In Brussel en Den Haag proberen ze vergeefs de temperatuur in de wereld te regelen
Europese leiders en politici laten zich er trots op voorstaan: de Europese Unie (EU) loopt voorop en leidt de wereld in de strijd tegen de ‘gevaarlijke’ opwarming van de aarde. De EU heeft zichzelf ongekend ambitieuze klimaatdoelen opgelegd.
Die ‘doelen’ behelzen: het beperken van de wereldwijde opwarming tot 1,5°C ten opzichte van het niveau van voor de industriële revolutie en het terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen tot netto-nul in 2050 en in 2030 met 55% ten opzichte van 1990. In de woorden van de voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen zal Europa ‘het eerste klimaatneutrale continent’ ter wereld worden.
Critici van het ambitieuze Europese klimaatbeleid wordt steevast voorgehouden dat het beleid stevig is verankerd in de wetenschap. En dat is ook zo. De klimaatdoelen van de EU zijn direct terug te vinden in het fameuze SR15 rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), de wetenschappelijke klimaattak van de VN. De politiek heeft goed geluisterd naar de wetenschap en heeft de wetenschap vertaald in beleid. Wie kan daar nou op tegen zijn?
‘De wetenschap’ blijkt politiek te zijn
Maar zo eenvoudig is het niet. Het SR15 rapport ligt sinds kort onder vuur door twee recente, ‘peer reviewed’ wetenschappelijke artikelen over de totstandkoming van het rapport en de belangrijkste conclusies. Het ene artikel is gebaseerd op onderzoek uitgevoerd door een vijftal Nederlandse wetenschappers van de Universiteit van Utrecht (zie hier).
Het andere is van de hand van twee Franse wetenschappers verbonden aan respectievelijk het Centre for the Sociology of Innovation (CSI) dat is gelieerd aan de Universiteit van Parijs en aan het onderzoeksinstituut Centre Alexandre Koyré (zie hier, achter betaalmuur). De wetenschappers zijn gespecialiseerd in bestuurlijke processen, met name op het grensvlak van (klimaat)wetenschap en politiek (science-policy interface).
De conclusies van zowel het Nederlandse als het Franse onderzoek zijn nagenoeg eensluidend en dodelijk voor het wetenschappelijk gehalte van het SR15 rapport. De onderzoekers laten overtuigend zien dat de belangrijkste conclusies van het rapport niet voortkomen uit objectief, onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek maar het product zijn van ‘politieke ijking’ (‘political calibration’), zoals de Nederlandse onderzoekers het deftig noemen.
Politieke ijking kan worden omschreven als het proces waarbij geleidelijk aan door de betrokken wetenschappers dankzij intensief contact met politiek belanghebbenden wordt toegewerkt naar een door de politiek gewenst antwoord. ‘Cooking the books’ heet dat in de financiële wereld. Van een solide wetenschappelijke basis van het Europese klimaatbeleid is dus in de verste verte geen sprake.
Hoe zat het ook al weer met het SR15 rapport? De directe aanleiding was een verschil van inzicht tussen de onderhandelaars over de voorgestelde opwarmingsdoelen in het Akkoord van Parijs van december 2015. In dat akkoord werd overeengekomen de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C en als het even kan tot 1,5°C.
Lobby bepaalde het doel
Volgens de meeste klimaatwetenschappers zou de ‘ruim onder de 2°C‘ al een hele toer worden en was een beperking tot 1,5°C uitgesloten. Niettemin kwam de 1,5°C toch in het akkoord terecht dankzij een effectieve lobby van de OASIS, een alliantie van kleine eilandstaten, in nauwe samenwerking met de activistische klimaatbeweging.
Wel werd in Parijs door de onderhandelaars afgesproken de haalbaarheid van de 1,5°C te laten onderzoeken door het IPCC. Het IPPC pakte het onderzoek grondig en groots aan, geheel in de stijl van de grote overzichtsrapporten over de staat van het klimaat die het IPCC periodiek uitbrengt.
Ruim 90 klimaatwetenschappers uit 40 landen, verdeeld over drie verschillende werkgroepen schreven mee aan het rapport. Na 4 beoordelingsrondes van het concept rapport verscheen het finale rapport op 8 oktober 2018, bijna 3 jaar na het Akkoord van Parijs.
Het kan, als je CO2 uit de lucht haalt
Tot verrassing van velen luidde de conclusie dat het wel degelijk mogelijk was om aan de 1,5°C grens te voldoen. Dan zou wel de uitstoot in 2030 moeten worden teruggebracht naar ruwweg 50% van de uitstoot in 2010 en naar netto nul in 2050. Netto slaat op de onvermijdbare uitstoot van broeikasgassen die zou moeten worden geneutraliseerd door nog te ontwikkelen ‘negatieve-emissie technologieën’: het afvangen of uit de lucht halen van CO2 en vervolgens ergens opslaan.
De conclusies werden direct enthousiast omarmd door politici en beleidsmakers die een radicaal klimaatbeleid voorstonden, de klimaatleiders van de VN, de activistische klimaatbeweging, zowel de gevestigde (Milieudefensie, Greenpeace) als de opkomende (Fridays for Future, Extinction Rebellion), de talrijke klimaat NGO’s en niet te vergeten de mainstream media.
Aan het werk!
De boodschap was simpel: de wetenschap heeft gesproken, het is zeer zorgwekkend gesteld met het aardse klimaat, de 1,5°C is een kritieke grens die onder geen beding overschreden mag worden, een drastische verlaging van de uitstoot is geboden, het is één minuut voor twaalf, en nu aan de slag. Zoals premier Rutte het later tijdens de VN-klimaatconferentie in Glasgow zou verwoorden: geen woorden maar daden, actie, actie, actie.
De EU liet er geen gras over groeien. Al op 28 november 2018, ruim een maand na de verschijning van het SR15 rapport, kwam de Europese Commissie (onder voorzitterschap van Jean-Claude Juncker) op verzoek van het Europees Parlement en de Europese Raad met een strategienota over het lange termijn klimaatbeleid van de EU met de wervende titel: ‘Een schone planeet voor iedereen. Een Europese strategische langetermijnvisie voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie’.
De nota had de conclusies van het SR15 rapport kritiekloos overgenomen (want ‘wetenschap’) en zou als basis dienen voor het klimaatbeleid van de nieuwe Europese Commissie die in 2019 de Commissie-Juncker zou gaan opvolgen.
En daar was Timmermans
Na het nodige geharrewar trad op 19 november 2019 de nieuwe Europese Commissie aan met als voorzitter de christendemocraat Von der Leyen. En jawel, klimaatbeleid stond op nummer één van de prioriteitenlijst van Von der Leyen, met volledige instemming van het Europese Parlement en de Europese Raad. Ter ondersteuning van de nieuwe Commissie riep het Europese Parlement de volgende dag de klimaatnoodtoestand in Europa uit.
Eerstverantwoordelijke voor het klimaatbeleid werd de bevlogen sociaaldemocraat Frans Timmermans. Volgens Timmermans staat door de opwarming van de aarde ‘het lot van de mensheid op het spel’ en moet de EU het voortouw nemen in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Von der Leyen had geen betere keus kunnen doen.
Nog binnen een maand na haar aantreden, op 11 december 2019, publiceerde de Commissie-Von der Leyen de eerste contouren van een nieuw Europees klimaatbeleid onder de pretentieuze titel Europese Green Deal (EGD). De EGD was inderdaad geheel geënt op de strategienota van de voorgaande Commissie Juncker en dus op het SR15 rapport.
In het daaropvolgende jaar werden in nauwe samenwerking met het Europees Parlement en de Europese Raad de details van de EGD verder uitgewerkt. Op 28 juni 2021 nam het Europese Parlement een bindende kaderwet aan waarin de klimaatdoelen werden verankerd: een opwarmingslimiet van 1,5°C, een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 55% in 2030 en een netto-nul uitstoot in 2050. Tenslotte lanceerde de Commissie op 14 juli 2021 een detail uitwerking van het EU-klimaatbeleid tot 2030 in het Fit for 55 pakket.
En nu?
Nu, bijna 5 jaar na de publicatie van het SR15 rapport zit de EU met de gebakken peren. Er is een ongekend megalomaan en peperduur klimaatbeleid opgetuigd op grond van onwerkelijke en onhaalbare klimaatdoelen die ook nog eens zijn vastgelegd in een bindende Europese klimaatwet.
Ondanks heldhaftige pogingen van Timmermans tijdens de laatste VN-klimaatconferenties de landen in de wereld over te halen het 1,5°C doel te onderschrijven is dat tot nu toe onbeantwoord gebleven. En tot overmaat van ramp hebben ook de meeste klimaatwetenschappers hun geloof in de haalbaarheid van de 1,5°C grens en de daaraan gekoppelde klimaatneutraliteit in 2050 verloren. Zie hier.
De enigen die daar nog wel in geloven zijn politici en bestuurders die hun politieke lot afhankelijk hebben gemaakt van het slagen van het 1,5°C doel en natuurlijk klimaatactivisten die geen boodschap hebben aan praktische haalbaarheid.
‘De wetenschap’ moet weer helpen
Wat staat de EU nu te doen? Hel zal wel even slikken worden voor de Europese Raad, het Europese Parlement en de Europese Commissie maar een grondige herziening van de EGD is onontkoombaar. Althans als je de wetenschap recht wil doen, en wie wil dat niet?
De hoofdrol is daarvoor weggelegd voor de als onderdeel van de EGD ingestelde Europese Wetenschappelijke Klimaatraad. Het probleem is wel dat een aantal leden van die raad rechtstreeks betrokken is geweest bij het SR15 rapport. Zij zullen over hun schaduw moeten heen springen maar voor echte wetenschappers is dat geen punt, al zal het wel enige tijd vergen.
Wat nu, Rob Jetten?
Ook Nederland, de zelfverklaarde klimaatkoploper van de EU, ontkomt niet aan een herijking van het klimaatbeleid. Het zal neerkomen op een tempering van de klimaatplannen en daar zal de net begonnen klimaatminister Rob Jetten niet mee ingenomen zijn.
Maar ook hier kan de in november vorig jaar door minister Jetten ingestelde Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) de pijn verzachten. De voorzitter en de chef-du-bureau zijn inmiddels al aangesteld en zijn druk bezig met de verdere bemensing van de raad en het bureau. Midden 2023 moet de WKR bestaande uit negen parttime leden en 25 fulltime ondersteuners operationeel zijn.
De eerste opdracht van de minister aan de WKR ligt er al. De minister wil graag voor het eind van het jaar advies over ‘klimaatneutraliteit (2050) en doorvertaling daarvan naar de beleidsagenda 2025-2035 die in 2024 moeten worden opgeleverd’.
Vanzelfsprekend zal de onafhankelijke WKR in dat advies ook de huidige onwerkelijke en onhaalbare Nederlandse klimaatdoelen moeten betrekken. Zeker nu aan die kwalificatie degelijk wetenschappelijk onderzoek ten grondslag ligt. En daar kun je niet omheen.
Wegkijken of ontnuchteren?
De Europese leiders en politici kunnen er natuurlijk ook voor kiezen de kop in het zand te steken en niets te doen, dat wil zeggen doorgaan op het sinds 2019 uitgezette pad. Het gevolg is dan wel dat Europa in de wereld meer en meer in een uitzonderingspositie zal komen te verkeren om in 2050 te eindigen in een klimaatneutrale oase in een nog steeds broeikasgassen uitstotende wereld.
Als het al zou lukken de ambitieuze plannen tot een goed einde te brengen. De EU mag in dat geval dan in 2050 klimaatneutraal zijn, de opwarming van de aarde zal er niet meetbaar door zijn veranderd. Daarvoor is de huidige uitstoot van broeikasgassen in de EU eenvoudigweg te gering ten opzichte van de wereldwijde uitstoot (niet meer dan 8%).
Wynia’s Week blijft opletten als anderen verzaken. Doet u mee? Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!