Hoe onkreukbaar is de ‘landsadvocaat’ helemaal?
En ja hoor, het stond er weer, dit keer in NRC Handelsblad: ‘Surrealistisch’,’een raadsel’, ‘we begrijpen niet wat hem heeft bewogen’. De verbijstering in kringen rond het prestigieuze advocatenkantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn is groot. Dinsdag maakte het kantoor bekend dat voormalig bestuursvoorzitter Frank Oranje jarenlang via ‘geraffineerd frauduleus handelen’ klanten heeft bestolen.
Nogal voorspelbaar was de gespeelde verontwaardiging en geschoktheid toen het nieuws dat de FIOD al in 2019 Frank Oranje op het spoor was op 2 maart 2021 door Pels Rijcken niet meer binnenskamers kon worden gehouden. Was dat verbijstering omdat het om een frauderende notaris ging of omdat het Pels Rijcken betrof, het altijd met ‘prestigieus’ aangeduide kantoor van de landsadvocaat?
De notaris bediende de minister
En inderdaad, het ooit door secretaris-generaal Joris Demmink van Justitie geopende prestigieuze gebouw huisvest niet alleen notarissen maar vooral advocaten, die tevens plaatsvervangend rechter en raadsheer zijn. Met zulke advocaten procedeert het wel heel prettig voor de Staat.
Wetend dat Frank Oranje sinds 2017 de zakelijke belangen van de nieuwe minister Ferd Grapperhaus in een stichting had ondergebracht, is het boeiend om te zien hoe en door wie Grapperhaus op de hoogte werd gesteld van deze fraude. En wat Grapperhaus toen ondernam.
Pas op 2 maart van deze maand deelde Grapperhaus de Tweede Kamer mee, dat de landsadvocaat hem zes maanden eerder vertelde dat een bij het kantoor werkzame notaris (destijds tevens partner en bestuursvoorzitter) verdachte was in een strafrechtelijk onderzoek. Het was oud nieuws voor Grapperhaus, want een dag later moest hij in de Tweede Kamer toegeven dat hij het al eerder wist. Om precies te zijn: al twee jaar eerder!
Toen had de top van het Openbaar Ministerie minister Grapperhaus namelijk ingelicht over een strafrechtelijk onderzoek dat de FIOD al sinds 2019 naar notaris Frank Oranje uitvoerde. Die mededeling heeft bij Grapperhaus kennelijk niet veel los gemaakt. Tenminste: zijn woordvoerder deelde mee dat de minister sindsdien niet meer geïnformeerd had naar de stand van zaken in het onderzoek.
Dat is vreemd, want al in 2019 wist Grapperhaus dus, dat zijn zakelijke belangen behartigd werden door een dubieuze notaris. Maar hij liet zich blijkbaar liever verrassen, wellicht in de hoop dat het met een sisser zou aflopen. Het OM kon de kwestie immers nog altijd met een sepot afdoen: vanzelfsprekend met de uitleg tegenover de buitenwereld dat een zorgvuldig en diepgaand opsporingsonderzoek onvoldoende bewijs opleverde voor strafrechtelijke vervolging. En… daarover worden zoals standaard in individuele gevallen, geen mededelingen gedaan.
Is de verdachte in dit geval al dader?
Tenslotte maakt het OM niet alleen uit wie er vervolgd wordt (en wat er onderzocht wordt), maar vooral wie niet. Voor de beeldvorming is het inmiddels opvallend dat Oranje lopende het onderzoek, maar vooral na zijn dood, heel stellig wordt neergezet als dader en niet als verdachte van fraude. Daar was dit keer eens geen veroordelend vonnis van een rechter voor nodig.
Achter de schermen was blijkbaar al uitgemaakt dat Frank Oranje een fraudeur was die zonder medeplichtigen of mededaders te werk was gegaan. Dat maakte het schandaal prettig overzichtelijk en even leek het erop dat het probleem zichzelf had opgelost toen Oranje (58) in november een einde aan zijn leven maakte. Dode notarissen kunnen immers niet meer praten en dus konden alle losse eindjes als onopgeloste en onbegrijpelijke raadsels in zijn schoenen worden geschoven.
Een geconcerteerde actie
Het bleef na Oranje’s zelfdoding dan ook nog een paar maanden stil in de pers voordat vorige week het bericht gecoördineerd naar buiten werd gebracht. De losse eindjes waren inmiddels vastgeknoopt en bij de bekendmaking kon meteen worden meegedeeld dat er geen aanwijzingen waren voor mededaders of medeplichtigen.
Sterker nog, Pels Rijcken was ook slachtoffer geworden van de eigen oud-bestuursvoorzitter! Zo zal het wel altijd duister blijven welke geheimen hij meenam in zijn graf tenzij – zoals in een echte Netflixserie – vandaag of morgen een brief of geluidsopname van hem opduikt met het echte verhaal.
Niets aan de hand?
Geheel in lijn met de damage control kon minister Grapperhaus in een moeite meedelen dat er geen aanleiding was tot zorg ten aanzien van de kwaliteit en legitimiteit van de landsadvocaat. Daarin klonk weer het vertrouwde geluid van de Zuidas-advocaat Grapperhaus door.
Natuurlijk was de integriteit en moraliteit bij Pels Rijcken prima in orde. Net als bij al die andere financieel juridische dienstverleners. Ook Frank Oranje benadrukte achter zijn gouden naambordje hoe belangrijk hij betrouwbaar en integer handelen vond.
Staatsgeheim?
Daarom wordt in zijn kringen ieder geluid dat op het tegendeel wijst discreet genegeerd en gesmoord, en vrijwel altijd geneutraliseerd in een van die vele tuchtcommissie of raden van toezicht waar de amices elkaar zelf de maat mogen nemen. En als dat niet lukt of er resteren nog steeds lastige vragen dan is er altijd nog dat beroep van Grapperhaus op het ‘Staatsgeheim’.
Zoals in dit geval: eerst was het twee jaar lang niet de moeite waard om ernaar om te kijken en eenmaal in de publiciteit was het plotseling zo belangrijk dat het landsbelang erbij gehaald wordt. Zonder die zelfmoord was de fraude waarschijnlijk veilig en stilletjes achter goed gesloten deuren afgehandeld.
De reactie van Grapperhaus is daarom net zo nietszeggend en misleidend als zijn mededelingen over mensen die ‘meegroeiden’ met de avondklok. Volgens Grapperhaus en alleen volgens Grapperhaus bestaat daar inmiddels nog steeds een groot draagvlak voor.
Aan de fraude van Frank Oranje valt naast diens zelfdoding wel iets verontrustends op te merken. Het uitzonderlijke zit hem in die opmerkelijke Stichting Derdengelden van hem die hij in 2010 onder bestuursvoorzitterschap en verantwoordelijkheid van zijn collega van Pels Rijcken, advocaat René Kiers oprichtte. Bij die gelegenheid werd geen foutje gemaakt maar opzettelijk nogal afwijkende statuten opgesteld inzake het beheer van en de controle op die rekening. Dat duidt op voorbedachte rade en een plan.
Vanaf 2010 stond de deur wagenwijd open om zonder pottenkijkers in- en uitgaande geldstromen van de Stichting Derdengelden te faciliteren. Alsof met medeweten van de directeur van een gevangenis één cel wordt ingericht met een deurslot aan de binnenkant. En dan verbaasd zijn dat er regelmatig gevangenen ontsnappen.
En, laten we wel zijn, dit keer was het een notaris, maar als het over zwart geld gaat had het net zo goed een advocaat van hetzelfde of een ander kantoor kunnen zijn – of een rechter.
Zwart geld via de Derdenrekening?
Terug naar de frauderende notaris bij de landsadvocaat. Hij is en was niet de eerste corrupte notaris die met de complimenten aan de FIOD betrapt werd. Grote namen gingen hem voor. En onze politici, met Grapperhaus voorop, kunnen maar niet genoeg benadrukken hoe ondermijnend de werking van zwart geld is dat uit de onderwereld in de bovenwereld wordt witgewassen.
Vooral notarissen die drie keer op dezelfde dag hetzelfde huis transporteerden zijn daar goed in. Dan moet dat ook nog ingeschreven worden in het Kadaster en in dat opzicht had de Amsterdamse Deken Els Swaab van het advocaten- en notariskantoor Boekel de Nereé een opmerkelijke nevenbaan. Het kantoor gespecialiseerd in vastgoed had met Swaab als vicevoorzitter ook een bestuursfunctie in het Kadaster.
Maar wat is een betere dekmantel om te frauderen dan een geprepareerde derdenrekening van de bestuursvoorzitter van het prestigieuze kantoor van de landsadvocaat?
Die rekening kan zonder controle immers ook gebruikt worden als betaalrekening. Geld van illegale activiteiten wordt erop gestort, tijdelijk geparkeerd en vervolgens aangewend om in een ver buitenland te beleggen of er een luxe boot mee aan te schaffen. Niemand van dergelijke rekeninghouders zal ooit klagen over gebrekkige controle of zoekgeraakt geld.