Is de dekolonisatie van Nederlands-Indië beoordeeld met de normen van toen of met die van nu?
Dezer dagen zullen drie wetenschappelijke instituten de resultaten publiceren van het langjarige onderzoek naar de dekolonisatie van Nederlands-Indië en ik ben benieuwd of er nieuwe inzichten en onbekende feiten zullen worden onthuld. Eén ding staat vast: de lezer van al die nieuwe studies zal veel moeite moeten doen zich bijna tachtig jaar na dato in te leven in de armoedige levensomstandigheden en de ons nu vreemde politieke en godsdienstige ideeën in het toenmalige Nederland. Het is veel eenvoudiger het verleden te beoordelen met hedendaagse normen.
Hebben de onderzoekers die valkuil weten te vermijden? Wie kan zich nu nog voorstellen dat na de rampspoed van vijf jaar bezetting de meeste politici en een meerderheid van de Nederlandse kiezers de koloniale banden met Nederlands-Indië zo snel mogelijk wilden herstellen ten koste van de eigen wederopbouw?
Toen kende men onze huidige afkeer van het kolonialisme niet
Vandaag de dag hadden we vrijwel zeker andere prioriteiten gesteld. Na mei 1945 was een deel van de fabrieken, huizen en infrastructuur in Nederland verwoest en nu zouden we waarschijnlijk voorrang hebben gegeven aan het herstel van de eigen economie. Toen dacht de meerderheid van de Nederlandse kiezers daar anders over en die meerderheid bleek er bovendien geen bezwaar tegen te hebben de zeer bescheiden dollarreserves in te zetten om schepen, wapens en grote aantallen dienstplichtigen naar een oorlog aan de andere kant van de wereld te sturen.
Vandaag de dag lijkt dat onbegrijpelijk, vooral omdat de toenmalige kiezers uit eigen ervaring goed op de hoogte moeten zijn geweest van de ellende, die een oorlog met zich bracht. Of zouden de Nederlanders toen hebben aangenomen dat met de ‘politionele acties’ iets heel anders werd bedoeld? Om een antwoord op deze vraag te geven zou een goed historicus bovendien moeten meewegen dat de Nederlanders toen niet op de hoogte waren van onze huidige afkeer van het kolonialisme.
Had Nederland niet door dat de bordjes verhangen waren?
In vele verslagen en commentaren zullen de journalisten ongetwijfeld bijzondere aandacht besteden aan het excessief geweld en de oorlogsmisdaden van ‘onze jongens’. Dat is inmiddels een vast onderwerp geworden in de discussies, terwijl dat in de tijd zelf nauwelijks ter sprake kwam.
Wellicht dat sommige journalisten zich ook zullen afvragen waarom de toenmalige regering in Den Haag niet in staat bleek de internationale positie van Nederland goed in te schatten. Had zij niet in de gaten dat na 1945 de bordjes verhangen waren en dat de koloniale mogendheden niet langer de dienst uitmaakten?
De Tweede Wereldoorlog had de internationale politieke constellatie veranderd, die daarna werd gedomineerd door twee antikoloniale supermachten, de VS en de Sovjet-Unie. Beide wilden snel een einde maken aan het kolonialisme en daarbij diende de pas opgerichte Verenigde Naties een sleutelrol te spelen. Deze organisatie bemoeide zich dan ook intensief met de dekolonisatie van Nederlands-Indië en tikte ons land voortdurend op de vingers. Dat die internationale bemoeienis de aandacht afleidde van de problemen in de andere koloniën leek Frankrijk, Portugal en België goed uit te komen. In ieder geval was van deze landen weinig steun te verwachten. Waarom hebben de Nederlanders dat toen niet begrepen?
Toen stond militair geweld nog niet in een kwaad daglicht
De geweldige kloof tussen heden en verleden moet een historicus zien te overbruggen en ik ben benieuwd hoe dat bij dit onderwerp is aangepakt. Zal de lezer geïnformeerd worden over het feit dat veel Nederlanders – wellicht onbewust – de Japanners als Aziatische Duitsers beschouwden, Soekarno als Mussert en de inzet van Nederlandse dienstplichtigen als een bevrijdingsactie zoals die van de Amerikaanse en Canadese legers in Europa? Bovendien stond het militair geweld toen nog niet in een kwaad daglicht, want dankzij dat geweld was er een einde gekomen aan het Derde Rijk.
Dekolonisatie Brits-Indië nodigde niet uit tot navolging
We moeten niet vergeten dat na 1945 veel Nederlanders de overtuiging waren toegedaan dat de verdere ontwikkeling van Nederlands-Indië weer ter hand kon worden genomen zodra de vrede en de openbare orde waren hersteld. De meeste Indonesiërs zouden vast hunkeren naar de terugkeer van het Nederlandse gezag met zijn orde en regelmaat. Waarom dan toegeven aan een kleine groep radicale nationalisten, wier eis om onafhankelijkheid veel te vroeg kwam. Daar was Indië nog lang niet aan toe.
De tegenstanders van een snelle dekolonisatie werden gesterkt in hun opvattingen door de ontwikkelingen in de West, waar nauwelijks animo bestond om de band met het moederland door te knippen. Ook de Fransen, Belgen en Portugezen leken niet van plan hun koloniale rijk op te doeken. Meteen na de Oorlog hadden de Engelsen weliswaar Brits-Indië gedekoloniseerd, maar bij interne conflicten daarna zijn misschien wel twee miljoen mensen omgekomen. Dat nodigde niet uit tot navolging.
Geen wonder dat in de eerste jaren na de bevrijding veel Nederlanders het kolonialisme nog steeds als een progressief ontwikkelingsmodel zagen. Binnenkort weten we of de onderzoekers zich daarvan bewust zijn geweest.