Je kunt Europa ook teveel lof toezwaaien

De verkiezingen voor het Europees Parlement (23 tot 26 mei) en de integrale geschiedschrijving van Europa (over Europa als geheel en over alle facetten van de Europese ontwikkeling van begin tot eind) hebben hetzelfde probleem. Ze trekken te weinig belangstelling. De oorzaak is in beide gevallen een gebrek aan Europese identiteit. Beter gezegd: het gemeenschappelijke kenmerk van Europa is verscheidenheid. De Europese burgers voelen zich overwegend Nederlands, Frans of Duits. Met Europa als geheel identificeren zij zich veel minder en daarom nemen zij vaak niet de moeite om voor het Europees Parlement naar de stembus te gaan.

Zo is het ook met de geschiedschrijving: die is vooral nationaal georiënteerd, of heeft betrekking op een bepaald onderdeel en een specifieke periode van de Europese geschiedenis. Het aantal monografieën met een compleet verhaal is de afgelopen halve eeuw op de vingers van één hand te tellen. De laatste historicus die het probeerde, meer dan 20 jaar geleden, was de Brit Norman Davies met zijn Europe. A History (1996). Wat Europa een eigen karakter geeft, concludeerde hij, is een onbeperkte variëteit. Met die niet erg verrassende these sluit hij aan bij het klassieke Histoire de la civilisation en Europe (1830) van François Guizot. In ruim anderhalve eeuw zijn we dus niet veel opgeschoten.
Gelet op deze ontmoedigende historiografische traditie mag de nieuwe en knappe poging tot integrale geschiedschrijving van Julio Crespo MacLennan, verbonden aan de London School of Economics, vermetel worden genoemd. Hij beseft heel goed, zo blijkt uit Europa. How Europe Changed the World, dat het antwoord op de vraag wat de Europeanen gedurende vijf eeuwen geschiedenis gemeen hadden ook een actuele betekenis heeft. De Europese Unie zit in een periode (Brexit) dat de krachten van de verbinding het af lijken te leggen tegen die van de desintegratie. Dus is er grote behoefte aan een Europees ‘narratief’ dat meer biedt dan de obligate lippendienst aan democratie en rechtsstaat.

Wereldheersers

Het verhaal van MacLennan, die met zijn gemengd Brits-Spaanse achtergrond een product is van meer dan één nationale cultuur, is betrokken maar niet naïef, op een enkele uitzondering na. De Europese ontwikkelingsgang van de afgelopen 500 jaar staat volgens hem in het teken van tegenstellingen, scherp en niet zelden mateloos. Constructief en destructief zijn een onafscheidelijk koppel.
Geografisch mag Europa dan een vaag profiel hebben (waar ligt de oostgrens?), er is volgens deze auteur geen twijfel aan het bestaan van een specifieke geestesgesteldheid die tijdens de Renaissance (toen de naam Europa gangbaar werd) opkwam en die vervolgens niet alleen het oude continent veroverde, maar ook een groot deel van de niet-Europese wereld. Het idee dat de mens het universum kan beheersen is het Leitmotiv van dit geloof in dynamiek en vooruitgang. Het gaat om een mentaliteit die is gericht op ontdekking en vernieuwing, op kennisvergaring en expansie, zowel mentaal-cultureel als geografisch. Aan contrasten geen gebrek: idealisme gaat hand in hand met agressie.

Europa begon na de middeleeuwen aan een eeuwenlange opmars die omstreeks 1900 het resultaat had dat de naties van het oude continent, Groot-Brittannië voorop, de wereld domineerden. In de Europese landen zelf bracht de industriële revolutie welvaart voor een opkomende massa die naar democratie verlangde. Elders manifesteerden de Europeanen zich als de stichters van imperia. Een vijfde deel van de wereldpopulatie stond onder Brits bestuur.

Eens geen zelfbeschuldiging

Verfrissend aan het betoog van MacLennan is dat hij niet meedoet aan de modieuze cultus van zelfbeschuldiging die Europa een schuldcomplex wil aanpraten over zijn koloniale verleden. Ook de overzeese expansie wordt door hem beschreven als een onderneming vol tegenstellingen. Hij ontkent niet dat de Europese naties hun koloniën in de eerste plaats als wingewest behandelden. Het economisch eigenbelang stond voorop.
Onderdrukking, racisme en slavernij waren onderdelen van een superioriteitsvertoon dat als vanzelfsprekend werd beschouwd. Maar het kolonialisme had ook andere kanten: het bracht economische en technologische modernisering, hervorming van onderwijs en rechtspraak. De zogeheten beschavingsmissie was voor een groot deel window dressing, maar toch ook weer niet helemaal. De koloniale machten verspreidden het idee van de democratische zelfbeschikking, uiteindelijk het breekijzer van de imperiale overheersing.
Tegenstellingen bepaalden ook de jacht op nieuw grondgebied. Onderlinge rivaliteiten functioneerden als drijfkracht van de expansie, maar ook van conflicten. In 1914 sloeg de geest van de vijandschap over naar het Europese toneel. Er volgde een periode van nationalistische verdwazing, collectieve zelfdestructie en massamoord.
Pas in 1945, na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, kon de schade worden opgemaakt. Het gevierde bestel van vóór 1914 was opgeblazen. Europa verloor niet alleen zijn mondiale macht, maar ook de regie over zijn eigen lot, die in handen kwam te liggen van de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten.
Maar onder leiding van die laatste grootmacht ging de Europese ontwikkeling opnieuw in een richting die tegengesteld was aan de dominante trend van de voorafgaande periode. West-Europa begon, aangemoedigd door Amerika, aan een wonderbaarlijke herrijzenis die leidde tot een succesvol samenwerkingsverband dat stabiliteit en welvaart bracht. Na het einde van de Koude Oorlog, inmiddels 30 jaar geleden, staat Europa met inmiddels meer dan 25 lidstaten min of meer op eigen benen. Al leunt het voor zijn defensie nog zwaar op de NAVO.

Julio Crespo MacLennan

Dat laatste krijgt van MacLennan nauwelijks aandacht. In zijn antwoord op de vraag hoe Europa er vandaag de dag bijstaat, verliest hij zijn leidende thema van het contrast uit het oog. Hij bekijkt de hedendaagse EU door de roze bril van de soft power. Volgens zijn eenzijdige succesverhaal hebben de beschaafde omgangsvormen tussen de Europese naties, in combinatie met de economische welvaart, het oude continent tot een baken van licht gemaakt, een voorbeeld voor de rest van de wereld. Europa heeft een ‘universele aantrekkingskracht’.
MacLennan drijft af naar dromenland als hij orakelt dat dankzij het Europese voorbeeld militaire interventie door een meerderheid van de naties niet langer als een effectief instrument van buitenlandse politiek wordt beschouwd. Het minste dat je tegen die bewering kunt inbrengen is dat in elk geval Amerika, Rusland en China niet tot deze verlichte groep behoren.

Ondertussen: verbrokkeling

Bovendien negeert MacLennan de actuele verdeeldheid in de Europese Unie. Europa vertoont vandaag de dag een toenemende tegenstelling tussen de bereidheid tot integratie en nationale belangenpolitiek. Er heerst scherpe verdeeldheid over de euro (tussen Noord- en Zuid-Europa) en over immigratie (tussen Westen en Midden- Europa).
Het populisme, door MacLennan nauwelijks genoemd, wint met zijn ‘soevereinistische’ verzet tegen de EU steeds meer aanhang. De actuele stand van zaken bevestigt wat de contrastrijke geschiedenis al laat zien: het kan met Europa alle kanten uit. Anders gezegd: de ergste vijand van Europa, blijft Europa zelf. Alleen een flexibele koers die de samenwerking onderhoudt, maar tegelijk ruimte biedt voor nationale afwijkingen, lijkt het gevaar van de desintegratie te kunnen afremmen.
En de Europese verkiezingen? Sinds veertig jaar geleden dit evenement voor het eerst plaatsvond, is men er nog steeds niet in geslaagd om het in alle landen op dezelfde dag te organiseren. Dat zegt veel over het gebrek aan gemeenschappelijkheid. De opkomst is in de loop van vier decennia teruggelopen naar een Europees gemiddelde dat bij de laatste stembusgang in 2014 net boven de 40% lag (in Nederland 35%).
Op basis van peilingen wordt voorspeld dat de neergaande trend bij de opkomst dit keer zal worden omgebogen. Maar een succes zou dat resultaat niet zijn. Het zou vooral op het conto komen van de populistische krachten die hun kiezers aanmoedigen naar de stembus te gaan zodat het populisme dankzij een sterke positie in het EP de Europese Unie kan verzwakken. De Europese verkiezingen trekken meer belangstelling doordat de afkeer van de EU groeit. Contrasten zullen de ontwikkeling van Europa altijd blijven bepalen.

Julio Crespo MacLennan, Europa. How Europe Shaped the World, Pegasus Books, 477 blz., €29,99