Hoe Van Dale zich verslikte in de genderideologie
Wat verbindt Georgië, Roemenië en Van Dale? Het antwoord is: mislukte verkiezingen. In Georgië pikt een aanzienlijk deel van de bevolking de recente verkiezingsoverwinning van de pro-Russische partij Georgische Droom en de benoeming van een dito president niet. Men vermoedt er de ontwrichtende hand van Rusland in. In Roemenië liep de eerste ronde van de presidentsverkiezingen verrassend uit op een overwinning van de even onbeduidende als pro-Russische Călin Georgescu, dankzij een felle en massale tiktok-campagne via onder meer vele tienduizenden gelegenheidsaccounts. Zo verdacht vond men de gang van zaken, dat het resultaat inmiddels is geannuleerd. De Roemenen moeten opnieuw naar de stembus.
Maar Van Dale maakte het nog bonter. De woordenboekenmaker organiseerde alweer voor de achttiende keer een verkiezing van het woord van het jaar, waarbij de kiezer zijn steun kan uitspreken voor één van tien door de redactie genomineerde recente nieuwvormingen.
In voorgaande jaren leverde dat bekroningen op voor bloempjes als ‘tentsletje’, ‘bokitoproof’ en ‘swaffelen’. Als de verkiezing zich in één woord laat vatten, dan is het ‘kneuterigheid’. Dit jaar zou het, met de kandidaten ‘AI-washing’, ‘beknibbelflatie’, ‘burn-outbureaucratie’, ‘comfortwater’, ‘gen Z-stagiair’, ‘koeltekloof’, ‘pieperaanval’, ‘profnar’, ‘sjoemelscooter’ en ‘transitiespijt’, vast niet anders zijn.
Rare verklaring
Dat was evenwel buiten de waard gerekend. Al kort nadat het stemproces op stoom kwam, blies hoofdredacteur Ton den Boon het hele festijn af, met de volgende verklaring: ‘De verkiezing is in de afgelopen dagen gekaapt door verschillende actiegroepen die oproepen al dan niet te stemmen op bepaalde woorden. De berichten rondom deze woorden zijn ontaard in een zeer onprettige maatschappelijke discussie en daarmee schiet de verkiezing haar doel voorbij.’
Het is maar een rare verklaring, want kenmerken goede verkiezingen zich nou niet net doordat er echt iets te kiezen valt, en doordat voor- en tegenstanders van verschillende kandidaten hun uiterste best doen om zo veel mogelijk medestemmers te ronselen? In de Urheber van de moderne westerse vertegenwoordigende democratie, Groot-Brittannië en de VS, komen de canvassers je het liefst aan je stropdas uit huis trekken naar het stembureau. Die actiegroepen van Den Boon, dat zijn gewoon wat we bij politieke verkiezingen partijen noemen. En bij een verkiezing die zich geheel op het internet afspeelt, zijn de sociale media uiteraard het strijdtoneel bij uitstek. Daar vinden de opgewonden demonstraties plaats, daar gieren de verhitte debatten, daar scheurt men elkaars aanplakbiljetten van de borden en viltstift men Hitlersnorretjes op elkaars konterfeitsel.
Het is bovendien niet de eerste keer dat de verkiezing in Van Dales termen ‘gekaapt’ wordt. In 2021 won na oproepen van verdwaasde antivaxers het woord ‘prikspijt’ met een Noord-Koreaanse 82,2 procent van de uitgebrachte stemmen. Van Dale zag toen geen been in het verder helpen verspreiden van kwakzalverij en desinformatie. Prikspijt, lachen joh!
Maar dit keer ging het dus anders, want het woord des aanstoots bleek ‘transitiespijt’ te zijn. Dat woord raakt, anders dan dat malle ‘prikspijt’ of ‘swaffelen’, wel degelijk aan een kwestie die diepe sporen in de maatschappij trekt. Die kwestie is de door een minieme, maar uiterst luidruchtige minderheid bepleite gedachte dat gender, als onderscheiden van geslacht, een persoonlijke keuze is uit eindeloos veel varianten, waaraan het lichaam naar believen kan of moet worden aangepast, en dat de maatschappij zich compromisloos moet richten naar de door de persoon in kwestie gewenste geslachtsidentiteit.
Tegen dat gedachtegoed en het via school bespreekbaar maken ervan bestaat brede weerstand, in het bijzonder waar het onomkeerbare lichamelijke ingrepen bij minderjarigen betreft. Dat is heel begrijpelijk. Opgroeiende kinderen zijn kwetsbaar, beïnvloedbaar en niet zelden wispelturig. Elke puber is op zoek naar wie en wat hij of zij is, elke adolescent is ten prooi aan onzekerheden en twijfels, soms ook over de eigen seksuele identiteit. Dat allemaal uitvissen, daar is tijd voor nodig. Tijd, die we het kind moeten gunnen, liefst zonder druk.
Tegelijkertijd wil elk kind ergens bijhoren en is school bij uitstek het instituut waar kennis, normen en waarden worden bijgebracht, en waar dus ook allerlei ideologische modes welig tieren en meestal goedbedoelde propaganda bedreven wordt – denk maar aan de al tientallen jaren lopende anti-rookcampagne en recenter de gezond eten-indoctrinatie waaraan basisschoolkinderen worden onderworpen.
Weinig nieuws onder de zon
Geen wonder dat ouders, net als tegen verkeerde vrienden, met een scheef oog aankijken tegen een leerklimaat waar men het vanwege de diversiteit positief acht om je te bekennen tot een van de hokjes waarin lettermensen elkaar indelen. Dat is, als verantwoordelijken voor de ontwikkeling van hun kind tot evenwichtige volwassene, hun goed recht. ‘Transitiespijt’ symboliseert hun diepste angst, die voor voortijdig verlies van grip op hun kind. Het onverdraagzame gescheld met ‘TERF’, ‘transfoob’ en wat niet al, maakt dat alleen maar erger.
Tegelijkertijd is er ondanks alle ketelmuziek weinig nieuws onder de zon. Het gendergekrakeel is in wezen slechts een herleving van het al zo’n honderd jaar oude nature-nurture-debat, dat draait om de vraag of en zo ja in hoeverre onze mentale eigenschappen, inclusief persoonskenmerken, aangeboren zijn (nature) of juist cultureel bepaald en aangeleerd (nurture). Aan de ene kant stond het maakbaarheidsdenken van de zogenaamde behavioristen, waarvan de extreemsten meenden dat de mens als tabula rasa, eenonbeschreven blad, ter wereld kwam. Aartsvader John B. Watson beweerde zelfs dat hij door straf en beloning elke willekeurige pasgeboren baby tot elk gewenst soort volwassene kon kneden, met ideeën, opvattingen, verlangens en voorkeuren naar keuze.
Daar tegenover stonden nativisten, volgens wie veel van onze mentale eigenschappen wel degelijk zijn aangeboren, maar soms nog wel onder invloed van de omgeving moeten uitrijpen – denk bijvoorbeeld aan ons vermogen tot zien, ons evenwicht, lopen, de fijnere motoriek, taal produceren en verstaan, je bewust worden van je ‘ik’, en je in anderen verplaatsen.
Het behaviorisme was vanwege die maakbaarheid voor heel velen aantrekkelijk. Heropvoeding bood immers altijd een tweede kans, iedereen kon gered worden. Het was dan ook, zeker in Amerika, tientallen jaren oppermachtig. Maar in 1958 maakte de jonge taalkundige Noam Chomsky met een vernietigende recensie van het boek Verbal Behavior van de destijds aanbeden behaviorist B.F. Skinner in één klap overtuigend gehakt van het behavioristische gedachtegoed. Exit tabula rasa, zou je zeggen.
Desondanks ettert de discussie nog tot op de dag van vandaag voort. Ze werd en wordt nog steeds ongemeen fel en ruw gevoerd en menig mes is al in andermans rug verdwenen, maar zolang er geen algemeen toegankelijke platforms als sociale media waren, merkte men daar buiten de universiteiten weinig van.
Een geruchtmakende uitzondering was in 1978 de onfrisse ‘kwestie Buikhuisen’ over de vermeende erfelijke basis van criminaliteit. (Columnist Piet Grijs, alias Hugo Brandt Corstius, misdroeg zich, maar hoogleraar criminologie Wouter Buikhuisen had wel degelijk ongelijk).
Een tuin vol woedende homo’s
Een andere uitzondering was, ruim tien jaar later, de zaak Swaab. Volgens het dominante behavioristische maakbaarheidsdenken gold uiteraard ook homoseksualiteit als een aangeleerde afwijking, een kwaal die door herconditionering kon worden verholpen. Veel homo’s hamerden daarom juist op een genetische oorzaak van hun oriëntatie: zij konden er ook niks aan doen, ze waren nu eenmaal ‘zo’ en wilden noch konden ‘gedeprogrammeerd’ worden. En eindelijk! In 1989 meldde de Amsterdamse neurobioloog Dick Swaab, directeur van het Herseninstituut, een fysiek verschil tussen heteroseksuele mannen en homo’s gevonden te hebben in de hypothalamus, een klein maar belangrijk hersenkwabje. Het leverde hem bedreigingen en een voortuin vol woedende homo’s op, want een biologische verklaring was weliswaar welkom, maar een hersenafwijking? Waren ze nou helemaal besodemieterd! Zoals zo vaak telden de feiten alleen zolang het uitkwam.
Tegenwoordig concentreert het debat zich op genderidentiteit. Nativisten als bioloog Richard Dawkins en schrijfster J.K. Rowling wijzen op de simpele biologische feiten: mannen en vrouwen zijn de twee menstypen die zich zonder hulp van buitenaf met elkaar kunnen voortplanten, en dat is een kwestie van X- en Y-chromosomen. Soms gaat er bij het ontstaan van een embryo in het dna iets mis en ontstaat een afwijkende mengvorm. Dat heeft nare gevolgen voor de betrokkene, maar er is behalve uiterlijk weinig aan te doen. Soms ook spoort het fysieke geslacht niet met iemands mentale constitutie, dat heet genderdysforie. Zulke mensen kunnen gebaat zijn bij hulp en zorg, en we kunnen tegenwoordig de verschijning in overeenstemming met iemands gevoelens brengen, maar dat is het ook. Er bestaat niet zoiets als vrije geslachtskeuze.
Ideeën, stemmingen en emoties
Daar tegenover staan de nazaten van de aanhangers van het al ruim 65 jaar geleden naar het rijk der fabelen verwezen extreme maakbaarheidsdenken, die van geen ophouden willen weten. Het enige nieuwe element is dat het behaviorisme beweerde dat de mens bepaald en gemaakt wordt door zijn omgeving, terwijl de genderdenkers van vandaag pretenderen dat een mens volledig door zichzelf wordt bepaald. Hoe dat kan, blijft uiteraard duister.
Op 14 december schreef Bas Heijne in NRC: ‘Onze wereld wordt ook gevormd door ideeën, niet per se rationele overtuigingen, stemmingen en emoties.’ Als Van Dale zich dat alles ook gerealiseerd had, was men daar allicht een stuk minder geschrokken en was de verkiezing van het woord van het jaar gewoon doorgegaan.
Rik Smits is taalkundige en wetenschapsjournalist.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Hartelijk dank!