In de stikstofbubbel van NRC, Volkskrant en D66 is Nederland lichtend voorbeeld voor de wereld

JASPERS220423-nrcrepliek TWEE
‘Misschien is Nederland wel de voorbode voor andere landen.’ (Beeld: Pinterest)

De Stikstoffuik is nu zo’n hype geworden, dat ook ‘kwaliteitskranten’ als De Volkskrant en NRC Handelsblad er niet meer omheen kunnen. Hoe De Volkskrant daarmee omging was te lezen in Wynia’s Week van afgelopen woensdag.

Afgelopen donderdag kwam NRC met een recensie. Het is een goed gebruik, dat een auteur niet reageert op recensies van zijn of haar boek. Als het een roman betreft spreekt dat vanzelf; over literatuur is eigenlijk elke mening evenveel waard. Alleen als een recensent aperte fouten of leugens debiteert over een non-fictie boek wil de auteur nog wel eens in de pen klimmen.

Er staan geen aperte leugens in Marcel aan de Brughs recensie van De Stikstoffuik, maar ik kan toch de verleiding niet weerstaan om er wat over te zeggen. Zijn recensie illustreert namelijk fraai wat er mis is met het stikstofdebat in Nederland.

Machteloze boosheid

Misschien is het een unicum in de geschiedenis van die krant: een recensie over twee volledige pagina’s van een boek dat gewaardeerd wordt met één ster (van maximaal vijf), dus eindoordeel: dit is troep, koop en lees dit boek vooral niet.

Auteurs zijn vaak zwaar afhankelijk van recensies in goed aangeschreven kranten, maar dit boek vloog toch al met duizenden per week de winkels uit, en daar gaat deze recensie niets aan veranderen.

Ik verkeer dus in de luxepositie dat ik dit als het ware op meta-niveau kan bezien: hoe komt een non-fictie boek dat is gebaseerd op wetenschappelijke publicaties en officiële rapporten, dat van kaft tot kaft vooraf is gefactchecked door een landbouwkundige, en dat in een debat met dé stikstofprofessor van Nederland, Jan Willem Erisman, feitelijk geheel overeind bleef, aan zo’n slecht rapportcijfer?

Het antwoord ligt besloten in een zinnetje dat ook als streamer is uitgelicht op de tweede pagina van de recensie: ‘De school van Jaspers vindt dat natuur de economie niet in de weg mag staan.’

Uiteraard is er geen ‘school van Jaspers’. Ik heb in m’n eentje, zonder enig contact met politici of de agro-sector, in een hutje in Thailand een boek zitten tikken. BBB of Ja21 hadden geen idee dat ik er aan bezig was.

Maar het onderwerp ‘stikstof’ is dermate gepolitiseerd, en journalisten in de ‘kwaliteitsbubbel’ zijn dermate geconditioneerd, dat ze een publicatie daarover alleen nog maar volgens een binair frame kunnen beoordelen. Je bent een stikstofgelover of een stikstofontkenner, je bent vóór of tegen de natuur, je bent groenlinks of je bent domrechts – kortom je deugt of je deugt niet. 

Daarom is het voor een Marcel aan de Brugh van NRC, of een Jean Pierre Geelen van de Volkskrant, onmogelijk om zo’n boek per onderdeel en op inhoud te beoordelen. Als de eerste, binaire indruk oplevert dat het uit het verkeerde kamp komt, dient het in zijn geheel te worden afgeserveerd.

Een karikatuur aanvallen

Daarom besteedt Aan den Brugh eerst een halve kolom aan het gedetailleerd beschrijven van mijn ‘extractieve’ wereldbeeld, terwijl ik daar in het boek niets over zeg en hij daar niets van weet. Om het boek dan in dat wereldbeeld te wringen, moet hij vervolgens een karikatuur maken van de standpunten die ik in het boek verdedig.

Uiteraard beweer ik nergens dat ‘de natuur de economie niet in de weg mag staan’. Zeker in Nederland is het maar goed ook dat de natuur de economie voortdurend in de weg staat, want we willen met z’n allen niet dat Nederland één groot Los Angeles of Shanghai wordt. Maar waar ligt de grens aan aanvaardbare kosten – niet alleen economisch, maar ook sociaal en maatschappelijk – voor het behouden van piepkleine lapjes hoogveen of blauwgras of schrale heide?

In het groene deugkamp mag deze vraag niet eens gesteld worden. Ofwel je onderschrijft van a tot z het evangelie waarin de natuur prioriteit heeft boven mens en maatschappij, koste wat het kost, of je bent ‘tegen de natuur’. En deel van dat evangelie is, dat je het stikstofbeleid van dit kabinet tot in alle absurde consequenties aanvaardt.  

Terwijl iemand die dit kabinetsbeleid afwijst, echt niet per se tegen vermindering van de stikstofuitstoot is. Integendeel, persoonlijk ben ik daar voorstander van. Ik vind slechts dat dit op een heel andere manier moet: geleidelijker, binnen de grenzen van wat haalbaar en betaalbaar is, mede door technische innovatie, zonder rigide deadlines, zonder stikstoflockdowns en zonder van de boeren de Kop van Jut te maken. Is dit onrealistisch? Dit was het Nederlandse stikstofbeleid tot 2019, toen de Raad van State met haar PAS-uitspraak de facto een stikstof-coup pleegde. 

Het dogma ‘2030’

Maar voor het andere kamp is elke afwijking van het evangelie ketterij: stikstof moet gehalveerd in 2030, als dogma is afgekondigd dat innovatie niet werkt, alle drieduizend piekbelasters zullen dit jaar gebrandmerkt en gestopt worden, onder dreiging van onteigening. Ik heb althans nog niets gemerkt van enige bereidheid tot een compromis bij de hogepriesters in dit kamp, de D66-fractie.

Als journalisten van ‘kwaliteitskranten’ al kritiek hebben op het regeringsbeleid wat betreft stikstof, houdt die in dat dit evangelie niet voldoende streng en kordaat aan Nederland is opgelegd. Van hen mag Van der Wal een nog veel strengere Meesteres zijn.

Wanneer je ze er op wijst dat Nederland in Europa, en de wereld, volstrekt alleen staat met dit beleid, bereikt de zelfbegoocheling een hoogtepunt: wij zijn niet te extreem, alle andere landen zijn te laks. Of zoals Aan den Brugh schrijft: ‘Misschien is Nederland wel de voorbode voor andere landen’.

Het idee van Nederland als gidsland van de wereld blijft hardnekkig onder groene deugers.

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is schrijver van de bestseller ‘De Stikstoffuik’. Zijn columns verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.

In de maand juni 2023 gaat Arnout Jaspers op tournee door Nederland langs zalen, evenementen, clubs en boekhandels. Geïnteresseerde organisatoren en ondernemers kunnen zich uiterlijk 24 april a.s. melden via boekingen@blauwburgwal.nl We nemen zo snel mogelijk daarna contact op. Welkom!

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving, die vrij beschikbaar is voor iedereen. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!