Hoeveel autochtonen wonen er in 2070 in Nederland?
door Jan van de Beek en Gerrit Kreffer
Het is een vraag die velen bezighoudt: ‘Wanneer zijn autochtonen in de minderheid?’ Duidelijk is dat immigratie de bevolkingssamenstelling in rap tempo verandert. Zeker nu de immigratie de laatste jaren zo hoog is. Hier schetsen wij de bevolkingssamenstelling als het hoge immigratiescenario van de Staatscommissie Bevolkingsvraagstukken werkelijkheid wordt.
Bevolkingsprognoses spelen een belangrijke rol bij het vormgeven van beleid van Rijk, provincies en gemeenten. Prognoses krijgen nu veel aandacht door het huizentekort, maar zijn ook onontbeerlijk bij thema’s als migratie, onderwijs, arbeid, zorg, sociale zekerheid, infrastructuur, energievoorziening en sociale cohesie.
Migratieachtergrond
Bij landelijke CBS-prognoses gaat het veelal om het verwachte aantal Nederlanders in een toekomstig jaar en de verdeling van de inwoners naar geslacht, leeftijd, opleiding en migratieachtergrond. In dit artikel zoomen we in op die migratieachtergrond. Dat is beleidsrelevant omdat noden, wensen en gedrag naar achtergrond uiteenlopen en de samenleving als geheel er bij een andere bevolkingssamenstelling anders uit zal zien.
Als we in dit artikel spreken over autochtonen bedoelen we inwoners van Nederland met twee in Nederland geboren ouders. Inwoners met een eerste generatie migratieachtergrond zijn zelf in het buitenland geboren. Bij inwoners met een tweede generatie migratieachtergrond is tenminste één van de ouders in het buitenland geboren. Autochtonen met tenminste één in het buitenland geboren grootouder – de zogenaamde derde generatie migratieachtergrond – vallen conform de CBS-definities onder autochtonen. In 2023 is afgerond 74% van de Nederlanders autochtoon en 26% heeft een migratieachtergrond. Hoe zullen die percentages liggen in 2050 en 2070?
De Tweede Kamer vroeg de regering in 2018 om de gevolgen van veranderingen in de bevolking in kaart te brengen. Dat resulteerde in 2021 in het rapport Bevolking 2050 in beeld: opleiding, arbeid, zorg en wonen van het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) en het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). In dit NIDI/CBS-rapport staan acht prognoses, waarbij ook de samenstelling van de bevolking naar migratieachtergrond is doorgerekend.
In Tabel 1 staat de verwachte migratieachtergrond van de bevolking in de prognose met het hoogste migratiesaldo (93.000), de groeivariant. Nederland telt in 2050 bij deze groei 21,8 miljoen inwoners waarvan 8,4 miljoen ofwel bijna 39% met een migratieachtergrond. In dit scenario treffen we in 2050 nog 61% autochtonen in ons land, bijna 13 procentpunt lager dan in 2023.
Tabel 1: Samenstelling bevolking Nederland in 2023 en 2050 bij NIDI/CBS groeiprognose.
De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050
In 2022 is in vervolg op het eerder genoemde NIDI/CBS-rapport de ‘Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050’ ingesteld. Deze onderzoekt wat de gevolgen zijn van de groei van de bevolking en welke maatschappelijke effecten de verschillende typen migratie hebben. De commissie moet ‘tot ten minste 2050’ in de toekomst kijken, maar kan dus ook 2070 meenemen, het eindjaar van de actuele CBS-prognose. Het rapport van de commissie komt begin 2024 uit.
In een tussentijds overleg met de Tweede Kamer vertelde de commissie dat ze in eerste instantie uit wilde gaan van de scenario’s uit het NIDI/CBS-rapport. Maar omdat de immigratie de laatste jaren steeds hoog is, zocht de commissie nog naar een extra scenario, waarbij van een hoger migratiesaldo wordt uitgegaan.
Migratiesaldo
Het migratiesaldo is de optelsom van immigratie in een land minus de emigratie. Dit migratiesaldo leek stelselmatig door het CBS te worden onderschat. Bij de commissie bestond de behoefte aan prognoses die ervan uitgaan dat het migratiesaldo zo hoog blijft als we de laatste jaren zien.
In een eerder artikel beschreven we wat een hoger migratiesaldo zou betekenen voor de bevolkingsomvang in 2070. In Figuur 1 is de stippellijn de huidige CBS-prognose. De oranje lijn is een variant van het ‘demo-demo-model’ die grotendeels is gebaseerd op de CBS-prognose en een vergelijkbaar migratiesaldo heeft van 75.000 per jaar.
Kindertal
Daarbij volgen we niet in alles het CBS. Het kindertal van autochtonen lag vorig jaar op 1,5 en vertoont een dalende trend. Maar in de CBS-prognose schiet het kindertal op miraculeuze wijze omhoog naar 1,75. Dat lijkt ons dermate onwaarschijnlijk dat we zijn uitgegaan van 1,6 kind per vrouw, het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar. Vandaar dat de bevolkingsomvang in onze prognose voor 2070 wat lager uitvalt dan bij het CBS.
De grijze, gele en blauwe lijn laten zien wat er gebeurt met de bevolkingsomvang als het migratiesaldo steeds 25.000 per jaar hoger ligt dan waar het CBS mee rekent, dus 100.000, 125.000 en 150.000 per jaar tot 2070. Een verdubbeling van het migratiesaldo van 75.000 naar 150.000 betekent ongeveer 5 miljoen extra inwoners in 2070: 25 miljoen in plaats van 20 miljoen.
Inmiddels heeft het CBS de Staatscommissie de gewenste prognoses geleverd. De uitkomsten zijn vergelijkbaar met die in Figuur 1. De drie varianten met hoge migratiesaldi kennen saldi van 100-, 120- en 150duizend. De prognoses voor bevolkingsomvang zijn daarin echter beperkt tot het jaar 2050. En een verdeling over herkomstgroepen ontbreekt. Bij hoge migratie wordt het echter ook relevant hoe de Nederlandse bevolking in 2070 verandert naar migratieachtergrond.
Figuur 1: CBS prognose en de invloed van hogere migratiesaldo’s op de bevolkingsontwikkeling tot 2070 (eigen berekening o.b.v. CBS-StatLine)
Verwachte achtergrond van Nederlanders in 2070 bij hoge migratie
We gaan uit van een jaarlijks migratiesaldo van 150.000, de blauwe lijn in Figuur 1. In onze berekening van de groepen met migratieachtergrond sluiten we zoveel mogelijk aan bij recente prognoses van het CBS voor 2070. Een aantal zaken zoals kindertal en remigratiekansen voor de eerste generatie nemen we rechtstreeks over van het CBS. Ook de immigratie nemen we over, maar die verhogen we met afgerond 63% t.o.v. de CBS-prognose, en voor de zogenaamde asielmigratieregio’s (Afrika plus het Midden-Oosten) met het dubbele (afgerond 125%). De bevolking in de asielmigratieregio’s – vooral in Sub-Sahara Afrika – groeit snel en asiel is vanwege internationale verdragen op dit moment niet te sturen. Figuur 2 toont de daarbij te verwachten veranderingen in migratieachtergrond tussen 2023 en 2070.
Figuur 2: Autochtonen (incl. derde generatie) en personen met een eerste en tweede generatie migratieachtergrond, bij een migratiesaldo van gemiddeld 150.000 per jaar (eigen berekening o.b.v. CBS-StatLine)
Tabel 2 geeft de verdeling over herkomstgroepen in 2070 volgens dit scenario. Er zijn in 2070 11 miljoen autochtonen en 14 miljoen mensen met een eerste of tweede generatie migratieachtergrond. Het aandeel autochtonen daalt geleidelijk van 74% in 2023 tot 44% in 2070, een daling van 30 procentpunt. Rond het jaar 2055 duikt het percentage autochtonen onder 50%. De meerderheid van de bevolking heeft vanaf dan een eerste of tweede generatie migratieachtergrond.
Volgens Tabel 2 is in 2070 ongeveer één op zes inwoners afkomstig uit de EU, min of meer gelijk verdeeld over West-EU en Oost-EU. Eén op zeven inwoners is afkomstig uit arbeids- en studie-migratielanden in Oost- en Zuid-Azië, Oceanië en Noord- en Zuid-Amerika. Herkomst Indonesië, Suriname en Antillen is goed voor 3%. Tot slot is in 2070 ruim één op vijf inwoners afkomstig uit Afrika (inclusief Marokko) en het Midden-Oosten (inclusief Turkije), een regio met een culturele afstand tot Nederland die zo groot is dat het de integratie aantoonbaar hindert.
Tabel 2: Samenstelling bevolking Nederland in 2023, 2050 en 2070. Bron: 2023 CBS-StatLine; 2050 en 2070 eigen berekening o.b.v. CBS-StatLine.
25 miljoen mensen op dat kleine stukje aarde…
We zijn benieuwd of de Staatscommissie toekomt aan een beschouwing van de situatie in 2070 bij hoge migratie. Ongetwijfeld wordt het een hele opgave om de strijd om de steeds schaarsere ruimte in goede banen te leiden. De vraag is ook in hoeverre er nog sprake zal zijn van een welvaartstaat met een overheid die in steeds sterker uiteenlopende behoeften kan voorzien.
Zet de commissie de overheid actief aan het roer om de migratiestromen te beheersen met het doel een qua omvang en bevolkingssamenstelling leefbaar land te behouden? En vraagt zij meer werk te maken van integratie, zodat tweede en derde generatie migranten opgaan in de Nederlandse bevolking en – anders dan nu voor veel groepen het geval is – op belangrijke integratie-indicatoren niet meer te onderscheiden zijn van autochtonen?
Deze analyse betreft alleen de eerste en tweede generatie, die volgens dit scenario in 2070 samen een meerderheid van 56% van de bevolking vormen. In 2070 kent Nederland daarnaast een omvangrijke populatie van mensen met een derde en vierde generatie migratieachtergrond. Die zijn hier geteld als autochtonen of – in CBS-jargon – mensen met een Nederlandse achtergrond. De mate van integratie van die groep is cruciaal voor de toekomst van Nederland.
Wie identificeert zich met Nederland?
Veel immigranten identificeren zich bij de eerste of tweede generatie al meer met Nederland dan met het herkomstland. Grote groepen immigranten gaan eigenlijk probleemloos op in de Nederlandse bevolking. Vooral gemengde relaties vormen daarbij een integratiemotor van jewelste. Maar uit onderzoek weten we dat er óók grote groepen zijn die zich bij de tweede generatie nog vooral met het herkomstland identificeren en juist zelden gemengde relaties aangaan.
We hebben ons hier beziggehouden met de bevolkingssamenstelling volgens de wat rigide CBS-definities. Maar eigenlijk zijn vragen als: ‘wie identificeert zich in de toekomst met Nederland’ en ‘hoe groot is de groep met gemengde herkomst’ belangrijker voor de toekomst van Nederland. Wordt vervolgd …
Jan van de Beek is wiskundige en antropoloog en promoveerde op de geschiedenis van het economisch onderzoek naar het Nederlandse migratiebeleid. Hij is een van de auteurs van het rapport ‘Grenzeloze Verzorgingsstaat’, hier te downloaden. Hij werkt nu aan een actueel boek over bevolkingsgroei en migratiebeleid in het Nederland van nu en straks.
Gerrit Kreffer is onder meer demograaf en medeauteur van het rapport ‘Grenzeloze Verzorgingsstaat’.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank! |