Hoezo liberaal? Waarom kiest Yeşilgöz bij de pensioenen geen partij voor Omtzigt?
Welke politieke partij begint er bij verkiezingen over pensioenen? Niemand toch. Pensioenen vallen voor miljoenen Nederlanders in de categorie: best belangrijk, morgen kijk ik er eens goed naar.
Nee, vandaag. De getallen zijn duizelingwekkend. De beleggingen van pensioenfondsen bedragen 1.422.000.000.000 euro. Meer dan 80 procent van de Nederlandse werknemers spaart ervoor. De meeste doen dat bij hun werkgever, die meestal verplicht is aangesloten bij een pensioenfonds. De verplichte premies hebben paradoxale gevolgen. Ze hebben ervoor gezorgd dat zoveel Nederlanders bovenop hun AOW ook pensioen genieten. Welvaart. De keerzijde is geringe interesse voor het onderwerp. Want de werkgever regelt het wel.
Op een verjaardag wil nooit iemand met me over mijn werk praten, zei actuaris Agnes Joseph afgelopen vrijdag met een onderdrukt lachje op de eerste ledendag van Nieuw Sociaal Contract, NSC, de partij van Pieter Omtzigt. Joseph was een professionele pensioenrekenaar. Nu staat ze nummer 8 op de NSC-kandidatenlijst voor de Tweede Kamer. Ze gaf vrijdag een mini-college over de nieuwe pensioenwet. De zaal zat, las ik, stampvol. Het zou zomaar kunnen dat verjaardagen voor haar na 22 november niet meer hetzelfde zijn.
Op de schop
De pensioenen gaan namelijk totaal op de schop. Eind mei stemde ook de Eerste Kamer voor de wet die dat regelt, de Wet Toekomst Pensioenen. Alles wordt anders. Twee punten licht ik er nu uit. De pensioenuitkering was een vast bedrag per maand, maar wordt variabel. Pensioenen gaan namelijk meebewegen met de rendementen van de beleggingen, met de pieken en dalen op de immer grillige financiële markten. Tweede verandering: de individuele deelnemer, u dus, krijgt een afgebakend deel van de pensioenpot. Nu is het individuele eigendom van uw pensioen niet geregeld. Uw geld zit in een collectieve pensioenpot. Deze pot, het pensioenfonds, wordt bestuurd door werkgevers, vakbonden en een enkele gepensioneerde.
Kan dat zomaar, deze radicale verandering? Moeten de premiebetalers, de deelnemers en de gepensioneerden zelf niet ook instemmen?
De Eerste en de Tweede Kamer hebben dat geblokkeerd. Nog steeds. NSC-leider Omtzigt probeerde VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz ruim een week geleden in het premiersdebat bij RTL te verleiden om zíjn kant te kiezen. NSC is namelijk voor een collectief instemmingsrecht voor de pensioendeelnemers vóórdat hun pensioenfonds onomkeerbare stappen zet. Daarmee kiest hij partij tégen de vakbonden en werkgevers die nu de pensioenwereld bestieren. Hij wil de stem van de deelnemers horen. Er is nog tijd daarvoor, want de grote omschakeling is complex, kostbaar en tijdrovend en moet nog beginnen. Het scheelt mogelijk ook rechtszaken. De rechterlijke macht heeft al laten weten te vrezen voor ‘actief verzet door velen’.
Wat houdt haar tegen?
Yeşilgöz wil er niks van weten. Raar. Je zou zeggen dat juist een liberale partij op de bres staat voor zeggenschap van burgers als hun pensioeneigendom in het spel is. Je zou zeggen: waarom steunt een liberale partij vanzelfsprekend de uitkomst van een kongsi van vakbonden en werkgevers? Je zou ook zeggen: nu is er geen coalitiedwang, dus laat de liberale beginselen spreken.
Wat zei Yeşilgöz? ‘De Tweede Kamer heeft er goed naar gekeken.’ Daarmee was de kous af. Geen sterk verweer. Als de pensioenwet een goed perspectief biedt, zullen weldenkende mensen toch ja stemmen? De Tweede Kamer kan wel doen alsof zij de eigenaar is van de 1.422 miljard euro in de pensioenpotten, maar dat is ze niet. Bovendien zou je dan nooit onvoldragen wetgeving kunnen bijstellen. Reparatiewetgeving is juist onmisbaar als het een verbetering is.
Nee, dat advies krijgt u niet.
Omtzigt zette Yeşilgöz voor het blok op een onderwerp dat de meeste kiezers niet bovenaan hun prioriteitenlijstje hebben staan. Maar hij wel. Pensioen is een van de zes hoofdthema’s van NSC, zei kandidaat Kamerlid Joseph vrijdag.
Omtzigt trakteerde de Tweede Kamer bij de behandeling van het wetsontwerp toekomst pensioenen al op een college van anderhalf uur. In zijn kenmerkende onderzoekende stijl is hij nog steeds bezig om met Kamervragen nieuwe informatie uit de Haagse bureaucratie op te diepen.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank! |
Een paar weken geleden moest demissionair minister Carola Schouten (ChristenUnie) erkennen dat een juridisch advies over de rechtmatigheid van de radicale pensioenoperatie wél is gedeeld met twee vertegenwoordigers van vakbonden en werkgevers, maar niet met de Tweede Kamer. Hoe zit dat? In 2011 sloten vakbonden, werkgevers en kabinet een zogeheten pensioenakkoord dat in 2019 uitmondde in het wetsontwerp toekomst pensioen. De onderhandelaars over dat pensioenakkoord, Peter Gortzak (FNV) en Cees Oudshoorn (VNO-NCW), mochten in 2011 het advies van de landsadvocaat inzien, onder toezicht van een ambtenaar en zónder hun mobiele telefoon. Wat staat er in dat advies? Schouten wil het niet delen met de Tweede Kamer. Dat roept vragen op.
Druk op de ketel
En dat is een kolfje naar de hand van Omtzigt. Hij heeft om alle (interne) adviezen over dat onderwerp gevraagd. Minister Schouten heeft beloofd de inventarisatie daarvan ‘in november’ met Omtzigt te delen. Inmiddels heeft hij met nieuwe Kamervragen extra druk op de ketel gezet.
Waarom heeft het kabinet een koppeling gelegd tussen brede acceptatie van de nieuwe pensioenregelingen en het Europese corona herstelfonds? Als de acceptatie er niet op tijd is (2026), loopt Nederland dan honderden miljoenen Europees geld mis? Waarom doet het kabinet dat? En, o ja, waar blijven de antwoorden op eerdere vragen?
Nu wil Omtzigt de antwoorden uiterlijk vandaag, woensdag 15 november.
Hij maakt hiermee van een onderwerp dat miljoenen kiezers aangaat, maar dat andere partijen negeren tóch een politiek onderwerp. Op 22 november als de stemlokalen openen. En bij de coalitie-onderhandelingen die volgen. Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.