In belangrijke aspecten van het politieke stikstofevangelie zit zelfs geen kern van waarheid
Gisteren bood ik het eerste exemplaar van mijn boek De Stikstoffuik aan Caroline van der Plas aan.
Wie mijn columns van de afgelopen anderhalf jaar gelezen heeft, zal niet verbaasd zijn over de boodschap van het boek, namelijk dat we met het stikstofbeleid in Nederland faliekant op de verkeerde weg zijn. Maar het boek moest meer zijn dan een stapeltje columns met een nietje erdoor, zodat ik nog heel wat tijd gestoken heb in het leggen van een steviger fundament onder die boodschap.
Hoe doet een wetenschapsjournalist dat? Ik had geen deep throat op het ministerie van LNV, en heb ook geen slepende WOO-procedures gevoerd om grotendeels zwartgelakte documenten boven tafel te krijgen.
Hoop dat de burger weerbaar wordt
In feite is alle informatie die tesamen vernietigend is voor het stikstofbeleid van deze regeringscoalitie beschikbaar in wetenschappelijke artikelen en rapporten, en op openbare websites. Maar die wetenschappelijke artikelen zijn voor lang niet iedereen begrijpelijk, die rapporten zijn dik, ambtelijk en proberen de kool en de geit te sparen, en niet al die websites zijn in het Nederlands of overzichtelijk. Wie al die informatie niet paraat heeft en niet de wetenschappelijke achtergrond heeft om dat in context te zetten, is weerloos tegen de slogans van de stikstofzeloten.
Dat is wat ik met De Stikstoffuik hoop te bereiken: de burger weerbaar maken tegen de politici en ecologen die beweren dat dit stikstofbeleid onvermijdelijk is omdat het ‘slechts de wetenschap volgt’. En dan heb ik ook nog de stille hoop dat relevante rechters dit boek lezen en voortaan vanuit een andere grondhouding gaan vonnissen als Johan Vollenbroek weer op hun stoep staat.
Ontdekkingstocht
De research voor dit boek was ook voor mij een ontdekkingstocht. Tot een jaar of twee geleden dacht ik ongeveer net zo over stikstof als de meeste Nederlanders nog steeds: wij zijn het afvoerputje van Europa; we hebben het probleem decennia lang voor ons uitgeschoven; boeren zijn alleen maar uit op nog meer vertraging; als we nu geen radicale actie ondernemen voltrekt zich een milieucatastrofe.
Weliswaar had ik voor die tijd al vaker geschreven over vervuiling en gifschandalen die door de milieubeweging hoog opgespeeld worden, en die bij nader inzien altijd stukken minder acuut en heftig blijken te zijn. Dus instinctief nam ik dat stikstofalarmisme altijd al met een flinke korrel zout, maar als ‘de wetenschap’ dit zei dan moest dit in de kern toch wel waar zijn?
Zelfs geen kern van waarheid
Voordat ik over stikstof begon te schrijven wist ik niet eens dat de stikstofuitstoot in Nederland al dertig jaar daalt, en sinds de jaren negentig met een factor drie is afgenomen. Voor een belangrijk deel is dat te danken aan diezelfde boeren die nu collectief gedemoniseerd worden door het heersende stikstofnarratief. Ik wist ook niet dat de algemene staat van de natuur in Nederland al dertig jaar stabiel is, en op belangrijke punten juist verbetert. Ik schat in dat de meeste kiezers die straks naar de stembus gaan voor de Provinciale Staten dit nog steeds niet weten.
Inmiddels ben ik compleet geradicaliseerd: in belangrijke aspecten van het politieke stikstofevangelie zit zelfs geen kern van waarheid. Zo heeft de extreem strenge grenswaarde voor vergunningsplichtige stikstofdepositie waar ik het in m’n vorige column over had, niets met wetenschap te maken. Die komt neer op een collectieve straf van de Nederlandse rechter voor de landbouw en de bouw die niets bijdraagt aan natuurbehoud.
Hoe kan de natuur op omvallen staan?
Ecologen die dat goedpraten, zoals Jan Willem Erisman en Wim de Vries, gooien daarmee hun wetenschappelijke integriteit te grabbel. Erisman is inmiddels door klimaatminister Rob Jetten benoemd tot voorzitter van de Klimaatraad die Nederland door de energietransitie moet loodsen. What could possibly go wrong?
De mantra dat het slecht gaat met 90 procent van de Nederlandse natuur is ronduit een leugen, een wetenschappelijk onhoudbare bewering. Dezelfde politici die dat roepen, verkondigen ook de mantra dat de Nederlandse natuur op omvallen staat. Als dat zo zou zijn, hoe kan het dan, dat zelfs volgens dit stikstofbeleid de meeste Natura2000-gebieden nog tot 2035 (of 2030, als dit kabinet haar nieuwe natuurbeschermingswet door de Eerste Kamer krijgt) moeten wachten eer ze niet meer stikstofoverbelast zijn? In 2030 zijn al die Natura2000-gebieden al minstens sinds de jaren tachtig, dus vijftig jaar lang, stikstofoverbelast. Hoe kan het dat er dan nog wat te redden valt, als alles nu op omvallen staat? Voor de tientallen natuurgebieden die volgens het schema van stikstofminister Van der Wal pas in 2040 aan de beurt zijn om van hun stikstoflast bevrijd te worden, is die vraag natuurlijk nog prangender.
Verbijsterd
Van der Wal is een trouwe gelovige van dit stikstofevangelie, omdat ze toen ze begon als minister niets van stikstof, landbouw en milieu wist, en naar ik aanneem sindsdien door haar naaste adviseurs alleen maar is gevoed met informatie die haar zuiver in de leer moet houden.
Ze zat vorig jaar in het tv-programma College Tour, en kreeg toen de vraag van een boerenzoon in de zaal of het niet tijd werd dat ze aftrad, gezien de hevige protesten tegen haar beleid. Ze leek verbijsterd en antwoordde iets als: als ik aftreed, komt er een nieuwe stikstofminister, dus dat zou niets uitmaken. Van der Wal gelooft, dat zij slechts uitvoerder is van een beleid dat door geen macht ter wereld veranderd kan worden, omdat dit wordt afgedwongen door de wetenschap, de rechter en ‘Europa’.
Van der Plas en ik komen onafhankelijk van elkaar op hetzelfde uit
Terwijl het uiteraard best anders kan. Op het eind van De Stikstoffuik pleit ik voor het gelijktrekken van de Nederlandse grenswaarde voor stikstofdepositie met die van Duitsland, en het afschaffen van de Kritische Depositie Waarde als allesbepalend criterium voor de staat van een Natura2000-gebied. In hun initiatiefnota pleit BBB daar ook voor, zij het met een grenswaarde die een factor twintig lager is dan in Duitsland. Dan nog kan meteen de hele bouw van het slot, en verdwijnt het zwaard van Damocles dat nu boven drieduizend boerenbedrijven hangt.
Hoewel Van der Plas en ik vooraf nooit contact gehad hebben over m’n boek, is het geen toeval dat we op hetzelfde uitkomen: dit brengt het beleid meer in lijn met de wetenschap, en met wat onze buurlanden doen.
Uit de luwte
Wetenschapsjournalisten in Nederland waren gewend in de luwte hun werk te doen: lekker verhaaltjes schrijven over nice to know-onderwerpen waar niemand zich een buil aan valt. Door corona kwamen sommigen van hen in de frontlinie van de actualiteit te staan, met alle bijbehorende drek op social media, en m’n persoonlijke indruk is, dat de meesten sindsdien nog huiveriger zijn geworden om zich met omstreden onderwerpen te bemoeien. Terwijl dat onverminderd nodig is.
Bij de uitreiking van het eerste exemplaar zei Van der Plas: goed dat een wetenschapsjournalist dit nu ook zegt. Hopelijk is het voortaan iets minder makkelijk om mensen die tegen dit stikstofbeleid in verzet komen, weg te zetten als stikstofontkenner of corrupte agro-lobbyist.
‘De Stikstoffuik’ van Arnout Jaspers kost 21,50, verscheen op donderdag 2 maart bij Uitgeverij Blauwburgwal en is overal te koop, ook in de winkel van Wynia’s Week.
Arnout Jaspers (1958) studeerde natuurkunde in Leiden, publiceerde als wetenschapsjournalist onder meer in NRC Handelsblad en de Volkskrant. Hij is sinds voorjaar 2020 columnist van Wynia’s Week.
De donateurs maken Wynia’s Week. U zorgt er als donateur voor dat ons onafhankelijke magazine twee keer per week en 104 keer per jaar kan verschijnen. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Hartelijk dank!