Hoeveel toekomsten zijn er voor de euro? Het zijn er drie.

PositionPaper_Euro_BIG
Zo zonnig ziet niet iedereen de toekomst van de euro. Deze illustratie is van de Europese Christendemocraten (EVP).

Op zondag 9 mei begint na lange vertraging het Europese debat over de toekomst van Europa. In een serie van conferenties, geïnitieerd door de Franse president Emmanuel Macron, kunnen ook Europese burgers zich uitspreken over hun twijfels, wensen en verwachtingen. De discussie zal zich uitstrekken tot medio volgend jaar.

Hoewel de conferentie over de Europese Unie gaat, zal de rol van de euro bepalend zijn. Forceert de eenheidsmunt een Europese transferunie, keert de munt terug naar haar oorspronkelijke mandaat, of staat ze aan de basis van een Europese desintegratie?

Wat opvalt in het euro-dossier is dat overheden van lidstaten en bestuurders van de Europese Centrale Bank (ECB) vaak speelbal zijn van oncontroleerbare geopolitieke en economische krachten. Die lijken hen eerder te overvallen, dan dat er grip is op de situatie. Adhoc-beleid en improvisaties hebben echter een grote impact op het functioneren van de eenheidsmunt. Die is sinds de invoering in 1999 dan ook flink van rol veranderd.

Van enthousiasme naar tegenslag…

Aanvankelijk was er sprake van groot vertrouwen. Vrijwel zonder morren omarmde het publiek de euro en ogenschijnlijk rimpelloos volgde na de elektronische introductie in 1999 de fysieke introductie op 1 januari 2002. Al snel ontstonden er echter krasjes op de munt.

Zo gleed de waarde ervan snel weg ten opzichte van de dollar. Het noopte toenmalig ECB-voorzitter Wim Duisenberg tot een mislukte interventie. En middenin in de kredietcrisis van 2008 verhoogde Jean-Claude Trichet, de opvolger van Duisenberg, de beleidsrente van de ECB, om de eerstvolgende vergadering schielijk op het besluit terug te keren omdat de crisis zich verdiepte.

…en toen bleken de Grieken geen Duitsers…

Beslissingen rondom wisselkoers en beleidsrente waren echter niet de grootste zorg voor de ECB-directie. Belangrijker was het harmonieus integreren van de verschillende banksystemen van de lidstaten. Daarvoor was het noodzakelijk dat de staatsleningen van de lidstaten door Europese commerciële banken gelijkwaardig werden behandeld. De Griekse staatslening moest even veilig zijn als de Duitse. Specifiek ECB-beleid moedigde de gelijke behandeling aan. Toen in 2010 bleek dat de Grieken geen Duitsers waren geworden, ontplofte het beleid in het gezicht van de ECB. De eurocrisis was geboren.

De eenheidsmunt veranderde door de reactie op crises van gedaante. De focus verschoof van het streven naar ‘prijsstabiliteit’ naar het beïnvloeden van rentestanden en houdbaar houden van de toenemende Europese schulden. Tijdens deze verschuiving, van 2010 tot 2015, is er veel debat geweest over de rol van de ECB en de euro.

…en zo werd de ECB een politieke bank.

Dat is niet vreemd. Door deze verschuiving is de eenheidsmunt een politiek instrument geworden en de ECB dus een politiek instituut. De bank kan het Europese project maken of breken.

Opvallend hierbij: de macht van de ECB nam toe, maar het debat verstomde. Toch is het laatste woord nog niet gezegd. Door de snel oplopende schulden, de sombere economische vooruitzichten en de wisselende Europese sentimenten aangaande de euro is er rond de toekomst van de euro wel degelijk nog steeds onzekerheid.

Hoe kunnen overheden en bestuurders het beste omgaan met de onzekerheid rondom toekomstige ontwikkelingen? Het nemen van 100% van de besluiten bij 50% van de informatie: dit is één van de gevleugelde uitdrukkingen die de nog altijd niet bezworen coronacrisis ons heeft opgeleverd. Met andere woorden, wat besluitvorming vaak moeilijk maakt is de onzekerheid.

Als het gaat om de grotere, contextuele onzekerheden is het denken in scenario’s een goede manier om daar enige greep op te krijgen. Het stelt ons in staat om na te denken over wat er zou kúnnen gebeuren en met name wat de samenhang is tussen de drijvende krachten die onze toekomst vorm gaan geven. In die zin worden scenario’s ook wel ‘herinneringen aan de toekomst’ genoemd. Zo kunnen we trachten situaties waarin ‘het ons overkomt’ te vermijden en, indien maar enigszins mogelijk, te anticiperen op onzekere toekomstige ontwikkelingen.

De scenario’s van Shell

Shell was het eerste bedrijf in de wereld dat de scenariomethode succesvol aan haar strategisch methodologisch repertoire toevoegde. Al in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd daarmee nagedacht over de mogelijkheid van het ontstaan van oliecrises, die er inderdaad kwamen. In de jaren tachtig werd de val van de muur voorzien.

De Shell-scenario’s uit 1992, die de periode 1992-2020 bestreken, maakten gewag van de mogelijkheid van een populistische en nationalistische reactie op de globalisering, compleet met een fragmentatie van het politieke spectrum en de bouw van fysieke barrières om migratie te ontmoedigen. Brexit, Trump en de diverse verwante ontwikkelingen passen naadloos in één van de twee scenario’s (‘Barricades’) uit 1992. De mogelijkheid van een grote financiële crisis aan het einde van het eerste decennium van de nieuwe eeuw werd in de scenario’s van 1998 onderkend.

Scenario’s voor de euro: Charlemagne, Westfalen en Florence

Bij scenariodenken gaat het erom te bezien welke fundamentele drijvende krachten voor een bepaald vraagstuk belangrijk zijn. Naar ons idee zal het wel en wee van de euro bepaald worden door een reeks factoren die onderling samenhangen en waarvan de belangrijkste zijn:

  • De mondiale geopolitieke ontwikkelingen en spanningen;
  • De economische en sociale ontwikkelingen (inclusief migratie) binnen de EU;
  • De mate van EU-gezindheid van de bevolkingen in de eurozone en het resulterende politieke spectrum;
  • De schuldenproblematiek en het monetaire beleid;
  • De effectiviteit van de politieke besluitvorming op de nationale niveaus en in het Brusselse.

Bij het opstellen van scenario’s gaat het er nu om de verschillende mogelijke uitkomsten van die fundamentele drijvende krachten op een logische wijze te combineren. Daarmee komen we op drie scenario’s, die overigens niet zullen verbazen. We stippen ze hier, met passende benamingen, in het kort aan.

Charlemagne (het convergentiescenario: de euro is ‘Alternativlos’): Door de geopolitieke constellatie en de implicaties van de schuldenproblematiek post-corona wordt verdere eenwording het dominante narratief, nog sterker dan het nu al is. Dit wordt mogelijk gemaakt door successen op andere terreinen waardoor het aanzien van het EU-bestuur stijgt.

Westfalen (het opbreekscenario: de euro wordt onhoudbaar): De schuldenproblematiek post-corona hangt als een molensteen om de eurozone en beheerst het Europese discours. Diverse andere ontwikkelingen (migratie, corruptie, kwesties met betrekking tot de rechtstaat) drijven de eurolanden verder uiteen. Het Brusselse bestuur blinkt uit door ineffectiviteit. Het uiteindelijke opbreken van de euro zal altijd gezien worden als een politiek ongeluk.

Florence (het hybride scenario: de euro wordt geschoeid op een andere leest): De schuldenproblematiek post-corona hangt als een molensteen om de eurozone en beheerst het Europese discours. De verschillen tussen de landen post-corona worden nog groter dan ze al zijn. Het dominante narratief wordt dat in die context een eenvormige euro niet langer houdbaar is. Met succes wordt een hybride oplossing gevonden, waarbij de euro behouden blijft maar waarbij landen daarnaast hun eigen (digitale) munten gaan gebruiken.

In de volgende afleveringen van Wynia’s Week zal steeds één scenario nader worden uitgewerkt. Na elk scenario stippen we kort aan wat de voor- en nadelen zijn van elk van deze scenario’s voor de Nederlandse bevolking. Dan zal ook worden aangegeven hoe lezers kunnen reageren.

De conferentie over de toekomst van Europa gaat van start. Laten we die aangrijpen om nú, en niet pas als de feiten daar zijn, na te denken over de volgende grote transformatie waar we post-corona waarschijnlijk mee geconfronteerd worden: de schuldenproblematiek in Europa en, daarmee verbonden, het lot van de euro.

De schulden stapelen zich op, voor sommige EU-landen tot op onaanvaardbare hoogte, de coronacrisis blijkt een alibi voor alweer nieuwe stappen richting verdieping van de monetaire unie, er wordt gemorreld aan de begrotingsregels, er wordt gesproken over het wegstrepen van schulden, eurobonds worden ingevoerd zonder ze zo te noemen.

Al deze ontwikkelingen onttrekken zich aan de aandacht van het politieke theater in Den Haag, waar de focus vooral gericht is op het vraagstuk wie wat wanneer over wie gezegd heeft. En toch kunnen die ontwikkelingen van existentiële betekenis zijn voor dit land en haar inwoners, voor haar welvaart, zelfbeschikking, identiteit en algeheel welbevinden. Volgende week in deze serie over de toekomst van de euro: Charlemagne, het scenario met ‘Meer Europa’.