In heel Europa wordt beleid inzake immigratie, klimaat, veiligheid en economie rechtser

Vervloed
Assemblée Nationale, de Tweede Kamer van Frankrijk. Beeld: marketscreener.com.

In korte tijd zijn in veel landen in Europa de politieke bordjes verhangen. Traditionele regeringspartijen delfden het onderspit. Frankrijk was het laatste bastion dat viel. De Franse kiezer had genoeg van het links-liberale beleid van Macron en koos afgelopen zondag voor de oppositie, voor een deel voor Rassemblement National, de partij van Marine Le Pen, en voor een deel voor het NFP, een links Volksfront.

Drie dagen daarvoor kwam er een einde aan het 14-jarige bewind van de Tories in het VK.

In Duitsland, het derde grote Europese land, kroop de ‘stoplicht’-coalitie van sociaal-democraten, groenen en liberalen (voorlopig) door het oog van de naald. Men wist met een ‘last minute’-begrotingsakkoord (de FDP had gedreigd bij het ontbreken daarvan de coalitie op te blazen) vervroegde verkiezingen – die het zou verliezen – te voorkomen.

In Frankrijk kwam onvrede tot een climax

De weg naar een andere, centrum-rechtse regering – een duidelijke ruk naar rechts – hadden kleinere Europese landen al eerder gevonden. De redenen van de politieke slachting op het Europese toneel zijn divers, maar de rode draad is anti-establishment, de kloof tussen politiek en bevolking. De tot voor kort zwijgende – en bij verkiezingen thuisblijvende – meerderheid voelde zich dermate gekwetst en door de regerende traditionele partijen genegeerd dat zij en masse naar het stemlokaal toog (zoals in Frankrijk afgelopen zondag met een opkomstpercentage dat met 67,5 procent aanzienlijk hoger was dan de vorige keer in 2022 met 46,2 procent) en op oppositiepartijen stemde.

In Frankrijk – revoluties beginnen altijd in Frankrijk – kwam de onvrede onder de bevolking tot een climax. Een relatief bedaard voorspel was nog de ‘gele hesjes’-beweging van enige tijd geleden, maar bij de verkiezingen voor het Europees Parlement werd een niet mis te verstane dreun uitgedeeld aan het politieke establisment. Het Rassemblement National van Marine Le Pen kreeg twee keer zoveel stemmen als de partij van Macron. Met een adhesiebetuiging aan de nieuwe, jonge sterspeler van het RN, Jordan Bardella.

In de tweede ronde van de door Macron vervroegd uitgeschreven parlementsverkiezingen behaalde RN echter geen meerderheid. Een in alle haast gesloten ‘cordon sanitaire’ tussen Ensemble, de partij van Macron, en een eveneens in haast in elkaar getimmerd NFP-volksfront van alle linkse partijen, voorkwam dat Bardella de nieuwe premier van Frankrijk werd.

Met als resultaat een verdeeld ‘hung’-parlement, dat geen beslissingen zal kunnen nemen. RN krijgt (met 37,1% van de stemmen) 142 zetels, NFP (met slechts 26,3%) 188 zetels en Ensemble (met 24,7%) 161 zetels. Met een kiessysteem van representatieve vertegenwoordiging, zoals wij dat in Nederland kennen, was een dergelijk verschil tussen het aantal stemmen en zetels niet mogelijk geweest. Dan was het RN als grootste fractie uit de bus gekomen.

Het is waarschijnlijk slechts uitstel van executie. In de presidentsverkiezingen van 2027 doet Macron niet meer mee en gooit Marine Le Pen hoge ogen om het roer in Frankrijk over te nemen. Een cordon sanitaire rondom RN zal dan niet werken, omdat een Front Républicain (alle partijen tegen het RN) het NFP met waarschijnlijk de ultra-linkse kandidaat Mélenchon aan de macht zou helpen. Dat zal voor veel Franse kiezers een brug te ver zijn.

Financiële markten oordelen negatief

Het komende ‘hung’-parlement in Frankrijk werpt z’n schaduw al vooruit. De markten reageerden er maandagmorgen negatief op en deden de Cotation Assistée Continue, index van de Franse aandelenbeurs, met 40 punten zakken. Een CAC die in de aanloop naar de verkiezingen al veel terrein (200 punten) had moeten prijsgeven.

Een tweede gevolg is de oplopende ‘spread’, het renteverschil, tussen de Franse en Duitse staatsobligaties. Dat is sinds de eerste ronde van de verkiezingen opgelopen van 0,50 tot 0,84%, hetgeen het voor de Franse overheid met een almaar oplopend begrotingstekort (inmiddels al 5,3%, terwijl volgens het eurozone Stabiliteits- en Groeipact maar 3% is toegestaan) steeds duurder maakt om dat te financieren.

Run op de euro dreigt

De markten hebben steeds minder vertrouwen in de Franse economie met een almaar oplopende staatsschuld (die met een ‘hung’-parlement, dat geen beslissingen kan nemen, alleen maar zal toenemen) van inmiddels 112% van het bruto binnenlands product (bbp), terwijl het toegestane schuldpercentage volgens het eurozone Stabiliteits- en Groeipact 60% bedraagt.

Wellicht dat de ECB, de Centrale Bank van de eurozone in Frankfurt, ingrijpt en met een grootschalige opkoop van Frans schuldpapier de ‘spread’ weet te verminderen, maar zo niet, dan dreigt een run op de euro, de munt die het afgelopen jaar toch al 16 procent ten opzichte van de Amerikaanse dollar heeft verloren.

De potentiële impact van het politieke slagveld in derhalve enorm. Of er komt een eurocrisis of de ECB gaat weer miljarden (ook Nederlands) belastinggeld verspillen om de euro overeind te houden.

Niet alleen in Frankrijk worden de politieke bordjes verhangen. In heel Europa verschuiven de machtsverhoudingen. In Oost-Europa was dat reeds het geval, vooral in Hongarije (Orbán) en Slowakije (Fico). In West-Europa begon het in 2020 in Oostenrijk met de regering-Kurz, die mogelijk werd gemaakt door een overwinning van de Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ).

Italië, Zweden, Finland en Spanje volgden, met respectievelijk overwinningen van Fratelli d’Italia (Meloni), Sverigedemokraterna (SD), Perussuomalaiset, Partido Popular en VOX. In Spanje leidde de rechtse overwinning niet tot een rechtse regering, omdat de huidige linkse regering met de Catalaanse en Baskische partijen een deal wist te maken en de meerderheid met één zetel wist te behouden.

Waarom Labour won

De trend zet door, met Rassemblement National in Frankrijk en met de sterke opkomst van Alternative für Deutschland (AfD) in Duitsland zien we een duidelijke verschuiving in het politieke spectrum van links naar rechts. Het VK lijkt een uitzondering. Daar wonnen de sociaal-democraten van Labour, maar niet omdat de Britse kiezer opeens voor Labour koos – met 36 procent van de stemmen was het resultaat niet anders dan bij de enorme nederlaag, die de voormalige ultra-linkse partijleider Corbyn indertijd tegen Boris Johnson leed.

Labour won voornamelijk dankzij de splitsing van de Conservatieve partij in een romp Conservatieve partij en de nieuwe, in aantal stemmen sterk opkomende, partij van superbrexiteer Nigel Farage, die 15% haalde.

Implicaties

In veel Europese landen zijn de panelen dus verschoven. En daarmee de machtsverhoudingen. De komende tijd zullen we zien welke implicaties dat heeft. Allereerst zullen we het merken bij de gang van zaken in de Europese Unie. Weliswaar heeft de traditionele meerderheid van christen-democraten, socialisten en liberalen (nog even snel) de topfuncties onderling verdeeld (hoewel de benoeming van Von der Leyen (VDL) nog door het Europees Parlement op 18 juli moet worden goedgekeurd), maar de echte regie wordt in de EU uitgeoefend door de lidstaten in de Europese Raad en niet door de Europese Commissie. Hoezeer VDL ons dat de laatste jaren ook heeft willen doen geloven. Een federale unie is de EU nog niet.

Daarnaast lijkt centrum-rechts in het Europees Parlement zelf de handen ineen te slaan. De nieuwe ‘patriotten’-fractie van Orbán (met onder andere de Nederlandse PVV), waarbij zich nu ook Marine Le Pen heeft aangesloten, vormt samen met de ECR-fractie van Giorgia Meloni een blok waar de traditionele meerderheid niet omheen zal kunnen.

Realistischer beleid op verschillende gebieden

De gewijzigde machtsverhoudingen zullen zich vooral doen gevoelen bij de grote thema’s in Europa: immigratie, veiligheid, klimaat en natuur en de concurrentiekracht van de economie tegenover de VS en China. Waar de traditionele politieke partijen een Open Grenzen-beleid voerden, veiligheid op straat niet handhaafden, een rigoreus klimaat- en natuurbehoudsbeleid voerden, dat de burger hard raakte en het bedrijfsleven, waaronder de agrarische sector, op concurrentieachterstand zette, zullen de nieuwe regeringen voorzichtiger zijn.

Zij zullen een restrictiever immigratiebeleid voeren, vooral op asielgebied, het wegkijkbeleid zal verdwijnen en plaatsmaken voor handhaving van recht en orde, een ‘lik op stuk’-beleid met een hogere strafmaat, klimaat- en natuurbeleid zullen worden afgezwakt met ‘reality checks’, opdat industrie en agrarische sector niet het onderspit delven en een pro-business beleid zal worden gevoerd om de concurrentiekracht op te krikken.

Op andere thema’s zal de nieuwe politieke wind eveneens voelbaar zijn, maar op deze vier grote thema’s zal het nieuwe beleid een merkbaar verschil maken.

Een volledige ommekeer is echter niet te verwachten. Hoewel ook Labour, zoals aangekondigd door de nieuwe minister van Financiën, een pro-business beleid zal voeren, heeft de partij nog steeds een linkervleugel die zich bij tijd en wijle zal roeren. Het omvangrijke Volksfront-contingent in de Franse Assemblée Nationale zal verzet plegen tegen wijziging van het tot voor kort gevoerde beleid op de vier grote thema’s en in Duitsland is de ‘stoplicht’-coalitie nog niet weg. De bakens in Europa zijn echter verzet en doordenderen en doordrammen van huidig beleid zal stoppen of in ieder geval sterk worden afgezwakt.

Na de Bondsdagverkiezingen volgend jaar zal Duitsland een andere regering krijgen. Waarschijnlijk bestaande uit de christen-democratische CDU/CSU, klassiek-liberale FDP en wellicht ook de van Die Linke-partij afgesplitste nieuwe (economisch linkse, cultureel rechtse) partij van Sahra Wagenknecht.

Ander beleid

Nieuwe verkiezingen in Spanje zullen de centrum-rechtse Partido Popular weer aan de macht brengen. Nieuwe verkiezingen lijken onontkoombaar, omdat de onafhankelijkheidsstrijder en voormalig premier van Catalonië Puigdemont van het Spaanse Hooggerechtshof geen amnestie heeft gekregen, om welke reden zijn Junts-partij waarschijnlijk de stekker uit de centrum-linkse regering van Sanchez trekt.

En in 2027 zullen de presidentsverkiezingen in Frankrijk het Rassemblement National waarschijnlijk definitief aan de macht helpen.

Vooropgesteld dat de huidige trend doorzet zal in Europa links-liberaal worden vervangen door centrum-rechts en zal een dito ander beleid worden gevoerd.

Johannes Vervloed was gedurende bijna vier decennia verbonden aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, met als standplaatsen onder meer Jakarta, Sint-Petersburg en Parijs. 

Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!