tempo is van afstand afleggen. Dat tempo van energieopwekking kan per uur en per dag variëren, net zoals snelheid kan variëren bij het afleggen van een afstand. Dit is geen muggenzifterij.

Het door elkaar haspelen van vermogen en energie is zeer verwarrend, verhult de werkelijkheid en bemoeilijkt de verificatie van beweringen zoals hierboven. Het is me toch gelukt, en dat stemt niet tot vreugde.

Kabinet vertelt niet het hele verhaal

Zonne- en windparken worden helaas altijd aangeduid met hun ‘geïnstalleerd vermogen’, in megawatt of gigawatt. Dat ‘geïnstalleerd vermogen’ is het maximale tempo van energieopwekking bij ideale omstandigheden, bijvoorbeeld op een zonovergoten junimiddag met windkracht 6.

Dit zogenaamde piekvermogen kunnen zonne- en windparken natuurlijk niet voortdurend leveren, net zomin als dat Usain Bolt urenlang op topsnelheid kan lopen. Gemiddeld over een heel jaar leveren zeewindmolens 45 tot 50 procent van hun piekvermogen, landwindmolens ongeveer 25 procent, en zonnepanelen ongeveer 10 procent.

De door het kabinet geplande 21 gigawatt piekvermogen op zee varieert in de praktijk tussen nul en maximaal, met een gemiddeld jaarvermogen van ongeveer 10 gigawatt. Een jaar bevat 8760 uur, dus de hoeveelheid opgewekte energie is dan 10 x 8760 = 87.600 gigawattuur per jaar. Dat is inderdaad ongeveer 75 procent van het huidige elektriciteitsverbruik van 120.000 gigawattuur per jaar. Daarmee is het verhaal echter niet af.

Extra zeewindstroom kan nergens heen

Om te beginnen is het piekvermogen van 21 gigawatt bij windkracht 6 anderhalf keer zoveel als ons huidige gemiddelde verbruik, en op die winderige dag in juni (als we weinig verwarming, verlichting en wasdrogers nodig hebben) zomaar het dubbele van het dagverbruik.

De netcapaciteit moet dus in acht jaar tijd verdubbeld worden om die enorme dagoverschotten aan land te brengen. Zodra het aan land komt kan het nergens heen, want niemand heeft op dat moment zoveel stroom nodig en we kunnen het ook niet efficiënt opslaan.

Dat kunnen we nu niet en over acht jaar niet, ook niet met groene waterstof. De symptomen daarvan manifesteren zich nu al met negatieve stroomprijzen en het gedwongen stilzetten van windmolens, zoals augustus afgelopen jaar. Dat zal met zoveel extra zeewindstroom nog veel erger en vaker worden.

Volledige backup van fossiel en kernenergie blijft nodig

Omgekeerd zullen er heel veel kalme dagen en weken in het jaar zijn dat al die zeewindparken weinig tot niets leveren. Dat betekent dat we de volledige capaciteit van fossiele en kerncentrales moeten handhaven, want we willen geen black-outs. Die fossiele en kerncentrales zullen op hun beurt weer vaak stil moeten staan op winderige zonnige dagen en weken.

Ik kan en durf niet uit te rekenen met hoeveel structurele kosten we daarmee onze kinderen decennia lang gaan opzadelen, al helemaal niet omdat we al die zeewindmolens ook nog elke 25 jaar zullen moeten vervangen.

Onafzienbare kosten en afvalbergen

Voor 21 gigawatt piekvermogen zijn ongeveer 1500 zeewindmolens nodig. Daarvan zijn er nu zo’n 400 gereed of in aanbouw. Er moeten er dus nog 1100 bijkomen, in de nieuw geplande periode 2025 – 2031. In die zeven jaren moeten we dan drie zeewindmolens per week gaan bouwen om aan 1100 te komen, ruim 360 weken achter elkaar.

Als we daarmee klaar zijn moeten we al gaan beginnen met vervanging van nu reeds bestaande windmolens. In de periode 2035 – 2060 zullen alle 1500 zeewindmolens vervangen moeten worden. Dat is er minstens één per week. De afgewerkte windmolens vormen een onafzienbare berg industrieel afval, want met name de 4500 wieken zijn nauwelijks recyclebaar.

Sterk toenemend stroomverbruik

Er zullen dus dagen en weken zijn waarin we weinig zeewindstroom hebben, afgewisseld met dagen en weken dat we veel teveel hebben. De door het kabinet genoemde 75 procent van ons huidige stroomverbruik is daarom sterk geflatteerd.

In de praktijk zal dat percentage veel lager liggen, omdat de periodieke overschotten niet efficiënt kunnen worden opgeslagen voor gebruik tijdens periodieke tekorten. Daar komt bij dat ons stroomverbruik in 2030 heel veel hoger zal zijn dan nu, door het kortzichtige elektrificatiebeleid voor verwarming, mobiliteit en industrie, zoals dat door de huidige en de vorige kabinetten op de rails is gezet.

Zinloze, gecensureerde en misleidende informatieverstrekking

Als alle door minister Hugo de Jonge verplichte warmtepompen er staan, de helft van Nederland gesubsidieerd elektrisch rijdt, en bedrijven gedwongen van gas naar elektra zijn overgestapt, zal ons jaarlijkse stroomverbruik in de komende tien jaar stijgen van 120.000 naar bijvoorbeeld 200.000 gigawattuur. Dan is 87.600 gigawattuur zeewindstroom per jaar dus sowieso minder dan de helft van ons verbruik, en niet 75 procent. Het is zinloos om de geplande zeewindstroomproductie van 2031 te vergelijken met het actuele stroomverbruik van nu. Dat schept een veel te rooskleurig beeld en zet mensen op het verkeerde been.

Opzet of onkunde?

Ik neem dat de overheid zeer kwalijk. Het maken van scheve vergelijkingen en de verhaspeling van energie en vermogen zijn misleidend, en past niet bij mooie woorden als transparantie en nieuw leiderschap. Ik vraag me al langere tijd af waarom ik zoveel hoor over de duurzame stroomproductie in 2030, maar nooit iets over het sterk toegenomen stroomverbruik in 2030.

Ik probeer dat laatste dan maar zelf te berekenen, maar de regering moet er allang zorgvuldig uitgewerkte prognoses van hebben. Die worden kennelijk achtergehouden, en dat belemmert mij en anderen om de door ons gekozen en betaalde overheid goed te controleren.

Al die foutieve, onvolledige en misleidende overheidscommunicatie zou opzettelijk kunnen zijn. Ik ben geen complotdenker, en wellicht komt het ook voort uit onkunde. Ik weet echter niet wat erger is, opzet of onkunde?

Zoveel windmolens bouwen in zo’n korte tijd is als met oververhitte motor keihard op een betonnen muur afrijden. Dat geeft misschien even een euforisch gevoel, maar daarna is de ellende niet te overzien. Ik vind de nieuwe zeewindmolenplannen volstrekt onverantwoordelijk kabinetsbeleid, zonder toekomstvisie en alleen gericht op de korte termijn.

Niemand blijkt zich te bekommeren om de benodigde installatietechnici, grondstoffen, energie en ruimte, of om de gevolgen voor vissen, zeezoogdieren en vogels, of om de gigantische kosten en afvalbergen waarmee we onze kinderen opzadelen. En wellicht is de oorlog in Oekraïne snel voorbij en zijn Rusland en de EU voor 2030 al weer de beste vrienden. Ik hoop dat in elk geval van ganser harte.

Wynia’s Week is ongebonden en onafhankelijk. De donateurs maken dat mogelijk. Wordt u ook sponsor van Wynia’s Week? Dat kan HIER. Hartelijk dank!